Heemschut Vordering van notebomen 70 jaar actief (1911-1981) Bierens de Haan en Cleyndert Herostratus-complex Aan de teugels trekken Bossche Broek In de mobilisatiejaren 1914-1918 protes teerde de Bond Heemschut krachtig te- gen de vordering van notebomen door het departement van oorlog. Het hout van de walnoot lëent zich namelijk bij uitstek goed voor de kolven van gewe ren. Omdat notenhout sterk en taai is en vrijwel niet splintert is het geschikt om de terugslag op te vangen bij het afvuren van een schot. In het archief van de Bond is het antwoord van de minister bewaard ge bleven. Er is, zo antwoordt hij op 26 april 1916 op de brief van Heemschut geda teerd 17 maart, slechts in de uiterste noodzaak overgegaan tot de vordering van de notebomen. 'Opeen andere wijze was het voor de aanmaak van geweren benodigde hout niet te krijgen.' Minister Bosboom ondertekende per soonlijk de met de schrijfmachine ge schreven brief. Tijdens een verblijf te Siena overleed in 1958 de oud-voorzitter van de Bond Heemschut, dr. J. A. Bierens de Haan. Hij was een van die zeldzaam wordende figuren die zich bij de keuze van de tak van wetenschapsbeoefening slechts laten leiden door eigen persoonlijke belang- stelling. S. P. baron Bentinck die hem in 1955 had opgevolgd als voorzitter wijdde een herdenkingsartikel aan Bierens de Haan in het augustusnummer van 1958. Bierens de Haan die sterrenkunde en biologie had gestudeerd was als privaat docent aan de Amsterdamse Universiteit in het bijzonder werkzaam op het terrein der dierpsychologie. 'Het beleven van schoonheid was voor hem een levensbe hoefte.' Hij werd in 1940 voorzitter en maakte alle beslommeringen van de oor logsjaren door. Met A. A. Kok schreef hij het 25ste deel van Allert de Lange's Heemschutserie gewijd aan Heemschut. In hetzelfde nummer wordt H. Cleyn- K XXXK>IVXK dert Azn herdacht door het bestuurslid J. R. Koning. Cleyndert was een perfect 'Heemschutter' die jarenlang samen werkte met Van Tienhoven en Thijsse - 'een prachtcombinatie', aldus Koning. Hij kwam uit de handel al had hij aan vankelijk theologie gestudeerd. Cleyn dert was lid van het dagelijks bestuur van Heemschut en hij ijverde voor het ver breiden van de Heemschutgedachte onder de jeugd. Plannen om doorbraken in de Alkmaar- se binnenstad door te voeren en grachten te dempen - dit lot is Alkmaar gelukkig bespaard gebleven - gaf 'B' in het okto bernummer van Heemschut 1958 een scherp entrefilet in de pen waarin ge sproken werd over het Herostratus- complex. Herostratus die zijn naam ver eeuwigd zag door de tempel van Efese in brand te steken: een brandstichter uit onbevredigde ijdelheid. En dat complex acht 'B' kennelijk van toepassing op de ontwerper van de Alk- maarse doorbraak- en dempingsplan nen. 'Nieuw Den Helder is, heel zacht gezegd, niet de meest geslaagde na oorlogse stadsuitbreiding. Het was de stedebouwkundige van Nieuw den Hel der die het plan ontwierp de historische schoonheid van Alkmaar met één slag te vernietigen.' In het begin van de jaren vijftig kon men alom plannen vernemen van doorbraken door oude historische binnensteden. Ook in Amersfoort. Daarover had Ton Koot in zijn rubriek Heemwacht iets ge publiceerd. Want in Amersfoort had men, om slapende honden niet wakker X W XVXK~ te maken, die doorbraakplannen min of meer verheimelijkt. Op de Heemschutdag in 1951 in Alk maar gehouden trok de burgemeester van Amersfoort, Molendijk, van leer te gen de houding van Heemschut. Hij ver zekerde voorts dat Amersfoort niet aan doorbraken dacht. Er werd een scherpe discussie gevoerd waaraan ook de heer Adriaanse, het te Amerfoort wonende lid van een subcommissie van de Bond zich mengde. Hij had van een ambtenaar-architect een kaart gezien waaruit bleek dat een doorbraak wel de gelijk overwogen was. Het lid van het Dagelijks Bestuur, prof. dr. M. D. Ozinga, vond dat de Bond Heemschut daartegen gerust de trom mag roeren. En Adriaanse zei: Trekt de oplettende voerman pas aan de teugels als de paarden al in het kanaal liggen? IX KI Ook de schoonheid van het landschap gaat Heemschut ter harte en Geurt Brinkgreve keerde zich in de kolommen van het toen om de twee maanden ver schijnende orgaan Heemschut tegen de ruilverkaveling Het Bossche Broek, waarbij een natuurgebied betrokken werd. Door de daar gelegen landgoede ren in het te verkavelen blok te betrek ken had de Centrale Cultuurtechnische Commissie de gelegenheid het gebied open te breken met verharde wegen ten bate van de horde van de z.g. 'bosvar kens'. De stemmingsprocedure eind 1956 heeft indertijd heel wat kritiek opgeleverd. De lijst van stemgerechtigden bevatte veel meer namen dan er eigenaren waren, de vele leden van de in St. Michielsgestel alom tegenwoordige familienaam Van den Akker zorgen voor opperste verwar ring - maar wie niet kwam werd als voor stemmer gerekend: de ruilverkaveling 'haalde' het. Men liet zich intimideren door het eigen gereide optreden der ambtenaren, con cludeert Brinkgreve, in zijn artikel (oktober '58). xw SIV SIK 207

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschut - Tijdschrift 1924-2022 | 1981 | | pagina 31