De Twentenaar Joop Hofmeijer, heeft in Goor de L. T.S. doorlopen. Daarna heeft hij
door zelfstudie onder meer het diploma voor aannemer B U en G.W. W. gehaald.
Ongeveer 15 jaar geleden heeft hij, als voorman, bij aannemersbedrijf Woudenberg,
Ameide, de gemeentetoren van Diepenheim gerestaureerd. Hier begreep hij dat er
meer bij kwam kijken dan alleen maar vakmanschap. Kende hij de geschiedenis van
de toren, de bouwstijl? Dit was een voldoende appellerende vraag, om zich te gaan
verdiepen in het monument.
Na de toren in Diepenheim kwam Hofmeijer bij de restauratie van de Walburgtoren
in Zutfen waar hij veel ervaring opdeed. Op de vraag van het aannemingsbedrijf
Woudenberg wie er wat voor voelde om het Fort Zeelandia in Suriname te restaure
ren, reageerde hij en werd met enkele anderen uitgezonden. Geen wonder dat het vak
van ambachtelijk restaurateur hem in zijn greep had gekregen.
Na een afwisselende loopbaan, werd de nu 43-jarige Hofmeijer, bedrijfsleider voor
het rayon Groningen, nog steeds voor de firma Woudenberg.
In 1976 kwam hij als opzichter in dienst van architektenburo P.B. Offringa in Leeu
warden, waar hij ondermeer betrokken was bij de herbouw van de Bonifatiustoren in
voornoemde stad.
Vanuit dit buro heeft Hofmeijer eerst de leerlingen van aannemersbedrijf Wouden
berg begeleid. Vorig jaar augustus is hij in dienst van de Stichting Vakgroep Restaura
tie getreden. Deze Stichting wordt gevormd door tien aannemers op restauratiege
bied.
Behalve dat Hofmeijer het vak in zijn vingers heeft, daarover soms publiceert, heeft
hij ook de gave het vak over te brengen op jongeren.
(Een hofmeijer was, historisch gezien, opzichter over een hofhouding, een machtig
man. Dat is ver verleden tijd, maar iets van de sfeer van het verleden en de praktische
benadering daarvan, komt in zijn levendige werkkring min of meer tot uiting).
er dus daadwerkelijk drieëneenhalve
dag aan het projekt gewerkt kan wor
den."
Doelstellingen
En waaruit bestaat dan die serie
doelstellingen van de jonge Stichting?
Verdiepen van kennis en inzicht en het
vergroten van vaardigheid, het motive
ren en oriënteren van de leerling, leren
communiceren en leren aanpassen en
maatschappelijke vorming. In dit pa
troon van doelstellingen gaat het bij
voorbeeld om inzicht in de technische
uitvoerbaarheid, de financiële aspecten,
de tijdwinst en zo meer. De theoretische
begeleiding richt zich ook op achter
grondinformatie, enige kennis van de
bouw- en kunstgeschiedenis, dakbedek
kingen, natuursteen en oude of nieuwe
methoden in de restauratie. We laten ze
ook werkstukken tekenen. Maar voor
alles vinden we het heel belangrijk als ze
wéten waarmee ze bezig zijn. Door alles
heen gaat het om hun motivatie.
Iedereen zal begrijpen, dat een goede
handvaardigheid een eerste vereiste is.
Met deze jongens wordt een leerove
reenkomst gesloten. Voorts moet het
projekt passend zijn als restauratie
bouwplaats en bij voorkeur een duur
hebben van één tot twee jaar. Architekt
en opdrachtgever moeten achter de leer
lingbouwplaats staan. Er moet ruimte
zijn voor zes tot achttien leerlingen. De
opzichter moet de leerlingen willen be
geleiden. We hebben in onze cursus een
lijst van eisen samengesteld voor de
metselaar en de timmerman. Verloopt
alles naar wens, dan ontvangt de leerling
na afloop van de cursus een diploma."
Er is overleg gepleegd met de Stichting
Vakopleiding Bouwbedrijf, met Monu-
Hofmeijer behandelt in de les een pro
fielsteen.
laten gaan. Daarom is er die ernstige po
ging een voorhoede van jongeren te vor
men. Deze aparte vakopleiding steunt
vooralsnog op het particuliere initiatief:
de financiële steun en daadwerkelijke
belangstelling van een deel van het be
drijfsleven.
Hofmeijer: "Ik geef een ochtend of een
middag per week les, aan kleine klassen
in het land. Mijn functieomschrijving
luidt: wetenschappelijk begeleider, en ik
ben de enige beroepsfunctionaris van de
stichting, aldus Hofmeijer.
Verder gaan de leerlingen nog de gebrui
kelijke dag naar de streekschool, zodat
.Sa'.-
225