Heemschut zeventig jaar
Podium van waardering bij mijlpaal
Toen in februari 1971 het zestig -jarig jubileum van de Bond Heemschut werd gevierd in een
bijeenkomst in de Amstelkerk op het Amstelveld in Amsterdam, was de rede van onze toenmalige
voorzitter, de heer R. Hoegen, gericht op de toekomst. En in die geest werd als jubileum-project
begonnen met het herstel van de vestingstad Woudrichem. Wij kunnen constateren, dat niet alleen in
het land van Heusden en Altena, de stuwende kracht, die de Bond Heemschut gedurende zijn
bestaan heeft ontwikkeld, resultaten te zien gaf, maar dat in de periode sindsdien de behoefte om het
waardevolle en het schone in ons woon- en leefmilieu te behouden, verder is doorgedrongen bij de
Nederlandse bevolking. Velen zijn zich heden ten dage bewust van hun omgeving en van het
waardevolle daarin aanwezig. En men realiseert zich dat in ons zo overvolle, inmiddels grotendeels
kunstmatige land, het belang van een harmonische ontwikkeling gebaseerd op verworvenheden en
beproefde waarden, essentieel is.
Te meer drukt daarbij de wetenschap dat onze gecompliceerde maatschappij, enerzijds het behoud
van die schoonheid erkent, doch er anderzijds steeds meer obstakels verschijnen die de realisering
ervan door de burger als individu in de weg staan.
De komende jaren zullen dan ook moeilijke jaren zijn voor de monumentenzorg in het algemeen en
dientengevolge voor de Bond Heemschut als organisatie eveneens. Gelukkig mag worden geconsta
teerd dat de leden en donateurs van onze Bond steeds pal hebben gestaan waar het om ging de
activiteiten te ondersteunen en de ideeën uit te dragen. Nieuwe initiatieven, inspelend op de
ontwikkelingen in de maatschappij, zullen noodzakelijk blijken, wanneer onze zeventigjarige met
evenveel elan en gezag van zich wil doen blijven spreken. Ik heb het vertrouwen dat wij gezamenlijk
zullen slagen de doelstellingen van Heemschut verder te dienen en ik roep een ieder op ter
gelegenheid van deze jaardag iets extra's te willen doen, hetzij in het monumentenbeschermingsvlak,
hetzij in het financiële ten gunste van onze activiteiten.
Leve de Bond Heemschut, leve onze leden en donateurs!
G.K.J.M. Hamm, Voorzitter
De redactie waardeert het in hoge mate dat een aantal deskundigen, dat zich direct dan wel indirect
verbonden acht met de jarenlange arbeid van de Bond Heemschut, het zeventigjarig bestaan reliëf
heeft willen geven door middel van vaak persoonlijk getinte beschouwingen.
In dit lustrumnummer hebben wij bewust ruimte willen geven aan uiteenlopende visies die verleden,
heden en toekomst van de Bond tot onderwerp hebben. Auteurs van diverse pluimage, al dan niet
sprekende namens hun organisatie, belichten facetten van het bondswerk. Zij hebben zich overwe
gend stimulerend en kritisch-creatief opgesteld en hebben niet nagelaten wensen ten aanzien van de
werkwijze van Heemschut te uiten.
Er worden opmerkingen gemaakt, die de Bond zeker ter harte zal nemen. Van belang is, dat beelden
worden gegeven van de veelzijdige werkzaamheden die de vereniging sinds 1911 in het belang van de
Nederlandse samenleving in een voortdurend appèl betracht.
Bemoedigend is dat mag worden vastgesteld, dat daarvoor in brede kring daadwerkelijke belangstel
ling aanwezig is. Graag betuigt de redactie haar warme erkentelijkheid voor deze spontane
medewerking.
Inzonderheid zijn wij gelukkig met de wetenschappelijke bijdrage over een zeer actueel restauratie-
onderwerp van de zijde van de Rijksdienst voor de Monumentenzorg, waarmee Heemschut nauwe
relaties onderhoudt.
Redactie