Jaarvergadering
risatie voltooid is en zal tot dat moment
moeten wachten. Daarna zal de wense
lijkheid nog eens onder ogen gezien
moeten worden. Bij een dergelijke veror
dening kan gedacht worden aan het hante
ren van een vergunningenstelsel voor af
braak/verbouw van panden die op de pro
vinciale monumentenlijst staan vermeld,
vanuit de optiek dat samen met de eige
naar van het pand gezocht wordt naar een
voor ieder bevredigende wijze van
verbouwen. Niet-harmonieuze verbou
wingsplannen komen meestal voort uit
onkunde, niet uit onwil. Waarschijnlijk
kan in die situatie in overleg al veel bereikt
worden.
c. Het beleidsgericht hanteren van het
planologisch instrumentarium dat de
provincie op het vlak van de monumen
tenzorg ter beschikking staat
Te noemen zijn:
- inbreng in de commissie voor stadver-
nieuwing,
- het voeren van een actief beleid in de
richting van gemeenten en Rijksdienst
voor de Monumentenzorg ter bevorde
ring van het vaststellen van beschermde
stads- en dorpsgezichten,
- het bevorderen van de vaststelling van
bestemmingsplannen gericht op de be
scherming van waardevolle bebouwing.
Beleidsuitvoering via het planologisch in
strumentarium geschiedt voornamelijk
door de Provinciale Planologische Dienst.
d. De klein-herstelregeling
Via de zogenaamde klein-herstelregeling
zouden subsidies verstrekt kunnen wor
den voor uitvoeren van kleine herstel
werkzaamheden aan monumenten.
Daardoor kan, waar mogelijk in combina
tie met de activiteiten van de monumen
ten wacht, een concrete zij het nog be
scheiden eerste aanzet gegeven worden
tot een beleidsombuiging, gericht op pre
ventieve monumentenzorg.
e. Het oprichten van een depot voor
oude, waardevolle bouwmaterialen
Het depot is bedoeld voor de aankoop en
opslag van oude materialen die voor res
tauraties en dergelijke van belang zijn. De
stichting Monumentenwacht Groningen
beheert het depot. Daardoor kan een
goede koppeling gelegd worden tussen
het behoud van oude materialen en het
concrete gebruik daarvan in de praktijk.
Die praktijk betekent dat de materialen
niet alleen voor restauraties gebruikt kun
nen worden maar zeker ook voor onder
houd, dit op basis van het inspectiewerk
van de monumenten wachters.
f. Subsidiëring bij restauraties
Inmiddels is de provinciale subsidiëring
bij restauratie van woonhuismonumenten
sterk aan banden gelegd, in een beperkt
aantal uitzonderingensgevallen wordt
nog subsidie toegekend. Volgehouden
wordt de subsidie bij de restauratie van
kerken en molens. Dit onderdeel van het
provinciale monumentenbeleid slokt ver
reweg het meeste geld op. Subsidiëring
bij de restauratie van molens en kerken
door de provinciale overheid is nodig om
dat anders de restauraties financieel niet
rond zijn te krijgen.
Rijk
Het beleid ten aanzien van monumenten
is nog een vrij centralistisch beleid. Het
aanwijzingsbeleid en het vergunningen-
Tijdens de Jaarlijkse Algemene Vergade
ring op 7 mei j.1. karakteriseerde voorzit
ter G.K.J.M. Hamm het jaar 1980 als
zorgelijk voor het monumentenbehoud in
het algemeen. Dit vindt ook zijn weerslag
op de vereniging. Hij deed een beroep op
de leden om door van-mond-tot-mond re
clame mee te werken aan de zo noodzake
lijke ledenwerving. Het tijdschrift, als be
langrijkste middel hiertoe zal zowel uiter
lijk als qua inhoud kritisch worden beke
ken en aangepast.
Aangezien de kosten van het tijdschrift
zwaar drukken op het budget van de vere
niging vormt dit aspect reeds lang onder
werp van discussie in het algemeen be
stuursbeleid.
Na het afscheid van redacteur Van der
Wielen, aan wie voor zijn grote verdiens
ten de Ton Koot-penning werd aangebo
den, releveerde de voorzitter de toetred i ng
van de heren Balk en Roelfs alsmede van
mevrouw Bierenbroodspot tot het nieuwe
redactie-team.
De vergadering keurde de jaarstukken
goed en gaf mandaat aan het bestuur om
zich te beraden over de wijze waarop een
geringe contributieverhoging, die voor
1982 onontkoombaar wordt geacht, zal
worden toegepast.
Voorts ontspon zich een aardige discussie
over de voorgestelde statutenwijziging
naar aanleiding van de op te nemen defi
nitie van het begrip 'monument'. In
antwoord op enige kritiek omtrent de for
mulering verklaarden de heren Van der
beleid voor de bescherming van monu
menten is in hoge mate een rijksaangele
genheid. Hetzelfde geldt voor de toeken
ning van subsidies; zonder rijkssubsidie is
restauratie niet of nauwelijks mogelijk.
Geluiden worden gehoord over een zeke
re decentralisatie van bevoegdheden. In
dit kader zullen eerst financieringsproble
men besproken moeten worden. Op zich
zelf zou een vorm van decentralisatie
wenselijk kunnen zijn, omdat (en dat
geldt ook voor de provincie) dit wellicht
een perspectief op een duidelijker verde
ling van verantwoordelijkheden biedt
en daardoor meer beheersingsmogelijkhe-
den ten aanzien van ontwikkelingen. In
dat laatste is begrepen een betere kans op
de integratie van het monumentenbeleid
met het beleid in verwante sectoren.
Haagen en Dienaar dat de gekozen formu
lering nodig is gebleken om in voorko
mende gevallen aan de normen van o.a.
de wet Arob - Administratieve recht
spraak overheidsbeschikkingen - te vol
doen en zich te laten gelden als belang
hebbende wiens bezwaren eventueel ont
vankelijk verklaard kunnen worden. In
principe verklaarde de vergadering zich
accoord met de statutenwijziging nadat de
Voorzitter had toegezegd de formulering
van een en ander nog te doen preciseren.
Op voorstel van het Algemeen Bestuur
werden benoemd tot:
Secretaris: de heer W. van Driel.
Leden Algemeen Bestuur:
(Herbenoeming) de heren mr. J.H. Engel,
J.J. Schilstra en ir. T.S. Smith.
de heren S. Buddingh', te Steenderen, en
mr. E. Dienaar, te Amsterdam,
(tevens lid D.B.).
Secretaris Provinciale Commissie
Noord-Brabant:
Jhr. mr. Van Weede van Dijkveld, te
Vught.
Secretaris Provinciale Commissie
Limburg:
de heer G. Meijer, te Bunde.
Secretaris Provinciale Commissie
Noord-Holland:
de heer R. Schimmel, te Duivendrecht.
105