Gebrandschilderd glas, verwering en restauratie Heemschut 70 jaar actief (1911-1981) R. Crèvecoeur, Jaargang 58, no. 10 - oktober 1981 Heemschut verschijnt 10 keer per jaar Tijdschrift van de Bond Heemschut opgericht in 1911 Beschermvrouwe: H.M. Koningin Beatrix Uit de inhoud: Deze uitgave - 70 jaar Heemschut - bestaat uit 48 pagina's Een keur van artikelen en beschouwingen over Heemschut, gisteren, vandaag en morgen. Redactie: J. Th. Balk, eindredacteur Drs. J. H. Bierenbroodspot-Rudolph J. Roelfs Sr. redactiesecretaris: P. A. Hengeveld-Brand Vaste medewerkenden: A. J. Bartelds-Boshuizen, Ter Apel (Noord Nederland) D. van der Meulen, Assen (Oost Nederland) R. Lureman, Doetinchem (Oost Nederland) Drs. W. J. Pantus, Nijmegen (Zuid Nederland) G. Le Belle, Schoorl (Noord West Nederland) J. E. van der Wielen, 's-Gravenhage (Zuid West Nederland) Correspondentie voor de redactie aan: Secretariaat Bond Heemschut, Nieuwezijds Kolk 28, 1012 PV Amsterdam tel. 020 - 22 52 92 of 020-230994 (ledenadministratie) Correspondentie voor advertenties: Koggeschip Periodieken B.V. Postbus 1198, 1000 BD Amsterdam tel. 020 - 22 97 21 muurschilderingen- en restauratiedeskundige van de Rijksdienst voor de Monumentenzorg te Zeist. Inleiding De belangstelling voor gebrandschilderd glas is groot in Nederland. Dit bleek on langs weer uit de aandacht die de media schonken aan een tweetal recentelijk ge houden symposia, die als thema hadden: verwering, en conservering van glas^1) Het eerste symposium werd bijgewoond door een aantal buitenlandse deskundi gen. De imposante en waardevolle ge brandschilderde ramen van de St Jans- Kerk te Gouda stonden daar centraal in de aandacht. Enigszins ten onrechte heeft een groot gedeelte van de krantear tikelen, die naar aanleiding van de bij eenkomst verschenen, de indruk gewekt dat het gebrandschilderde glas van de St. Jans-Kerk te Gouda zeer ernstig is aan getast. Met ons artikel wordt mede ge tracht de 'paniekberichtgeving' tot zijn ware proporties terug te brengen. De toestand in Nederland is goed weergege ven door Peter Gibson, één der voor aanstaande Engelse glazeniers en onder zoekers, aanwezig op het eerste sympo sium, met de woorden: 'Bij jullie is het tien voor twaalf op de klok der verwe ring, bij ons is het ver over twaalf uur! Jullie hebben problemen, jullie hebben echter gelukkig ook nog de tijd om vóór- onderzoek te doen en beschermende maatregelen te overwegen.'(2) Het doen van vóóronderzoek en het ne men van beschermende maatregelen be hoort tot de conserverende handelingen. Zo mogelijk nog belangrijker echter is het dat er adequate aandacht is voor het onvervangbare kunstwerk zelf. De hou ding die we innemen wanneer we met het conserveren en restaureren een aanvang nemen, is voor het voortbestaan van ie der kunstobject van uitermate groot be lang. Men kan soms beter de moedige beslissing nemen tot niets doen, dan dat men het object, in casu het glas, bloot stelt aan handelingen en materialen die nog onvoldoende bekend of getest zijn. C. Peeters(3) vat de uitgangspunten door de loop der tijden samen en komt onder meer tot de conclusie dat 'Restaureren moet ophouden waar gissen begint' en dat 'Restaureren meer een zaak is van ethiek dan van esthetiek en filosofie'. Belangrijker dus dan de technische pro blemen die het glas ons oplegt is de hou ding die we tegenover de behandeling ervan innemen; naar technische proble men kan men onderzoek doen, de attitu de is een kwestie van mentaliteit. Glasverwering Glas bestaat van oudsher uit een aantal grondstoffen, waarvan silicium-, kalium- en/of natriumverbindingen met calcium deel uitmaken. Er zijn veel variaties in de samenstelling mogelijk. De grond stoffen worden bij hoge temperatuur sa mengesmolten en vormen bij afkoeling een steeds dikker wordende massa die wij uiteindelijk als het ons bekende 'glas' kunnen herkennen. Bij het afkoelen ver tonen de samenstellende bestanddelen de neiging tot uitkristalliseren. Door de tijdens het afkoelen snel toenemende dikte van de massa gelukt dit niet. De nor maal bij kristalliseren vrijkomende ener gie - warmte - blijft nu in de massa opge sloten. Zo is glas dus een afgekoelde vloeistof met een dikte die we als vast ervaren. De onstabiele toestand geeft op den duur en afhankelijk van de omstan digheden en glassamenstelling aanlei ding tot het z.g. ontglazen, wat uitkris talliseren van het glas betekent. Dit pro ces verloopt meestal langzaam, maar wordt aan oud glas veelvuldig waargeno men. In vroegere tijden was men niet in staat om de benodigde hoge temperatu ren te behalen die nodig zijn om glas van 'ideale' samenstelling te smelten. Daar door was men wel genoodzaakt om in meer of mindere mate z.g. smelt- temperatuur-verlager toe te voegen waardoor een minder stabiel glas ont stond. Ook verontreinigingen van de grondstoffen, de gebruikte brandstof voor de ovens en de bewerkingstechniek zijn van invloed op de bestendigheid van het glas. Na het vervaardigen van het vlakke glas wordt dan de voorstelling erop geschil derd. Met een laagsmeltende donker kleurende massa de contouren en de schaduwen: de grisailles, en met een 160

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschut - Tijdschrift 1924-2022 | 1981 | | pagina 14