Boekennieuws
Rechtzetting
volledig onafhankelijke positie. Zo
doende bent U in staat met een grote
mate van gezag Uw adviezen, commen
taren, aan- of opmerkingen, gevraagd
of ongevraagd, te leveren.
Voorzitter Hamm bood de heer Rijpstra
onder dankzegging voor zijn toespraak
het eerste exemplaar van de nieuwe
Heemschut-das aan en overhandigde
mevrouw Rijpstra bloemen. Tenslotte
dankte hij Heemschut's Provinciale
Commissie voor de uitgebreide organisa
tie van deze Heemschutdag 1981 in de
personen van voorzitter B. Nauta en de
heer G. F. Kooyman, welke laatste de
aanwezigen uitnodigde tot deelneming
aan de vier aardige en goed verzorgde
excursies waarvoor veel belangstelling
bestond.
In het kader van 70-jaar
HEEMSCHUT:
De Heemschut stand in de Nieuwe Kerk
te Amsterdam, waar zeven weken lang
aandacht werd gevestigd op
Heemschutactiviteiten.
De Heemschut-etalage op het
Muntplein te Amsterdam, waar
diegenen die onbekend z.ijn met het
bestaan van Heemschut kunnen
kennismaken met onze vereniging tot 6
december a.s.)
Foto's: Jaap van der Veer
Het idee van de Hollandse stad; ste
debouw in Nederland 1900-1930 met
de internationale voorgeschiedenis,
door Egbert J. Hoogenberk. Hoewel
het laatste woord over de stedebouw
uit de periode 1900-1930 met deze
dissertatie nog wel niet gezegd is, is
hier toch in handzame vorm (247 blz.)
ingegaan op vele factoren, die het ste
debouwkundig denken in het begin
van deze eeuw mede bepaald heb
ben.
Op de buitenlandse invloeden wordt
ingegaan en op wat genoemd wordt
'het zoeken naar een oorspronkelijke
en eigentijdse Hollandse schoon
heid'. Het boek is voorzien van vele
citaten: De selectie op grond waarvan
deze uitgekozen werden is, zoals de
auteur ook in de inleiding aangeeft,
subjectief. Als voorstander van orga
nische stedebouw en kleinschalige
aanpak heeft hij citaten gekozen van
geestverwanten uit het begin van de
ze eeuw. Helaas blijft het boek wel wat
steken in de beschouwing van de
theoretici en architecten: het zou in
teressant geweest zijn als eens nage
gaan was welke aspekten (vorm- en
materiaalgebruik en ruimte
inrichting analyserend) in de stadsuit
breidingen uit het begin van de eeuw
nu 'Hollands' zijn. Hier ligt een onder
zoeksveld waar nog wel wat te doen
valt. (Ook op het planologisch insti
tuut van de Universiteit van Amster
dam is onderzoek naar deze periode
gestart.)
In de door de auteur behandelde pe
riode is stedebouw nog de vormge
ving van de bebouwing én de buiten
ruimte als één geheel. Met de studie
'Het idee van de Hollandse stad' wordt
beoogd om door analyse daarvan de
kwaliteit van het bouwen nu te verho
gen. Als 'bijprodukt' heeft dit een zeer
leesbaar boek over de periode 1900-
1930 opgeleverd.
Delftse Universitaire Pers, Delft; ISBN
90.6275,047.8; Prijs 49,90.
Dutch ClassicistArchitecture, a Sur-
vey of Dutch Architecture, Gardens
and Anglo-Dutch Architectural Rela
tions from 1625 to 1700. door W. Kuy-
per. Deze publicatie over 17de-
eeuwse Nederlandse architectuur
heeft met name betrekking op de pe
rioden vanaf welke de eerste voort
brengselen van classicistische bouw
kunst in Holland tot stand kwamen
(met het Mauritshuis en het huis van
Huygens in Den Haag als belangrijke
specimina) en behandelt de invloed
van de Hollandse bouwkunst op het
bouwen in Engeland en vice-versa.
De handel bracht veelvuldige contac
ten tussen Nederlanders en Engelsen
met zich mee en ten gevolge hiervan
vond er ook een levendige culturele
uitwisseling plaats. Publicaties en
prenten van architectuurtekeningen,
topografische prenten en eigen aan
schouwen verspreidden de kennis
over de nieuwste ontwikkelingen op
architectuurgebied. W. Kuyper heeft
de kennisoverdracht via bovenge
noemde bronnen als uitgangspunt
genomen en het boek bevat dan ook
een overzicht van 17de-eeuwse archi
tectuurpublicaties.
Op de voor kunsthistorici 'klassieke'
manier h la Wollfin, waarop veel oude
re kunsthistorische studies tot stand
gekomen zijn, - van deze traditie was
ook H. van der Waal, hoogleraar in
Leiden, aan wie het boek is opgedra
gen, een respresentant - kijkt en ver
gelijkt hij afbeeldingen en gebouwen
en trekt daaruit conclusies ten aan
zien van overname van motieven.
Hoewel hij ook recente publicaties en
andere gegevens, waaronder archief
materiaal, daarbij betrekt, bevatten
zijn conclusies elementen van onze
kerheid. De hoeveelheid materiaal die
hier bijeen is gebracht kan verder
onderzoek op dit terrein zeker tot
steun zijn. Een uitgave derhalve die
een aanwinst is voor allen die de
bouwkunst uit de 17de eeuw als
interesse-gebied hebben.
Delft University Press; ISBN nr.
90.6275.040.0, 93,60.
E. de W.
In het Lustrumnummer (oktober 1981 ,nr.
10) staat op bladzij 160 tlm 162 een artikel
over Gebrandschilderd glas, verwerking
en restauratie. De redactie van
Heemschut betreurt het bijzonder dat
door een misverstand verzuimd werd
onder de titel de naam te vermelden van
de tweede auteur, de heer P. A. Terwen,
restaurateur glas, ceramiek en sculptuur
aan het Rijksmuseum te Amsterdam.
209