Over een station en een koffiehuis
De gemeenteraad van Hilversum heeft
een besluit genomen dat wel even onze
aandacht verdient. Het wil het spoor
wegstation, dat uit de tijd van de aanleg
van de z.g. Oosterspoorweg dateert, na
melijk 1874, niet laten afbreken. Het is
een sober station, dat nogal wat gelijke
nis toont met dat te Dordrecht, dat ove
rigens enige jaren eerder is gebouwd.
Karakteristiek zijn de bogen boven de
vensters - de verhoudingen van het ge
bouw zijn zeer evenwichtig.
Met dit besluit wordt de uitvoering van
de totale vernieuwing van het Hilver-
sumse stationskwartier wel bemoeilijkt -
de Hilversumse plannenmakers leven
nog in de tijd, dat men alleen totale
kaalslag zag als een oplossing voor alle
noden, om na die kaalslag met een scho
ne lei te beginnen.
Maar het is begrijpelijk, dat de gemeen
teraad voor het besluit terug deinsde het
enige openbare gebouw uit de tweede
helft van de vorige eeuw dat zich nog
altijd goed leent voor de functie van sta
tionsgebouw aan de mokers van de slo
pers prijs te geven. Het heeft een eigen
karakteristiek, een eigen vertrouwdheid
- schrapt men het dan mist men een ver
trouwd symbool, een symbool dat het
oude dorp met zijn fabriqueurshuizen,
met zijn lage huisjes en zijn rijke villa's
op de Boomberg even zeer diende als de
hedendaagse stad van omroeporganisa
ties en een machtig modem winkelcen
trum.
Bijna alles is in Hilversum twintigste-
eeuws - er staan een paar voortreffelijke
bouwwerken, zoals Dudoks stadhuis,
dat zo duidelijk de invloed van het kubis
me weerspiegelt, er zijn gave woonwij
ken uit de jaren twintig en dertig 'over 't
spoor' maar behalve de St. Vitus met zijn
bijzonder mooie toren, het wat kneute
rig intieme oude raadhuisje op de Kerk
brink is Hilversum notoir arm aan bouw
werken uit de vorige eeuw.
Sentimentsoverwegingen zullen niet
vreemd zijn aan de beslissing het sta
tionsgebouw uit 1874 te sparen. Maar
még dat? Mag een geslacht dat al af
scheid heeft moeten nemen van zoveel
vertrouwde dingen uit het verleden zich
hechten aan dit gebouw, dat historisch
gezien de opgang van Hilversum van hei-
dedorp naar forensenplaats heeft aan
schouwd, ja mogelijk gemaakt?
De gevoelswaarde die een dergelijk ge
bouw vertegenwoordigt valt moeilijk
aan te geven in getallen. Even moeilijk is
het de waarde te schatten van het koffie
huis op het Amsterdamse Stationsplein
voor de hoofdstedelingen. Men kent de
voorgeschiedenis: het Noord-Zuidhol
lands Koffiehuis aan de wallekant van
het Stationsplein moest in 1972 wijken
voor de bouw vari de metro.
Het houten gebouw, daterend uit de ja
ren 1911-1912 en in een soort Water-
landse stijl opgetrokken onder architec
tuur van J. H. W. Leliman was de Am
sterdammers zeer dierbaar. Er kwam
een comité tot behoud, waarin zich o.a.
mevrouw Wijsmuller-Meijer - 'Tante
Het herrezen Noord-Zuidhollandsch
Koffiehuis op het Amsterdamse
Stationsplein.
Truus' uit de oorlogsjaren - bijzonder
weerde. Ook de Bond Heemschut heeft
zich ingespannen voor het behoud -
voorzitter van de stichting tot herbouw
werd de tegenwoordige voorzitter van de
Bond, de heer G. K. J. M. Hamm. Want
op slot van zaken zijn B. en W. van Am
sterdam bezweken voor de aandrang:
het koffiehuis werd gedemonteerd en de
onderdelen opgeslagen tot de herbouw.
Kort voor Pasen kon het gebouw weer in
gebruik worden genomen, gerestau
reerd als het was door architect G. Prins
en diens collega R. Witsel. De montage
viel niet mee maar aannemer J. Knep-
pers sr. slaagde er in het gebouwtje,
waarin nu het informatiekantoor van
VVV Amsterdam is gevestigd, op tijd
voor de Paasdrukte gereed te krijgen. In
september, wanneer het water is terug
gekeerd zal het café-restaurant met het
bekende terras aan de waterkant worden
heropend.
Er valt lang over te filosoferen - de waar
de van dit koffiehuis, waaraan zoveel
Amsterdammers herinneringen bewaar
den, de waarde van een oud stationsge
bouw als het Hilversumse. Maar de be
hoefte aan vertrouwde bouwwerken als
vaste punten in het bestaan van de stede
ling kan men niet wegradéren met
veranderings- en vemieuwingsfiloso-
phieën. J. Th. B.
71