niet. Misschien is de sfeer van een veria- nog van het kasteeltje is overgebleven, is ten vestingstad wel het best te proeven, nog net plaats voor een zeer klein kerk- wanneer hij inderdaad verlaten blijft. hofje van slechts enkele vierkante me- Vertier is er niet, winkels zijn er even- ters. Men heeft zelfs een gedeelte van de min, wel een enkel café, dat de meeste mergel moeten afschaven om ruimte te tijd gesloten is. winnen voor een handvol grafmonumen- Gebleven is een lege coulisse, die wacht ten. Nu is alles sterk verwaarloosd en op de terugkeer van het leger. Gebleven overwoekerd. is de Markt, ingeschoven in de oksel van Het kerkje is zoals bijna alles in Ste- twee hoofdstraten, maar de hoofdwacht, vensweert, uiterst sober gebouwd: wit die zich - volgens een oude gravure van gepleisterd en amper één tot twee eeu- Jan de Beyer en Hendrik Spilman - nog wen oud. Maar het voegt zich zo vol- in 1740 met drie bogen op zuilen naar de maakt in het gave beeld van het plein, markt toe opende, is er niet meer. Op de dat er niets anders zou kunnen staan met keien, binnen de zoom van lindebomen, eenzelfde uitstraling, hield een kapitein driehonderd jaar gele- Het lijkt, alsof de deur honderd jaar op den zijn exercitie-oefeningen, want een slot gezeten heeft, want binnen is alles andere plaats binnen de wallen bestond nog precies zoals Mevrouw de Barones- er niet in het volgepakte stadje. se van Riedezel geb. Gravin van Hom- Of het zou een ruim plein moeten zijn, pesch in 1826 het heeft laten inrichten, dat bijna een heel segment van de zes- Een aandoenlijk klein, maar mooi orgel- hoek in beslag neemt en waaraan de tje siert de wand boven de ingang, links voornaamste huizen staan, evenals de staat een adellijk gestoelte, in de absis twee kerken en het raadhuis. Maar het een preekgestoelte. Een paar psalmen- grootste gebouw is wel het witte Gouver- bundels liggen er op echte protestantse vestingbouwkunst, niet alleen de gordel van versterkingen maar ook - en dat is tamelijk zeldzaam - het stratenbeloop binnen de vesting aan een ideaal meet kundig plan te onderwerpen. De opzet van de vesting Stevensweert maakte het mogelijk binnen een kort tijdsbestek manschappen en materieel vanaf de cen traal gelegen Markt naar de zes bastions aan de uiteinden van de straten te ver voeren. Tevens had men vanuit de hoofdwacht, in het centrum, langs de as sen van de straten een vrij uitzicht op alle bastions en de ravelijnen. Aan de bin nenkant van de wal loopt, rondom, een weg, die de zes hoeken van de vesting met elkaar verbindt: de Singelstraat. De mathematische opzet van het stadje - de inwoners noemen het zelf bescheiden 'dorp' - werkt nog steeds in de straat- naamgeving door. Er wordt onderschei den in Singelstraat Noord, Oost, Zuid en West. Buiten deze Singelstraat lagen vroeger de versterkingen, de wallen, de grach- De percelen worden naar het middelpunt van de vesting steeds smaller ten, de bastions en de ravelijnen. Nu resten er nog slechts bulten en greppels in het landschap. Er liggen wat rommeli ge volkstuintjes in de nog vochtige grond van de vroegere grachten. Alleen een geoefend oog herkent hierin de resten van een vesting. Maar wat er binnen die gordel van tuin tjes en weitjes ligt, is mooi, gaaf en stil, vooral stil. Het lijkt wel alsof, sinds het vertrek van het garnizoen, het leven in de plaats nog niet is wedergekeerd. Maar dat schaadt nement, de vroegere woning van de be velhebber van de vesting. Uit de zijmuur steekt als een reusachtige afgekloven holle boomstam nog het restant van een toren, deel van het voormalige kasteel. Het is het enige bouwfragment, dat nog van vóór de aanleg van de vesting stamt. Het trekt zich dan ook niets van het re gelmatige stratenplan aan. Tot 1632 ze telden hier de Heren van den Bergh. Daarna werd het tot kazerne en kruithuis gedegradeerd, totdat het in de achttiende eeuw werd afgebroken. Nu verbergt zich achter een hoge muur een ruig verwilderde tuin. In een hoek van het plein ligt het kleine protestantse kerkje. Tussen de zuidmuur en een mer gelstenen wand met schietsleuven, die Het 'gouvernement' aan het plein met het restant van de toren kerkbanken, met van die deurtjes aan het middenpad. Ze liggen er onder dui- mendik stof, net als de zwarte collecte zakjes, alsof de dominee jaren geleden dé deur achter zich heeft dichtgetrok ken, zich niet bewust van het feitdat hij zojuist de laatste dienst heeft geleid. Ei genlijk past dit verlaten kerkje beter bij het lege decor van Stevensweert dan de grote katholieke Stefanuskerk, aan de overkant van het plein. De protestantse nakomelingen van hen, die de Staatse legers dienden, zijn nu, na zo'n tweehon derd jaar nagenoeg uitgestorven en hun 121

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschut - Tijdschrift 1924-2022 | 1981 | | pagina 19