overheidstaken zouden deze kwetsbare monumenten naar ons oordeel meer nog dan andere monumenten geacht moeten worden een voorwerp van zorg van de provincie te zijn. In dit licht bezien willen wij ook de sug gestie van de werkgroep overnemen om het behoud van de historisch bijzonder belangrijke en door hun beperkte aantal zeldzame monumenten te zien als een taak van het rijk, omdat zij het regionaal belang verre te boven gaan. Het behoud woonhuismonumenten kan, gezien ook zijn belang in het kader van de stadsvernieuwing, aangemerkt wor den als in eerste instantie een gemeente lijke taak. Wij zijn ons er evenwel van bewust, dat het niet juist en niet mogelijk is een dui delijke scheiding in taken en belangen aan te brengen. Indien de provincie zich vooral en met name wil richten op de meer kwetsbare monumenten, dan zal dat tot gevolg heb ben dat zij zich ten opzichte van het tot heden gevoerde beleid ten aanzien van de woonhuizen terughoudender zal die nen op te stellen.' 'Gelet op ons boven ingenomen standpunt dat de zorg voor woonhuismo numenten meer van plaatselijk belang is, komt het ons gerechtvaardigd voor dat de gemeenten in gevallen waarin zij dat nodig achteneen verhoging van hun bij dragen in overweging nemen. Het voorgaande neemt niet weg, dat wij van mening zijn dat het, mede gelet op het belang van woonhuizen binnen de gehele monumentenzorg, nodig is dat de provincie deze blijft subsidiëren.' 'Gelet op het voorgaande menen wij dat het verhogen van de provinciale bijdrage in de kosten van restauraties van woon huizen, zoals door de werkgroep wordt bepleit, niet past binnen een beleid, dat zich richt op de groep van de meest kwetsbare monumenten. Financieel be zien zou het voorstel van de werkgroep grote consequenties met zich meebren gen.' De aanbeveling die de werkgroep heeft gedaan om de gebruikelijke provinciale bijdrage in de kosten van restauraties van woonhuizen te verhogen, volgde het provinciaal bestuur dus niet op. Integen deel, besloten werd het voorstel van Ge deputeerde Staten te volgen en het ge bruikelijke subsidiepercentage voor de ze categorie monumenten te verlagen. Met de andere aanbevelingen en de overwegingen waarop die gegrond zijn stemde de provincie, zoals boven reeds gezegd, in grote lijnen wel in of zegde toe deze in het toekomstige beleid te zullen betrekken. Dit laatste heeft dan met name betrek king op het inventarisatiewerk dat nog verricht moet worden, het onderzoeken van de mogelijkheden om te komen tot een meer planmatige aanpak van restau raties van kerkelijke gebouwen, kastelen en molens, het nader ingaan op de aan bevelingen die gemaakt zijn ten aanzien van beschermde stads- en dorpsgezich ten en het onderzoek van de mogelijk heden tot instelling van een materialen- depot. Dat de provincie zich steeds meer is gaan richten op het onderhoud van die meest kwetsbare monumenten (kerken, kaste len en molens) blijkt uit het toekennen van onderhoudssubsidies, die sinds 1978 worden uitbetaald en waarmee inmid dels goede resultaten zijn bereikt. Het is de bedoeling dit subsidie voor kerken en kastelen te verhogen tot 20% van maximaal 10.000,- (thans 5.000,-). Ook het toekennen van subsidie aan de Stichting Monumentenwacht Zeeland, waarvoor sinds 1 juli dit jaar twee ploe gen werkzaam zijn, geeft het verschui ven van het provinciaal beleid in de richting van beter onderhoud aan. j.b.r. De N.H.-kerk van rond 1860 in het dorpje Kleverskerke hijArnemuiden. Dit kerkje dat zeker een plaats op de monumentenlijst verdient, behoort tot de door de provincie meest kwetsbaar geachte categorie monumenten. De voor de noodzakelijke restauratie geraamde 200.000is een enorm bedrag voor de kleine gemeente. Zelf wist zij door middel van acties de 65.000,- voor de reeds uitgevoerde reparatie van het dak bijeen te brengen, maar hoopt op meer steun. Er is een aardig boekje over het verleden van de 'vlek' Kleverskerke verschenen, waarvan de meeropbrengst voor de restauratie is bestemd, dat voor 17,50 te verkrijgen is bij A. Davidse, Korenbloemlaan 43, 434! JD Arnemuiden. Het gironummer van de restauratiecommissie is 4225506. foto: A. Davidse.

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschut - Tijdschrift 1924-2022 | 1981 | | pagina 21