ring van ons standpunt dat de voorgestel de inpoldering een te grote aanslag op de schoonheid en het historische en ruimte lijke karakter van Nederland zal beteke nen berust op verschillende overwegin gen. Om deze duidelijk weer te geven publiceren wij hierna de betreffende brief bijna integraal. In zijn algemeenheid is genoemde Nota een document van beperkte mérites. Enerzijds stoelt het op adviezèn waarbij uit planologisch en economisch oogpunt vraagtekens te plaatsen zijn, en draagt daar de sporen van, anderzijds ont breekt een concreet plan tot inrichting van het nieuw te winnen land. Voorts laat de Nota na aan te geven of, en zo ja, •hoe de voorgestane doelstellingen te ver wezenlijken zijn wanneer wordt uitge gaan van het nalaten van enige inpolde ring. Deze situatie bemoeilijkt een gene rale en reële afweging van belangen. De Nota noemt, naast vier nadelen en tien voordelen van inpoldering, twee as pecten van onzekerheid, waaronder "De kuituur-historische waarde van de Oost kust van Noord-Holland kan worden aangetast'. Dit aspect regardeert de Bond Heemschut en wij willen derhalve benadrukken dat het boven geciteerde onzes inziens geen onzekerheid ge noemd moet worden maar een on ontkoombaar feit, gegeven het geplande westelijk dijktracé. Maar afgezien hier van: Het feit dat de Nota dit zelf rele veert, gepaard aan het genoemde be zwaar van het ontbreken van een in richtingsplan, geeft een dermate vergro ting van de onzekerheid en daarmede van de kwade kanten, dat wij ons als pleitbezorger willen opwerpen voor een in essentie kleine Markerwaard met als afgeleide een in essentie groot Marker meer. De regeringsnota weerspiegelt nog te.zeer de filosofie van het planologi sch verleden, waarbij de kwantitatieve benadering de onzes inziens zo noodza kelijke kwalitatieve overschaduwt. De ruimtelijke kwaliteit van het onder havige gebied, zowel van het land als van het water, gepaard aan de grote cultuur historische waarde ervan, dient één van de uitgangspunten van de ruimtelijke planning en vormgeving te zijn en niet beschouwd te worden als marginaal be standdeel. Droogmaling van de Markerwaard vol gens het schema van de Nota zal tot ge volg hebben, dat het waterfront van de oude handelssteden en vissersdorpen aan de voormalige Zuiderzeekust aan karakter zal inboeten. Dit geldt niet alleen voor het gezicht op de steden en dorpen vanaf het water, maar ook voor het gezicht op het water vanuit deze plaatsen. Deze gehele westwal tussen Amsterdam en Enkhui zen heeft een uiterst belangrijke rol ge- Een van de karakteristieke dorpen langs het ijsselmeer. Hoewel volgens plan het Markerwaardgehied een brede strook water zal behouden zijn van inpoldering toch negatieve effecten op het oude land te verwachten. speeld in de Nederlandse geschiedenis en cultuur. De meeste steden en stadjes liggen met hun waterfront, hun gezicht, naar de zee. Vrijwel alle relaties speel den zich af over zee. Essentieel voor het behoud van het karakter van deze westwal is het handhaven van de ligging aan 'zee'. Dit leidt tot de conclusie dat voor het behoud van de cultuur-historische waar de van het oude land handhaving van zo ruim mogelijk kijk- en vaarwater voorde kust een noodzaak is. De Nota kan suggereren dat de randme ren zo breed worden dat men vanaf de wal de nieuw te bouwen polderdijk nau welijks meer ervaart. Toch is dit naar onze mening niet voldoende. De in het geding zijnde historisch-ruimtelijke tota liteit behoeft als "monumentaal district' planologische bescherming. Het huidige Markermeer is meer dan slechts onge deeld water. De onderhavige Nota onderkent dit niet ten volle. 206

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschut - Tijdschrift 1924-2022 | 1981 | | pagina 30