Een merkwaardig geval in
Zutphen
Onze omgeving verandert voortdurend.
Dat geldt voor een natuurlijk milieu
even goed als voor een door mensenhand
gebouwde omgeving. Dat is goed en dat
moet ook zo blijven. Alleen door veran
deringen kunnen zaken gekultiveerd en
opnieuw beleefd worden. Maar die 'ver
anderingen' moeten dan wel met overleg
gebeuren en doordacht zijn. Je kulti-
veert een bos nu eenmaal niet door
kaalslag en roofbouw.
Het mag bevreemdend klinken voor wie
Zutphen kent als een monumentenstad
bij uitstek, maar iets dergelijks dreigt
daar op dit moment te gebeuren. Het
heeft er zo op het eerste gezicht alle
schijn van, dat de restaurererende instel
lingen in de stad, de gemeente, het
Wijnhuisfonds en diverse partikulieren,
de handen op voorbeeldige wijze in el
kaar geslagen hebben om de historisch
gegroeide struktuur van de oude stad en
daarmee haar leefbaarheid te bewaren.
Maar wanneer men zijn blik van de schit
terende monumentale gevels aan de
Markten en de Lange Hofstraat laat glij
den tot in de smalle achterstraatjes, dan
blijkt, dat de schijn bedriegt.
Met name in het gebied rond Water-,
Kuiper-, Bakker- en Kolenstraat, gele
gen in het oudste gedeelte van de stad,
dreigen fatale gevolgen door een al te
voortvarend beleid van de gemeente.
Het is een buurt, die vooral in deze eeuw
erg achteruit gegaan is. Oorspronkelijk
was vooral de Waterstraat een straat 'op
stand': de weinige overgebleven hoge en
witte panden met hun monumentale in
gangspartijen getuigen daar nog van.
Het zal dan ook wel om deze reden ge
weest zijn, dat het gemeentebestuur in
1864 besloot aan deze straat een 'Hooge-
re Burgerschool' te bouwen voor een be
drag van 54.000,-. Het werd een ge
bouw met een strenge en statige voor
gevel, zoals de foto van 1924 toont.
Hoewel de school uiterlijk nog onaange
tast is, moet het verval van de buurt rond
die tijd toch al ingezet zijn.
In de jaren '20 vestigden zich in de Wa
terstraat namelijk verschillende kleine
industrieën in de oude ruime panden.
Een ontwikkeling, die ertoe leidde, dat
vroegere woonhuizen bij elkaar getrok
ken of Zelfs gesloopt werden om plaats te
maken voor regelrechte fabrieksarchi-
tektuur. Vooral in zijstraatjes zoals
Bakker- en Kolenstraat werden kleine
achttiende-eeuwse huisjes, waar voor
heen handwerkslieden hun stiel uitoe
fenden, tot pakhuizen. Een kerkje van
rond 1850 onderging hetzelfde lot. En
wanneer woonhuizen in pakhuizen ver
anderen, betekent dat bijna vanzelf, dat
aan onderhoud niets meer gedaan
wordt. Het resultaat van deze rampzali
ge ontwikkeling kan men nu nog aan
schouwen: een ontvolkte, doodse buurt
met even schilderachtige als bouwvallige
huisjes afgewisseld met relatief nieuwe
fabriekspanden.
Ook de oude HBS ontkwam niet aan de
veranderingen in de buurt. Nadat het
gebouw in 1948 aan het onderwijs ont
trokken was, werd het verkocht aan een
fabrikant, die er papieren koffiebeker-
tjes in ging vervaardigen. Hij begon met
grootscheepse afbraak, maar nam de
voorgevel van de school in de bedrijfsbe-
bouwing op. Dat had de gemeente na
melijk bij de verkoop bedongen. Voor
waar een opmerkelijk feit, daar er rond
de vijftiger jaren nog nauwelijks belang
stelling bestond voor negentiende-
eeuwse architektuur, laat staan het be
houd ervan.
Het wekt daarom des te meer verbazing,
dat nu, zo'n dertig jaar later, de gemeen
te zonder enig voorbehoud laat weten
geen enkel bezwaar tegen sloop te heb
ben. En, erger nog, direkt daarop vol
gend met de afbraak begónnen is.
Het verhaal begint eigenlijk in oktober
van het afgelopen jaar. Toen nam de
gemeente het industriekomplex van
Spruyt en Wöhrmann aan de Water
straat over om het vrijkomende terrein
voor de sociale woningbouw te bestem
men. Al snel werd echter duidelijk, dat
de voorgenomen sloop niet alleen de fa
brieksgebouwen, maar ook het voorma
lig schoolgebouw betrof. Op dat mo
ment ontstond vanuit de bewoners van
de Waterstraat en omgeving spontaan
een werkgroep, die zich ten doel stelde
de mogelijkheden voor het behoud van
het oude gebouw te onderzoeken. Eén
van de redenen, waarom de groep zo
verontrust was door de plannen van de
gemeente, was dat de oude HBS in hoge
mate zijn stempel drukte op het verschij
ningsbeeld van de Waterstraat. Ten
tweede kon volgens de mening van de
werkgroep sociale woningbouw ook in
het kasko van het bestaande gebouw ge
realiseerd worden. En ten derde zou er
nu alweer een monumentaal pand met
optische kwaliteiten gesloopt worden
nog vóórdat een bestemmingsplan voor
het betreffende gebied gereed was. Ook
waren er nog geen tekeningen van de
vervangende nieuwbouw beschikbaar.
Het eerste suksesje werd op 8 dec. 1980
geboekt. Toen stelde de gemeente de
sloop uit tot de 22ste. Kon de werkgroep
vóór 18 december door middel van een
onderzoek aantonen dat het financieel
en bouwtechnisch mogelijk was in het
gebouw van de HBS sociale wo
ningbouw te verwezenlijken, dan zou
dat voor de gemeente een reden zijn de
voorgenomen sloop nader te overwegen.
Op 15 december kwam dr. ir. Hoogen-
berk uit Brummen, die de werkgroep als
architekt in de arm genomen had, met
een ingenieus plan. Daaruit bleek, dat
74