Vijfde zomercursus van
JEUNESSE
PATRIMOINE
binnen het kasko, dat nog in bijzonder
goede staat verkeerde, gemakkelijk 24
Van Dam-eenheden voor één- en twee
persoons huishoudens ingepast konden
worden. De huurprijzen zouden varië
ren van 175 tot 250 gulden per maand.
Een alleszins aantrekkelijk plan, zou
men zo denken. Het mes snijdt aan twee
kanten: er ontstaan 24 betaalbare huur
woningen en de optische kwaliteiten van
een oud gebouw blijven behouden.
Maar de reaktie van de gemeente was
uiterst terughoudend. Zo vroeg wethou
der Hartmann zich o.a. af, of het plan
wel voldeed aan de financiële en bouw
technische normen. Desondanks moest
hij - redelijkerwijs - op 18 december in
het Zutphens Dagblad verklaren:
'Als het haalbaar is, het te laten staan,
dan doen we dat'. Toen ambtenaren van
de gemeente toch enige knelpunten ont
dekt hadden, kreeg architekt Hoogen-
berk zegge en schrijve drie dagen (in het
weekeinde) de tijd zijn plan bij te stellen.
In een waar Salomonsoordeel besloot
toen de gemeenteraad zowel een sloop-
krediet te verstrekken als de werkgroep
nog een maand soelaas te bieden om de
financiële en technische bedenkingen
van de gemeente met harde cijfers te
ontkrachten. Om kort te gaan: dat ge
beurde. In een uitvoerige en fraai uitge
voerde nota met de titel 'Wonen in de
oude HBS is haalbaar' werd onomstote
lijk vastgesteld, dat de plannen van de
werkgroep voor 24 Van Dam-eenheden
daadwerkelijk uitgevoerd konden wor
den. Toen de NOS-televisie in haar pro
gramma 'Van Gewest tot Gewest' aan
dacht besteedde aan het streven van de
groep, leek niets de uitvoering van de
plannen nog in de weg te staan.
En dan blijkt plotseling, dat de gemeen
te, al vóórdat ze de groep de opdracht
gegeven had de mogelijkheden voor het
behoud van de HBS te onderzoeken, af
spraken gemaakt had met de Centrale
Woningstichting. Die was toegezegd, dat
ze na sloop van het industriekomplex 84
woningwetwoningen op het terrein
mocht bouwen. Over deze toezegging
was echter in de kontakten van de werk
groep met de gemeente nooit met één
woord gerept. In een brief-op-hoge-
poten, die de woningstichting aan de ge
meente stuurde naar aanleiding van de
plannen van de werkgroep, pleitte men
heftig tegen het behoud van de HBS.
Men voegde daarbij nog een hele lijst
van argumenten, die echter voor het
grootste deel in de gevoelssfeer lagen
(men vond het gebouw niet 'mooi' of
'waardevol'). Andere argumenten be
troffen het financiële risiko voor de ove
rige te bouwen woningen, dat groter zou
worden (wat men niet aantoonde) en de
andere doelgroep, waarvoor men zou
bouwen. Alhoewel er in het plan van de
werkgroep méér wooneenheden gereed
zouden komen dan in dat van de woning
stichting, meenden B. en W. de argu
menten van de woningstichting in zijn
geheel te moeten overnemen en advi
seerden ze de raad tot sloop van de HBS.
Hetgeen geschiedde.
's Morgens na de raadsvergadering was
de sloper al bezig met het onherstelbaar
vernielen van het dak. Men was kenne
lijk bang voor akties, die gezien het voor
afgaande zeker op zijn plaats zouden zijn
geweest.
Men kan om deze raadselachtige gang
van zaken verdrietig óf boos zijn; de
konklusie moet toch luiden, dat de voor
gespiegelde inspraak in feite een wassen
neus is geweest. Er was binnenskamers
immers toch al beslist, dat het HBS-
gebouw gesloopt zou worden. Bij de
'keuze', die de gemeente uiteindelijk
heeft gemaakt, hebben politieke en
maatschappelijke verstrengelingen ge
prevaleerd boven stedebouwkundige ar
gumenten. En dat is uiterst verwerpelijk.
Want het gaat niet om het behoud van
een enkel gebouw uit de vorige eeuw.
Het gaat veeleer daarom, dat in het ge
bied van de Waterstraat na sloop van nog
enkele andere fabriekspanden een
grootschalige kaalslag zal plaatsvinden.
En grootschalige nieuwbouwprojekten
hebben binnen de historische struktuur
van oude stadsdelen een fatale uitwer
king.
Het voornemen van de werkgroep zich
na het échec met de oude HBS niet op te
heffen, maar in samenwerking met de
Bond Heemschut het beleid van de ge
meente op het gebied van stadsvernieu
wing in de ruimste zin kritisch te gaan
volgen verdient dan ook terecht steun.
W. J. Pantus
van 17 tot 26 juli 1981 in Amsterdam
'Jeunesse Patrimoine' zal in 1981 haar
vijfde zomercursus in Amsterdam hou
den. De voorgaande cursussen werden
georganiseerd in het Europese
Jeugdcentrum van de Raad van Europa
te Straatsburg en in het Europa college te
Brugge
De zomercursus is bedoeld voor perso
nen vanaf 18 jaar, die als niet-technici de
verantwoordelijkheid hebben of krijgen
voor restauratie en onderhoud van oude
monumenten en/of gebouwen, of kun
nen (mede-) beslissen over de nieuwe
bestemming daarvan.
Een deel van de cursus zal bestaan uit
door deskundigen te geven colleges op
het gebied van historische monumenten,
wetgeving, monumentenbescherming,
werkplaatsen, toerisme enz. Anderzijds
zal er ruimschoots beroep worden ge
daan op de deelnemers om hun eigen
ervaringen naar voren te brengen. De
werkbijeenkomsten en lezingen zullen 's
morgens worden gehouden. Simultaan-
vertaling in het Engels en Frans is aanwe
zig.
De middagen zullen worden besteed aan
informatieve excursies naar stadsver
nieuwingsgebieden, oude gebouwen,
bouw- en werkplaatsen, en musea in
Amsterdam en omstreken.
Deelname aan de cursus houdt automa
tisch het lidmaatschap van de vereniging
'Jeunesse Patrimoine' in. Daar het
aantal plaatsen beperkt is, zullen aan
meldingen worden voorgelegd aan een
selectiecommissie.
In aansluiting op deze cursus bestaat de
mogelijkheid tot deelname aan een drie
daagse excursie per bus naar de provin
cie Friesland.
Kosten lidmaatschap 15,-(FF 30,-)
Kosten deelname
cursus 550,- (FF 1.100,-)
Kosten excursie 300,- (FF 600,-)
Europese Culturele Stichting
Jan van Goyenkade 5
1075 HN Amsterdam
tel. 020 - 76 02 22
75