Heemschut in actie Groningen Almelo Borculo Purmerend B. en W. antwoordden onlangs op onze brief van eind vorig jaar, waarin wij voor een aantal zaken op het gebied van de monumentenzorg aandacht vroegen. Het hoognodige herstel van het carillon van de Martinitoren blijkt door gebrek aan rijkssubsidie voorshands naar 1983 verschoven te zijn, hetgeen geen bemoe digende mededeling is. Ter stimulering van de particuliere res tauratieactiviteiten heeft de gemeente een aantal goede initiatieven ontplooid of zal die ontplooien. Ten aanzien van ons verzoek meer aandacht te willen be steden aan het behoud en onderhoud van een aantal kleinere waardevolle objecten zoals hekken, siervazen, ban ken en de volière in het stadspark, werd ons medegedeeld dat dit straat- en stads- meubilair onderdeel zal uitmaken van de toekomstige nota monumentenzorg. Gaarne zullen B. en W. te zijner tijd onze visie vernemen op deze nota. In antwoord op ons verzoek het pand Prinsenstraat 19.in loco te willen behou den, delen B. en W. ons mede, dat dit zorgvuldig is afgebroken en dat de voor gevel ligt opgeslagen in afwachting van herbouw. Niet bepaald een toe te jui chen manier van monumentenzorg, maar wellicht zal deze gevel eens ergens een bijdrage leveren aan het stadsbeeld. Tegen het ontwerp-bestemmingsplan Centrum Stad, herziening Korte Molen straat 1981, maakten wij bezwaar. Hoe wel wij beseffen, dat een bestemmings plan het gebruik van ruimte regelt en niet de architectuur als zodanig van de te rea liseren bouwwerken, hebben wij toch ter gelegenheid van deze ter visie legging kritiek geuit ten aanzien van de geplande architectuur. Daaraan zullen immers, gezien de uniek mooie omgeving van de watermolen, hoge eisen gesteld moeten worden. De Bond Heemschut is inmid dels door de gemeente voor een onder houd uitgenodigd. Bij B. en W. hebben we bezwaar ge maakt tegen het voornemen vergunning te verlenen voor het bouwplan achter het voormalige weeshuis ten behoeve van een bankvestiging. Deze vergunning zou ex artikel 19 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening ver leend moeten worden. Wat op de voor gestelde wijze zou ontstaan is namelijk in strijd met de letter en de geest van het vigerende bestemmingsplan. Ter plekke wordt geen samenhangende bouwmassa van een bepaalde schaal ver kregen, die als een ruimtelijke eenheid ervaren kan worden. De geplande nieuwbouw overschrijdt zowel in hoogte als in oppervlakte de maxima van het bestemmingsplan. Ook de vormgeving van de gekozen architectuur kan onze goedkeuring niet wegdragen: deze heeft een pretentie die het monument in een geïsoleerde positie brengt en dit histori sche gegeven, dat juist zou moeten blij ven domineren, tot een wezensvreemd aanhangsel reduceert. De voorgenomen, marmerachtige bekle ding van de nieuw te bouwen zijgevel wijst ook al op een verkeerde behoefte aan het creëren van monumentaliteit. Zouden de niet geringe kosten die dit met zich meebrengt niet beter besteed kunnen worden aan het laten voortbe staan van de nog aanwezige zijgevel van het Weeshuis Deze heeft, evenals de geplande nieuwbouw, twee bouwlagen en zal ook kunnen voorzien in de ruimte behoefte. Ten slotte stelden wij, dat er in Purmer end al zeer veel van waarde verloren is gegaan en dat het weinige dat is overge bleven een nadere bezinning verdient. De geplande nieuwbouw, waarvoor de zijgevel van het voormalige Weeshuis te Purmerend zou moeten verdwijnen. Deze is te grootschalig en te pretentieus en mist de noodzakelijke stedebouwkundige relatie. rrr»»» IdlllUïib 135

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschut - Tijdschrift 1924-2022 | 1981 | | pagina 33