Stoom: Redden wat er te redden valt! Heemschut Jaargang 58, no. 12 - december 1981 Heemschut verschijnt 10 keer per jaar Tijdschrift van de Bond Heemschut opgericht in 1911 Beschermvrouwe: H.M. Koningin Beatrix Uit de inhoud: Erfenis van stoom tijdperk: Textielcomplex Jannink krijgt nieuwe bestemming Laatste originele dijkboerderij in Alblasser- waard gesloopt Teleurstellend monumentenbeleid in Purmcrend Leerling op bouwplaats Foto omslag: De schouw in de historische boerderij Buitendams-118 te Hardinxveld-Giessendam, waarvan de sloop helaas niet kon worden verhinderd. Redactie: J. Th. Balk, eindredacteur Drs. J. H. Bierenbroodspot-Rudolph J. Roelfs Sr. redactiesecretaris: P. A. Hengeveld-Brand Vaste medewerkenden: A. J. Bartelds-Boshuizen, Ter Apel (Noord Nederland) D. van der Meulen, Assen (Oost Nederland) R. Lureman, Doetinchem (Oost Nederland) Drs. W. J. Pantus, Nijmegen (Zuid Nederland) G. Le Belle, Schoorl (Noord West Nederland) J. E. van der Wielen, 's-Gravenhage (Zuid West Nederland) Correspondentie voor de redactie aan: Secretariaat Bond Heemschut, Nieuwezijds Kolk 28, 1012 PV Amsterdam tel. 020 - 22 52 92 öf 020-230994 (ledenadministratie) Correspondentie voor advertenties met ingang van 1 januari 1982: Grafische Bedrijven Bosch Keuning N.V., Bremstraat 11, Postbus 1, 3742 RD Baarn. In het begin van de jaren vijftig van de ze eeuw ontstond in Engeland grote be langstelling voor een periode, gewoon lijk aangeduid met "Industrial Revolu- tion" (circa 1760-1830). De Engelsen begonnen zich toen bezorgd te maken over het snelle verdwijnen van de mate riële overblijfselen uit deze periode, die zich kenmerkte door de stroomversnel ling in de technologie (metaalwinning en, toepassing van stoom als kracht bron). De beweging van deze "industri al archaelogy" sloeg enorm aan bij het aan amateurhistorici-rijke Engeland. Het gevolg was een stroom van publica ties en men probeert te redden wat er nog te redden valt. In het begin van de jaren zeventig sloeg deze beweging over naar het Europese vasteland, ook naar Nederland. In ons land wordt op dit gebied een belangrijke rol gespeeld door de kunsthistoricus drs. Wim de Natris. Hij is van mening dat industriële archeologie méér is dan het behouden van gebouwen en het ver zamelen van oude stoommachines en andere materialen en objecten alleen en streeft ernaar deze te plaatsen in een context van de technische vernieuwin gen in die tijd. Daarnaast krijgt men meer en meer be langstelling voor de resten van de ge schiedenis van de werkende mens in een brede historische context te plaatsen. In 1974 nam het ministerie van CRM het initiatief tot een eerste regionale proef- inventarisatie. Hiervoor werd het gebied van Twente en de Gelderse Achterhoek gekozen. Wim de Natris kreeg de op dracht te onderzoeken welke "indus- trieel-archeologische" gebouwen en ob jecten in aanmerking zouden kunnen komen voor behoud. Hij stuitte daarbij op de plannen van de Enschedese archi tect De Boer en consulent Heerkens, de twee voorvechters voor het behoud van het Janriink-complex. Evenals de twee Enschedeërs kwam De Natris tot de conclusie dat de spinnerij van de ge broeders Jannink een uitstekend project zou zijn om voor de toekomst te bewa ren. Sprekend voorbeeld De fabriek van Jannink is een voorbeeld van het type van de Engelse Lancashire spinnerij. Kenmerkend is de markante watertoren, die eveneens gebruikt werd als lifttoren en trappenhuis. De toren heeft al een zekere monumentaliteit om dat hij boven de overige bouwdelen uit steekt. Dit wordt nog versterkt door het steile tentdak, terwijl de decoratieve ar chitecturale elementen, zoals barokach- tige dakvensters, de pilasters en gebruik Het Janninkcomplex, met rechts een deel van de weverij die nog gerestau reerd moet worden. Foto Karei Tibbe Enschede. 211

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschut - Tijdschrift 1924-2022 | 1981 | | pagina 11