Van het actiefront van de Geest. De Vereniging Hendrick de Keyser restaureerde een paar unieke panden, Hoogstraat 5 en 9. Tegelijker tijd nam de gemeente de Grote Kerk onder handen. Met de Heidemaatschap pij werden plannen in gereedheid ge bracht om wallen en grachten aan te pak ken. Door het ontbreken van de midde len kon een en ander helaas nog niet worden uitgevoerd. De Zuid-West hoek van de vesting is al jarenlang een zorg. Er is nu eindelijk een goed plan gereed gekomen dat aller in stemming heeft, zodat aangenomen mag worden dat wij naar de laatste fase toe gaan. Als deze bouw van ongeveer 15 woningen zou kunnen worden gereali seerd, wederom in samenwerking met de woningbouwvereniging 'Beter Wonen', dan zullen wij inderdaad een eindsta dium hebben bereikt. De plannen voor wallen, grachten, brug en poort liggen gereed, evenals voor een eventuele her bouw van de molen op de wal. Mogen wij het nog beleven! Ter inleiding tot het herstel van Woudrichem onthulde Prins Claus een gedenksteen. 14 mei 1971. Begin 1981 maakte de gemeente ons erop attent dat langzamerhand het ge- meentepersoneel zodanig is ingewerkt dat de activiteiten van de stichting door de gemeente kunnen worden overgeno men. Het penningmeesterschap verhuis de inmiddels van Heemschut naar de Comptabiliteit van de gemeente: voorts zal het bouwbureau van de Stichting kunnen worden opgeheven. Zo ziet het er naar uit, dat wij, tien jaren na de start, het einde en zo mogelijk de totale afron ding naderen. door: mw. drs. Lydia Lansink, kunsthistoricus, initiatiefneemster van verschillende succesvolle acties, O.a. van de Hollandse Manege in Amsterdam. Mijn contacten met de Bond Heemschut dateren uit het prille begin van mijn car rière als actievoerder, dat wil zeggen uit 1974. Die eerste schreden op het actiepad wa ren tevens mijn eerste toeren sinds zeer lange tijd op een paard. Het ging name lijk om de Hollandsche Manege in de Amsterdamse Vondelstraat, welke acuut werd bedreigd door de Vereniging De Hollandse Manege, die samen met de eigenares een sloopvergunning had aan gevraagd, en door ernstig achterstallig onderhoud. Het leek ons, studenten kunstgeschiedenis van de Universiteit van Amsterdam, aardig een soort bere den monumenteninspectie in te stellen. Zo konden we de boel in de gaten hou den en hadden we ook toegang tot de ledenvergaderingen van de Vereniging. We voelden ons iedere keer weer in het hol van de leeuw: de stilte die viel als we binnenkwamen, het gefluister achter on ze rug, de grijnzende gezichten, die ik achter de ramen van de foyer ontwaarde, toen ik overeind krabbelde na van mijn paard (nota bene het Paard van Sinter klaas) gestort te zijn. Zoiïder meer unieke ervaringen. We hebben het overleefd. De Manege ook trouwens, maar vraag niet hoe! In die tijd wisten we eerlijk gezegd niet wat we van de Bond Heem schut, met zijn naar een germanisme nei gende naam en zijn volstrekt glamourlo- ze tijdschrift, moesten denken. Tot voor kort had een personele unie bestaan tus sen de Vereniging De Hollandse Manege en de Bond Heemschut. De voorzitter van de sloopgrage Vereniging was tevens voorzitter van de Bond. Gelukkig was hij uit het juiste hout gesneden en bedankte hij voor de eerste functie. Niettemin was onze affiniteit met de Bond niet bijzon der groot. Later zijn we, laat ik zeggen, naar elkaar toegegroeid. Bij volgende campagnes zijn we vaak op het spoor gezet, van informatie voorzien en moreel èn financieel gesteund door de mensen van het Korenmetershuis. De Manege-actie, voor restauratie van het gebouw en woningwetwoningen op de annexe terreinen, werd in 1978/9 voortgezet door een groep leden van de Vereniging De Hollandse Manege. Toen voor het eigenhandig verrichten van onderhoudswerkzaamheden dringend geld nodig was, bevonden zich onder de 168

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschut - Tijdschrift 1924-2022 | 1981 | | pagina 22