Herinneringen van Adriaan W. Weissman 'Vader van Heemschut' Telg uit ondernemend en kunstzinnig geslacht In de na-oorlogse Amsterdamse tuinstad Geuzenveld is in 1958 een straat ver noemd naar Adriaan W. Weissman (1858 - 1923). Het gold publiekelijk eer betoon aan de nagedachtenis van een Amsterdamse architect, die onder meer het Stedelijk Museum heeft gebouwd 1895) en tot de oprichters behoorde - en de eerste secretaris was - van de Bond Heemschut. De naam Heemschut is van deze voortrekker afkomstig. Weissmann heeft een zeer arbeidzaam leven geleid. Fragmenten daarvan zijn destijds afge drukt in het 42ste Jaarboek van het Ge nootschap Amstelodamum - 1948. Ze zijn daarom belangwekkend, omdat het eigenhandig geschreven herinneringen zijn van Weissman, die voor een deel betrekking hebben op zijn jeugd maar ook op zijn turbulente jaren als stadsar chitect. V. W. van Gogh heeft de herinneringen van Weissman, die weer een neef van zijn moeder was, met een kort woord ingeleid: 'Kort voor den oorlog kwam via een broer van A. W. Weissman een groote kist in mijn bezit met papieren, die hem toebehoord hadden. Er was van alles bij: teekeningen van zijn bouwwerken, schetsboeken, meer dan vijftig over drukken van artikelen van zijn hand over bouwkunst, de tekst van een groot aantal voordrachten in binnen- en buitenland over Hollandsche architectuur, Heem schut enzovoort. Een dossier over de op richting van de B.N.A., waarvan hij de eerste secretaris was. Alles wat de moei te waard was heeft langzamerhand een vaste bestemming gekregen', aldus V. W. van Gogh. Wijn en meel In voorgaande eeuwen kwamen er velen uit Duitsland om zich in de Lage Lan den, vooral in Amsterdam, een toe komst te zoeken. Daartoe behoorde de overgroot-vader van Weissman, An- dreas, zoon Van een welgesteld wijnbou wer in Neustadt am Berg (Wurtemberg). Anureas wilde bakker worcren en kwam in 1780 op een houtvlot naar Amster dam, begon daar als bakkersgezel: An- dreas wilde meester-bakker worden, in het gilde worden opgenomen, maar moest dan eerst poorter zijn. Dat ge beurde toen hij in 1789 huwde met Dirk je Muller, dochter van een IJstedelijke katoendrukker. Andreas is zich toen Andries gaan noemen. Hij heeft tot aan zijn .dood in 1815 een bakkerswinkel ge dreven in de Reguliersbreestraat. Adriaan W. schrijft dan: 'Andries Weissman was een ontwikkeld en be schaafd man. Met een talent voor de te kenkunst; hij was ook muzikaal, hield van lezen.' Gerrit Weissman, in 1793 als bakkers zoon geboren, zou de grootvader wor den van Adriaan Willem. De kleinzoon zegt van zijn grootvader: 'Hij was als wijnkoper opgeleid en werd later opge nomen in de wijnkooperszaak van zijn schoonvader Drinklein, met wiens dochter Hermine hij getrouwd was. Hij was een groot bewonderaar van Walter Scott; daar hij echter geen Engelsch ken de, schafte hij zich de Fransche vertaling der romans van dien schrijver aan. Adriaan Willem Weissman, mijn vader, werd in 1818 geboren, hij verloor zijn vader toen hij 13 jaar was. Veel Amsterdams In zijn levensschets, die 'onze' Weissman heeft opgedragen aan zijn echtgenote, Tonia Bastiaans, altzangeres, pianiste en leerares in den solozang, wordt (interes sant) verhaald van het leven van Adriaan Willem Sr. als opkoper van huiden op de pampa's van Zuid Amerika. Een groot gedeelte van Weissman's me moires behelst beschrijvingen van het Amsterdam tijdens zijn jeugd en later, alsmede karakteristieken van familiele den. Zijn geschreven terugblik beslaat 60 forse pagina's in vermeld Jaarboek, we moeten ons tot enkele citaten beper ken. Zoals dit: 'Uit mijn jeugd herinner ik mij de Fröbelschool van Mej. M. Haver kamp op de Keizersgracht bij de Spiegel straat. Het onderwijs leek me... te kin derachtig. Ik was geen kinderlijk kind, ik stelde geen belang in het vlechten van matjes. Al vroeg had mijn moeder me lezen en schrijven geleerd.' En dan herinneringen aan leeftijdgeno ten op de lagere school: Dirk Fock (poli ticus) David Rahusen (bankdirecteur) Willem Viotta (secretaris Wagner- vereniging), Jan van Someren Brandt (conservator Stedelijk Museum) Jakop Muller (hoogleraar). 'In de zomer van 1871 deed ik examen voor de Hoogere Burgerschool te Am sterdam. Ik werd voor de tweede klas aangenomen en deed in 1875 eindexa men. Ik wilde de schilderkunst gaan beoefenen, doch mijn vader was daar voor niet te vinden. Hij achtte de bouw kunst beter. Zoo gingen wij dan op een middag naar den architect A. N. Gode- froyeen vriend van mijn vader,die op de Turfmarkt woonde, om diens advies over mijn opleiding te vragen. Van stu die aan de Polytechnische school in Delft wilde hij niet weten daar hij die te theo retisch wiskundig achtte. Godefroy raad de aan mij overdag bij den Assistent- 172

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschut - Tijdschrift 1924-2022 | 1981 | | pagina 26