Heemschut Wie werkt er nog met de avegaar? 70 jaar actief (1911-1981) Van zeiltje naar dweiltje Lastig Bouwtoezicht ixki ix ki ixki vreugde gaf, moet ge dan bekleden met een brandvrij plafond van steengaas en pleister op straffe van de weigering van bewoonbaarheidverklaring. Op 4 oktober 1930 werd te Arnhem de vijfde Monumentendag gehouden. Ar chitect A. A. Kok hield er een voor dracht over de eigenaardige moeilijkhe den die de restauratie-architect bij zijn werk ontmoet. 'De tijden zijn veran derd. Het materiaal is ten gronde gericht door de industrie, de handenarbeid sterft af, de vakvoorschriften zijn teloor gegaan door de afschaffing van de gil den'... Een paar voorbeelden van Kok: Metsel- mortel wordt nu algemeen vervaardigd van kalk, zand en cement. Hoeveel moeite kost het om metselaars die ge liefde portlandcement te ontnemen en te vervangen door tras, de ouderwetse ge malen tufsteen, een bouwmateriaal dat meer en meer uit de handel verdwijnt... En toch is het nodig, want door cement- mortel wordt overigens geslaagd metsel werk bedorven door de kleur der voe gen.' Het "gereedschap verdwijnt. In de laatste kwarteeuw is vrijwel alle gereedschap dat sedert eeuwen in gebruik is geweest verdwenen om plaats te maken voor mo dern Amerikaans gereedschap. Wie werkt er nu nog met een kraanzaag, een holle dissel, een avegaar? Aldus Kok in zijn voordracht te Arnhem. (De avegaar is een grote timmermanshoutboor met dwarsstang.) de kustplaatsen op til waren. Allereerst tt f j verent krijgt Hoorn de aandacht van Van der 1It:l ruuc VC'J vul Ven. 'Is het niet te betreuren, dat de oude eens zo bloeiende zeestad Hoorn, waar in 1416 het eerste haringnet werd gebreid, het karakter van louter binnen landstadje zal krijgen, waarbij elk con tact met de zee, welke Hoorn welvaart en roem gebracht heeft, verbroken wordt?' Aldus Van der Ven, die niet heeft kunnen dromen dat eens actievoer ders zich met grote felheid zouden kan- Wat al adviezen worden niet gegeven, schrijft Heemschuts secretaris A. A. Kok in 1930. En hij vervolgt: In een kleine gemeente wilde een deel der vroede vaderen het oude raadhuis wit met groen schilderen, een ander deel f wilde wit met rood en daarvoor werd Heemschuts adviesbureau arbiter. Dat lijkt zo geestig doch is 't niet. De rode ten tegen de drooglegging van de Mar- verf, dat gemene karmijnrood vindt veel kerwaard. In stede - esthetisch opzicht, voorspelde Van der Ven in Heemschut, zal de drooglegging van de Zuiderzee Hoorn geen voordelen brengen, zo min als Harderwijk, Elburg en Nijkerk. aftrek ten plattelande. Zo is half Wijk aan Zee bedorven door een leverantie rood-met-groen. Zelfs in 't Noord hollandse polderland waar men eeu wenlang groen geverfd heeft deed het rode verfvat zijn blijde inkomst. Om eens ergens in een nieuwe woonwijk een rode kleur gevoelig toe te passen biedt generlei bezwaar doch dat felle kar- mijnrood bij groen in 't landschap: foei! De bepalingen van bouwtoezicht maken het in 1930 degene die een oud huis wil Rozenkerkje in noo({ restaureren moeihik Jie nouwverorde- J 'Van een kalfje komt een koe, maar van een zeiltje komt een dweiltje'. Die wijs heid kon men lezen in een artikel van de destijds zeer bekende folklorist D. J. van der Ven, die drie nummers van Heem schut in 1929 vrijwel geheel vulde met een bijdrage 'Heemschut, volkskunst en de drooglegging der Zuiderzee'. Wieringen was op dat ogenblik geen ei land meer, er werd hard gewerkt aan de afsluitdijk en aan de afsluiting van de Wieringermeer. De kranten hielden zich bezig met de grote veranderingen die in «V restaureren moeilijk. Die bouwverorde ningen zijn bedoeld voor nieuwe huizen, betoogt A. A. Kok, die herhaaldelijk tijd vindt om het hele maandblad (twaalf pagina's groot gewoonlijk) vrijwel vol te schrijven. Wanneer men in een stad een huis restaureren wil en de eikehouten spiltrap van verf ontdaan is moet men die ingevolge de bouwverordening aan de onderzijde bepleisteren. Tot voor kort kon men nog eens beweren dat de bouwverordening spreekt van bouwen en slopen en niet van restaureren en dat daar geen bouwvergunning voor nodig is doch sedert de Dienst voor Bouw toezicht de legesgelden van zoveel per mille heeft uitgevonden als bijdrage tot de instandhouding van dit instituut gaat deze grap niet meer op. Dan moet men bouwvergunning vragen en het project gaat naar de brandweer om advies en het fraaie beschilderde houten balkenplafond waarvan de ont dekking bij de ontmanteling zulk een Er moeten nog heel wat loten worden verkocht. Wie helpt mij? Die oproep konden de lezers van het maandblad van de Bond Heemschut lezen in die koude januarimaand van het jaar 1929. Rector J. H. Pinckers vroeg ruimte in de kolommen van het maandblad en kreeg zijn verzoek gehonoreerd. Er werden T twee foto's bij afgedrukt van het romaanse kerkje van Asselt, heden ten dage bij veel Limburgers bekend als het pi 'rozenkerkje'. Om zijn huwelijk daar te laten sluiten heeft het voor menige Lim burger een bijzondere bekoring. 'Als Rector van het oudste, kleinste en armste Kerkje van ons land, als Con servator van een eenvoudig en oud- heidkundig folkloristisch museum', al dus schreef de rector, 'zit ik thans in de grootste verlegenheid over het onder houd in de toekomst'. De loten voor het behoud van 'Asselts schone kerkje' kostten een gulden. IX KI ixto ixte ix te ix te 147

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschut - Tijdschrift 1924-2022 | 1981 | | pagina 17