Amsterdam
Heusden
In vervolg op onze brief betreffende het
waardevolle 19de-eeuwse karakter van
de Plantagebuurt, waarin wij o.a. aan
drongen op een aanpak als beschermd
stadsgezicht van dit stadsdeel, vroegen
we speciaal de aandacht voor het monu
mentale St. Jacobshuis uit 1866.
Dit imposante, maar tegelijk verfijnd ge
detailleerde gebouw, beslaat bijna de
helft van het bouwblok waarin het ligt.
De wand aan de Plantage Middenlaan
vormt van deze straat een niet weg te
denken onderdeel en ook de zijgevels,
zeker die welke de hoekpartij vormen
van het plantage Westermanplantsoen,
zijn van groot belang voor het stadsbeeld
ter plaatse. De vervangende nieuwbouw
die het bestuur van het St. Jacobshuis op
deze plaats wil realiseren zal, in welke
vorm dan ook, deze hoogwaardige be
bouwing niet kunnen evenaren en een
verstoring van het evenwicht ter plaatse
betekenen.
Dit pand - waarvan we een uitgebreide
beschrijving in onze brief opnamen -
verdient zeker een plaats op de gemeen
telijke monumentenüjst. Heemschut
pleitte er voor dit als eerste op die lijst te
plaatsen, waarmee deze vorm van ge
meentelijk monumentenbeleid zijn pa
pieren stadium zou verlaten en werkelijk
gestalte gaat krijgen.
Naar aanleiding van het nieuw ontwik
kelde voorlopige ontwerp-bestemmings-
plan Vesting, acht de Bond Heemschut
het van groot belang dat de balans wordt
opgemaakt van de huidige situatie. Het
bovengemeentelijke belang van vesting
en stad Heusden en de cultuurhistori
sche waarden die in het geding zijn,
rechtvaardigen een uitvoerige toetsing.
Heemschut achtte het ook tot zijn taak te
behoren op dit plan te reageren, waartoe
de provinciale commissie Noord Brabant
de vesting bezocht. Aan B. en W. werd
een uitgebreid commentaar toegezon
den, waaruit hieronder enige punten vol
gen: Een aantal noodzakelijke restaura
ties is nog niet verricht, terwijl tekenen
van achterstallig onderhoud - met name
aan de vestingwerken en wallen - en van
ontsierende sluikbouw er toe bijdragen
dat getwijfeld moet worden aan de conti
nuïteit van het in het verleden ingezette,
zo voortvarende op herstel en conserve
ring van het karakter van de vestingstad
gerichte gemeentelijke beleid.
In de motivering van het plan wordt ge
steld dat de historische waarden afgewo
gen moeten worden tegen maatschappe
lijke ontwikkelingen en dat een verho
ging van de leefbaarheid nagestreefd
moet worden, zonder dat echter indica
toren genoemd worden voor die na te
streven leefbaarheid. Een historische
stad bewijst haar leefbaarheid per defini
tie door haar voortbestaan en dit afwe
gen zou wel eens als excuus kunnen die
nen voor o.i. schadelijke ontwikkelin
gen.
Hoewel gesteld wordt, dat de buitenge
bieden voor het beschermde stadsgezicht
essentieel zijn, is het areaal van het be
schermde gebied over verschillende be
stemmingsplannen versnipperd. De bij
behorende buitengebieden vereisen daa
rentegen een bijzonder juridisch kader,
gekoppeld aan dat van de vesting. Het
ontbreken van een historische kwaliteits-
kaart van de vesting als juridisch be
standdeel van het bestemmingsplan is
een grove nalatigheid. Er ontbreekt ook
een ruimtelij k-stedebouwkundige visie
als vertaling van de historische kwalitei
ten, geprojecteerd op de toekomst en
het verbeteren van structureel storende
ruimten en elementen. Als gevolg hier
van zijn op allerlei plaatsen gevelwanden
niet gesloten, zodat het historische ka
rakter van gesloten bouwblokken niet
gerespecteerd wordt. Verschillende
Heusden, reeds op de goede weg naar
algeheel herstel, dreigt enige mis
stappen te begaan.
Luchtfoto: Slagboom en Peeters.
voorbeelden hiervan worden in het com
mentaar genoemd. Ook de op verschil
lende plaatsen geplande nieuwbouw is
wezensvreemd en/of structureel storend.
Grote bezwaren rijzen bij de paragraaf
verkeer en vervoer, met name het ver
werpelijke idee om parkeerterreinen op
de bastions en het Wijkse ravelijn te rea
liseren. Ten behoeve van een betere ont
sluiting van de vesting wordt geopperd
de bestaande poorten te verbreden en de
coupure naast de Wijkse Poort te hand
haven. Hiermee wordt een opmerkelijke
aanzet gegeven die onaanvaardbare con
cessies vraagt inzake de authentieke wal
len.
Geconstateerd wordt 'een algemene
en toenemende wens tot nuance
ring van wat monumentenzorg moet zijn
in een breder maatschappelijk verband'.
De wens die daarentegen geuit wordt om
de St. Catharijnekerk weer te voorzien
van toren en twee transepten lijkt in te
genspraak met terughoudendheid ten
aanzien van het algemene gemeentelijke
monumentenbeleid. Dat op een aantal
punten wel weer teruggegrepen wordt op
de kaart van Blaeu doet ook oneven
wichtig en willekeurig aan.
Het projecteren van een toren op de
157