Wel is ons gebleken dat het uiteindelijk
de beste weg is. Het verleden heeft ons
immers doen zien dat men vanuit de ver
te - of dat nu Den Haag is, Zeist of
Arnhem, - maar bijzonder weinig be
reikt als er in de gemeenten zelf geen
basis is waarop de monumentenzorg kan
stoelen.
Hoe ontstaan nu dergelijke verordenin
gen en commissies?
Wel, dat is eigenlijk in iedere plaats weer
anders.
In de ene gemeente is het een oudheid
kundige vereniging of actiegroep, in een
andere is het het gemeentebestuur zelf
die het initiatief neemt.
Ook de invalshoek is vrijwel in iedere
gemeente weer anders. Hier is het burge
meester, daar een wethouder of raadslid.
Soms een raadsfractie en in vele gevallen
ook geïnteresseerde burgers die de zaak
aanspannen bij het gemeentebestuur.
In alle gevallen echter is een brede voor
lichting nodig. Aan deze voorlichting
wordt dan ook bijzonder veel tijd en aan
dacht besteed.
Alleen al in het afgelopen seizoen wer
den een veertiental lezingen met diapro-
jekties gehouden.
Op deze dia-avonden wordt inzonder
heid aangetoond de grote waarde van de
historische bebouwing ook voor vandaag
en tevens ingegaan én op stedebouwkun-
dige situaties én op detaillering, terwijl
ook de nieuwbouw in historische situa
ties wordt belicht.
We vertonen dus niet in de eerste plaats
mooie plaatjes, waardoor er een mist
gordijn wordt gelegd op de werkelijke
situatie, maar vooral proberen we ook
die zaken te laten zien die fout zijn ge
gaan.
De reacties die men hierbij krijgt zijn
bijzonder positief en laten zien dat de
zorg voor onze monumenten de mensen
beslist niet onverschillig laat.
Over de voordelen van een eigen ge
meentelijke verordening in 't kort nog
het volgende:
a. De gemeente krijgt met een eigen ge
meentelijke verordening een instrument
waarmee ze éen eigen gemeentelijk be
leid kan voeren.
Een dergelijk beleid - mits serieus ge
hanteerd - zal verstrekkende gevolgen
hebben voor het gehele ruimtelijke be
leid van de gemeente. Niet alleen de ste
debouwkundigen, maar ook gemeente
lijke diensten, architecten en projekt-
ontwikkelaars zullen in het beginstadium
van alle planontwikkelingen rekening
moeten houden met dit beleid.
In de meeste gemeenten behoeft men om
een historisch, maar nog niet beschermd
eigendom te slopen, alleen maar kennis
te geven aan bouw- en woningtoezicht.
Bij een vergunningstelsel zoals in deze
verordening is voorzien, zal men alvo
rens een sloopvergunning door B. en W.
wordt afgegeven, eerst aan de tafel gaan
zitten om alternatieve mogelijkheden af
te wegen.
Deze blijken vaak meer dan men opper
vlakkig denkt. Een actief zoeken van
commissies, gemeentebestuur en ambte
naren naar bestemmingen van leegstaan
de of leegkomende panden, moet een
vast patroon van handelen worden.
Van groot belang/ is hierbij dat de monu
mentencommissies een zo groot mogelij
ke openheid betrachten naar de burgerij
en de eigenaren. Monumentenzorg is
voornamelijk afhankelijk van de 'good-
Koningstraat 53, Afferden
foto: Kodeha, Doesburg
will' die men weet te kweken in de plaat
selijke gemeenschap.
Ook een deskundig advies bij verande
ringen en verbouwingen van monumen
ten behoort tot de taak van de commis
sies-.
b. Bijna iedere gemeente kan, uitgaan
de van de historische structuur en de his
torische bebouwing, nieuwe ontwikke
lingen op gang brengen die veel meer
geënt zijn op en meer in harmonie zijn
met het historische karakter van stad en
dorp.
Een vaste koers in de monumentenzorg
zal automatisch een sterke barrière op
werpen tegen wilde en chaotische ont
wikkelingen, waaraan zovele gemeenten
thans ten prooi zijn. Het spreekt dan ook
vanzelf dat de gemeentelijke monumen
tenlijst zijn neerslag moet krijgen in de
gemeentelijke bestemmingsplannen.
c. Iedere gemeente die in deze een eigen
beleid weet te ontwikkelen, zal veel ster
ker staan in de strijd om het behoud van
eigen karakter en identiteit in de ge
bouwde omgeving.
Ook zal ze met recht en reden aanspraak
kunnen maken op een structurele onder
steuning van Rijk en Provincie.
U kunt zich voorstellen dat het huidige
decentralisatiebeleid ons goed in de oren
klinkt. In het 'Onderzoek Monumenten
beleid' van het organisatiebureau van
den Bunt, wordt zeer terecht bepleit een
specifieke doeluitkering aan de decen
trale bestuursniveaus. Naast de vele an
dere goede voorzetten die dit rapport
geeft is dit in ieder geval een uitspraak
die vele, vanwege de financiën aarzelen
de gemeenten, over een dood punt kan
heenhelpen.
Natuurlijk zijn er vele bezwaren in te
brengen tegen bovengenoemde ontwik
keling.
In het kort hierom het volgende;
al. De financiële zijde van de monu
mentenzorg baart vele gemeentebestu
ren zorgen. Om de hele monumenten
zorg hangt voor vele besturen en eigena
ren een grauwsluier van zorgen.
Niet alleen de hoge eisen aan de wijze
van restaureren maar ook de lange
wachttijden voor de subsidies en de exor
bitante bedragen die aan sommige objec
ten worden besteed maken iedereen wat
schrikachtig.
Het kost vaak erg veel moeite en tijd de
besturen hierover heen te helpen. Voor
al zal iedere gemeente moeten beseffen
dat een eigen verordening een instru
ment is dat ze zelf hanteert en dat ieder
besluit op grond van deze verordening
145