Heemschut van 50 naar 70
door drs. H. Rowaan,
kunsthistoricus verhonden aan het
Gemeentelijk Bureau Monumentenzorg
van Amsterdamoud-medewerkpr van
Bond Heemschut
Onze Bond bundelt nu 70 jaar acties
voor 'behoud van bestaande en het
scheppen van nieuwe schoonheid.' Zo
luidde kortweg het doel in de statuten.
Sinds kort is het streven nog nader om
schreven met 'de bescherming van mo
numenten': allerminst een nieuwe doel
stelling maar een nadere toespitsing, no
dig om bij een officiële afweging als be
langhebbende te kunnen worden aange
merkt en formeel ontvankelijk te zijn
Maar wat in 1911 werd samengevat met
'de schoonheid van ons land' staat gelijk
met 'een goed leefmilieu' thans.
Een kroonjaar geeft aanleiding tot even
terugzien en vergelijken met hoe vroeger
de Bond werkte en stelling nam. In de
laatste nummers van ons blad belichtte
de serie 'Heemschut 70 jaar actief voor
al de eerste decenniën.
Mij staat het 50-jarig bestaan nog duide
lijk voor ogen. In deze kolommen mocht
ik indertijd mijn indrukken van het halve
eeuwfeest weergeven. Ik maakte dat als
administrateur van nabij mee. Ik herlees
toch enigszins nieuwsgierig mijn verslag
van de jubileum-vergadering in het Insti
tuut voor de Tropen, met redes van de
staatssecretaris voor 'O., K. en W' en
een commissaris van de Koningin, met
receptie voor alle 'gewone' leden (toen
nog de oudheidkundige verenigingen) en
de 'buitengewone' (de individuele).
Over een 'banket' (zo heette dat blijk
baar) in het Muiderslot, waarvan
Bondssecretaris Ton Koot slotvoogd
was. Hierop tracteerde het bestuur zijn
speciale gasten, autoriteiten, de leden
van-de 11 provinciale commissies 'Stad
en dorp' en de buitenlandse genodigden.
Compleet met minstreel. Niet te ontken
nen élitairVervolgens werd er twee dagen
in Amsterdam gecongresseerd met de
vertegenwoordigers van verwante bui
tenlandse organisaties, Naarden en
Amersfoort bezocht en nog meer gedi
neerd, o.a. in Dudok's toen gloednieuwe
Havengebouw op uitnodiging van het
Amsterdamse gemeentebestuur. Maar
ook in 1961 werd al iets gedaan aan het
gewone publiek. Een tentoonstelling
'Levend erfdeel' werd ingericht 'voor
mensen van nu' in het Bouwcentrum in
Rotterdam, geopend door prinses Irene.
En Heemschut gaf weer een boek uit (7
jaar na het verschijnen van het 74ste en
laatste deel van de 'Heemschut-serie')
onder de titel 'Strijd om schoonheid',
'S.O.S.'.
Dit boek bevat o.m. een goed overzicht
van de eerste halve eeuw Heemschut
werk, van de hand van Ton Koot, waar
uit in de laatste nummers al meermalen
werd geciteerd. Voorts een uitvoerige
analyse van de monumentenzorg tussen
1911 en 1961 door ir. R. Meischke, toen
directeur van de Rijksdienst.
Hierin treft nu de volgende aanbeveling:
'Het eerste doel moet zijn zich te beper
ken tot de noodzakelijke restauraties.
De huidige gunstige conjunctuur bete
kent een groot gevaar voor het proces
van temporiseren (bedoeld: van de grote
restauraties), omdat enerzijds het
transformatie-proces sneller gaat, en an
derzijds het eigen, vaak bescheiden aan
deel van een eigenaar in een restauratie
spoediger bij elkaar kan worden ge
bracht, waaraan deze dan vaak een recht
op overheidssubsidie meent te mogen
ontlenen. Degene die meehelpt het
moeilijke proces van temporiseren te
doen slagen, en die bereid is in het be
lang van de monumenten zijn particulie
re verlangens op te schorten, dient de
monumentenzorg het meest.'..'Wan
neer de temporisering van het restaura
tiewerk niet slaagt, zullen wij reeds voor
het jaar 2000 onze belangrijkste monu
menten hebben gerestaureerd doch onze
schoonste steden hebben verloren.'
Intussen zijn er twee maal zeven vette
jaren geweest, waarin naast het steken
van veel subsidiegeld in een aantal grote
monumenten, ook via reservering in een
zgn. woonhuispot practisch alle kleinere
particuliere restauratie-initiatieven fi
nancieel konden worden gesteund. Zo
werden in Amsterdam bijna 3500 gewo
ne woonhuis-monumenten gesubsi
dieerd, de helft van alle panden op de
lijst. De krenten èn de cake. De
sindsdien ingezette, magere jaren zagen
de honorering van nieuwe aanvragen
drastisch getemporiseerd. Het hele
brood dreigt nu te beschimmelen. Ter
wijl de leefomgeving juist ook door veel
jongeren als basis-voedsel wordt erva
ren.
De veel zuiniger middelen dienen met
nog meer zorg te worden aangewend en
verdeeld, in meerjarenprogramma's èn
direct inspelend op particuliere eigena
ren.
Het jaar 1961 was ook een mijlpaal door
het van kracht worden van de huidige
monumentenwet. Door Heemschut
werd deze met ongeduld èn wantrouwen
tegemoet gezien. Met het tenslotte niet
opgenomen worden van de verplichting
voor de eigenaar zijn monument in goe
de staat van onderhoud te houden ver
viel de mogelijkheid om het verloren
gaan van monumenten door al of niet
moedwillige verwaarlozing te bestrijden.
Aan de discussies nam de Bond actief
deel, waarschuwende adressen werden
gericht aan de leden van de Tweede Ka
mer. De tenslotte tot stand gekomen wet
achtte Heemschut toen de best mogelij
ke die bereikt kon worden, niet de beste
wet die mogelijk was (i«). In het mei
nummer van dit jaar blijkt zij tijdens een
gedachtenwisseling over het NIROV-
174