Standaardwerk van
H. H. Hagens
Ook ijzergieterijen
profiteerden van
waterkracht
hebben vele Twentenaren wellicht al een
plaats in hun boekenkast ingeruimd.
Ook voor hen, die er op vakantie gaan is
het een goede mogelijkheid een veelzij
dige indruk van deze streek te krijgen.
J. N. Voorhoeve, Den Haag - ISBN
90 297 0514 0; 59,50. E. d. W.
H. Hagens (onder meer lid van Provin
ciale Commissie Heemschut Overijssel)
heeft de - al omvangrijke - Nederlandse
molenliteratuur verrijkt met een zeer
omvangrijk werk onder de titel Molens
Mulders Meesters, negen eeuwen
watermolens in Twente en de Gelderse
Achterhoek. Het heuvelland heeft nogal
wat mogelijkheden geboden voor het
bouwen van molens aan snelstromende
beekjes. Zo hebben ten noordwesten
van Ootmarsum, met in het hart de Nut
ter Es, niet minder dan dertien watermo
lens bestaan, voor het merendeel papier
en korenmolens.
Hagens is al in 1960 begonnen met het
onderzoek naar verdwenen molens.
Uitgangs- en startpunt was het boekje
van G. J. ter Kuile 'De Twentse water
molens', dat in 1922 verscheen. Kaar-
tenstudie was niet voldoende; Hagens
trok er op uit, het veld in, leerde 'het
landschap lezen' en sprak met streekbe-
woners, die blij waren een stukje ge
schiedenis van eigen erf te kunnen ge
ven.
Het boek begint met een algemeen ge
deelte over molens waarbij hij wijst op
klimaatsveranderingen. Het drogere kli
maat na 1600 is stellig van invloed ge
weest op het aantal watermolens. De
functie van de molen was velerlei: meel
malen, koren pellen, olie slaan; er waren
volmolens en houtzaagmolens, papier
en runmolens maar ook van belang wa
ren de ijzermolens. Ook deze worden
uitvoerig besproken.
Bij ijzersmelterijen werd de waterkracht
gebruikt voor het aandrijven van blaas
balgen. Zo kon men een temperatuur
van 1500°C bereiken. In Europa kwam
men eerst in de 15e eeuw hiertoe. In
Oost-Nederland duurde dat nog wat lan
ger. De vroegste was de ijzersmelterij bij
Gaanderen in 1689 opgericht en in 1794
verplaatst naar Laag Keppel aan de Ou
de IJssel: nu de Keppelse ijzergieterij v/h
Van der Horst en Aberson.
Behalve bestudering van kaarten, veld
onderzoek, mondelinge mededelingen,
archiefonderzoek wijzen soms ook
boerderij- of veldnamen op het bestaan
van een molen. De kam - waarvan kar
nemelk - heet in Oost-Nederland keern,
een woord dat dichter aansluit 'bij het
oude kweem of kwern, een woord dat
tot in de 17e en 18e eeuw nog bekend was
als naam voor met de hand bediende
maalstenen. Voor het molenonderzoek
bleek het woord echter weinig op te leve
ren al vond de auteur over de grens bij
Vreden de oude hof Kemebeek en onder
Lochem de boerderij Kornegoot.
In de Gelderse Achterhoek kon Hagens
76 molens zeker aantonen - een achttal
moest als onzeker worden beschouwd en
er waren er drie waarbij een groot vraag
teken moet worden geplaatst. De be
schrijving van de molens in de Achter
hoek - compleet met afbeeldingenteke
ningen, kaartjes enz. omvat ruim 220 pa
gina's. Voor de watermolens in Twente
waren nog eens zo'n 160 pagina's nodig.
In totaal konden hier 88 molens worden
achterhaald, achttien aanwijzingen ble
ven onzeker, vijf gevallen zijn op zijn
hoogst twijfelachtig.
Elke molenbeschrijving is voorzien van
notenmateriaal, achterin het boek is een
register op geslachtsnamen; de vermel
ding van de bronnen toont hoe omvang
rijk het onderzoek van Hagens is ge
weest, die dit boek - een waar stan
daardwerk over de watermolens in Oost-
Nederland - bescheiden presenteert als
het werk van een amateur. Het is voor
hem een 'stand van zaken', want het is
best mogelijk dat er nog meer molens
worden ontdekt.
Het in folio-formaat uitgevoerde boek
telt 532 pagina's en is voorzien van een
samenvatting in het Engels en in het
Duits. Niet onvermeld mag blijven dat in
een afzonderlijk hoofdstuk ook aan
dacht is geschonken aan de Oost
nederlandse molen in de kunst. Hobbe-
ma schilderde bijvoorbeeld de watermo
lens van Singraven, evenals Jacob
Isaaksz van Ruisdael. Het is een uitgave
van de N. V. Uitgeverij Smit van 1876, te
Hengelo. Prijs 115,-. J. Th. B.
De Oostendorper Molen bij
Haaksbergen in Twente.
Foto: H. H. HagensAlmelo
83