Monumentenzorg in Drenthe
Zoals ook in veel andere provincies, is
het Drentse monumentenbeleid voor
een groot deel gekoppeld aan het rijks
beleid in dezen.
In één opzicht neemt Drenthe echter een
bijzondere plaats in, omdat het, ondanks
het geringe aantal geregistreerde monu
menten (460, dit is slechts circa 1% van
het totale Nederlandse monumentenbe
stand), als enige provincie een eigen bu
reau monumentenzorg heeft, dat geheel
onder verantwoordelijkheid van het pro
vinciaal bestuur functioneert. Dit in 1954
opgerichté bureau werd ondergebracht
bij het provinciaal museum. In de Drent
se museumverordening van december
1954 staat onder meer: 'Het museum
heeft mede tot taak het waken voor
het behoud, zo mogelijk ter plaatse, van
belangrijke roerende en onroerende mo
numenten in de provincie Drenthe, waar
nodig in samenwerking met andere daar
voor in aanmerking komende licha
men...'*
Aanvankelijk betekende dit dat er
hoofdzakelijk aandacht werd besteed
aan de voor Drenthe zo karakteristieke
landelijke bouwkunst, waarvoor toen-
dertijd van rijkswege geen of slechts wei
nig belangstelling bestond.
Na inwerking treden van de Monumen
tenwet in 1961 werd het aantal be-
*)Recentelijk heeft G.S. van Drenthe
besloten het museum en de monumen
tenzorg te scheiden. Zie hiervoor Heem
schut, nr. 11/12,1980, blz. 208 en 209.
schermde monumenten in Drenthe we
liswaar uitgebreid, doch in onvoldoende
mate. Van het thans geregistreerde aan
tal van 460 monumenten bestaat meer
dan de helft (234) uit boerderijen.
Hieruit kan worden geconcludeerd dat
de boerderijen toen ook voor het rijk het
belangrijkste aandachtsgebied gingen
vormen.
Omdat het aantal wettelijk beschermde
boerderijen gering is, zijn in het begin
van de jaren zeventig maatregelen geno
men ter bescherming van de rieten da
ken.
Hiervoor zijn twee lijsten opgesteld: één
met ruim 650 panden, waarvan het riet
dakherstel in aanmerking komt voor een
rijkssubsidie van 30% (met daaraan ge
koppeld een gemeentelijk subsidie van
30% en een provinciaal subsidie van
10%) en één met circa 1500 panden
waarvan het rietdakherstel in aanmer
king komt voor een provinciaal subsidie
van 10% en een gemeentelijk subsidie
van 20%
Een dreigende wolk aan de horizon is
evenwel het voornemen van de staatsse
cretaris van C.R.M. om de regeling
waarin het rijk participeert op te heffen,
in die zin dat alleen nog beschermde mo
numenten en panden binnen een be
schermd dorpsgezicht van rijkswege
voor rietdaksubsidie in aanmerking ko
men. Hiertoe vindt een herinventarisatie
plaats. Concreet betekent dit dat, naast
de monumenten, van de eerste genoem
de 650 panden een honderdtal, die bin
nen een beschermd dorpsgezicht liggen,
voor subsidie in aanmerking zullen blij
ven komen, benevens een nog onbekend
aantal dat alsnog de status van be
schermd monument zal krijgen. Zeker is
dat het totaal aantal voor rijkssubsidie in
aanmerking komende panden aanmer
kelijk zal worden gereduceerd.
Naast een adviserende taak van G.S met
betrekking tot de rietdaksubsidies heeft
het provinciaal bureau monumenten
zorg de volgende taken:
advisering over restauraties, zowel
aan G.S. als aan de belanghebbenden, in
samenwerking met de rijksdienst voor de
monumentenzorg. Bespreking van res
tauratieplannen vindt plaats in de monu
mentencommissie
opbouwen van een wetenschappelijke
documentatie over Drentse monumen
ten;
inventarisatie van cultuurhistorische
objecten.
Voor wat betreft dit laatste taakonder
deel dient vermeld dat G.S. van Drenthe
recentelijk hebben besloten meer dan
voorheen een eigen provinciaal monu
mentenbeleid te voeren. Dit houdt
onder meer in dat thans een provinciale
monumentenverordening wordt voorbe
reid, waaraan een provinciale monu
mentenlijst zal worden gekoppeld. Hier
mee wordt tegemoet gekomen aan het
bovengenoemde probleem dat nu nog te
weinig monumenten de noodzakelijke
bescherming genieten. Bovendien kun-
fv«;f- f v,
72