Uitlaatgassen van auto grootste belagers van monumenten? Ir. Polman-Haarlem: Grondige studie milieuvervuiling vereist. De rafelrand van de moderne techniek schuurt letterlijk en figuurlijk langs mo numenten, vooral in de oude binnenste den. De gemeentelijke Monumentenzorg organisaties hebben in tal van lokaties te maken met het groeiende vraagstuk van de aantasting van (binnen) stedelijk erfgoed als gevolg van milieuvervuiling. Maar het zijn ook - een heel ander facet - bekladding en vernieling - opzettelijk of uit onwetendheid - van monumenten, die zorgen zijn gaan baren. Monumen ten worden belaagd, eertijds streed men overwegend tegen de ontluisterende in vloed van de tand des tijds, een strijd die blijft voortgaan. Maar in het streven tot monumentenbehoud zijn er de twee - hier genoemde - invloeden bijgekomen. Over die verontrustende zaken gaat het in het vraaggesprek, dat we mochten hebben met ir. W. J. B. Polman, hoofd van de Haarlemse gemeentelijke Monu mentenzorg. Hij weet waarover hij spreekt want de zorg voor liefst twaalfhonderd monu menten vallen onder zijn afdeling, waar van voor ruim 200 tevens de gemeentelij ke verantwoordelijkheid wordt gedra gen. 'Het zijn vraagstukken, die al geruime tijd worden onderkend, maar die nog onvoldoende - en zeker niet in een zo zeer gewenst breed, landelijk verband - grondig worden bestudeerd. Inventari satie van deze problemen, gerichte mo gelijkheden tot bestrijding, behoren tot een van de doelstellingen van onze jonge landelijke vereniging, de Nederlandse Vereniging van Monumentenzorgers, die bijkans een half jaar bestaat en die vooralsnog honderd leden telt. Deze vereniging draagt het kenmerk van het particulier initiatief. Leden zijn over wegend gemeentelijke en provinciale ambtenaren in dienst van de monumen tenzorg en vooral werkzaam in de stede lijke sector,' aldus Polman (38) - secretaris van deze vereniging, die schat dat er tenminste honderd gemeenten in ons land zijn, waar ambtenaren direct in de monumentenzorg werkzaam zijn en die dientengevolge belangstelling zou den kunnen hebben voor het streven van dè nieuwe vereniging. 68 'Wij zijn een vakorganisatie, die onge subsidieerd en op eigen kracht, tot een ontplooiing tracht te geraken. Er is een begin van groei, het beginaantal van honderd leden zou zeker verviervoudigd kunnen worden. Maar het begin is er en gezien het onverbeterlijk optimisme hebben wij vertrouwen in de toekomst, vooral omdat we - helaas - de actualiteit meehebben.' Alarm van buiten - Hoe zijn de signalen tot stand geko men? In zijn werkkamer in het modem kan toorgebouw van Openbare Werken van Haarlem, gelegen aan het Zuider Buiten Spaame, geeft Polman enige visies. 'Zonder signaleringen van de vakmen sen in het veld terzijde te stellen, mag je zeggen, dat het zeker ook milieugroepe ringen in hun strijd tegen, bijvoorbeeld de luchtvervuiling, zijn - en zijn geweest - die beschadigingen aan monumenten door de vervuiling van de lucht indirect onder de aandacht van de monumenten verzorgers hebben gebracht. Te lang is het monument ten aanzien van de over- levingsproblematiek van binnenuit be naderd. Gedurende de laatste tien, twin tig jaar zijn we ons - en dat gebeurt helaas in meer of mindere mate - lokaal gaan afvragen, welke opstelling en bena dering er ten opzichte van de externe belagers van het monument noodzake lijk zijn. -Wie beschouwt U als de hoofdboos doener? 'Het is de vraag of daar een direct antwoord op te geven is, naar mijn ge voel wordt de invloed van uitlaatgassen erg onderschat. Je hebt laag-bij-de-grondse vervuiling met aanslag op het monument en infec ties uit hoger sferen. Onze binnensteden zijn als het ware grote dozen, zonder deksel met de huizenblokken als tussen- schotten, betrekkelijke nauwe concen traties, met smalle openingen naar bui ten. Uitlaatgassen blijven lang 'hangen', dat wil zeggen beneden een niveau van tien tot vijftien meter. Het is niet alleen het afgewerkte gas, ook oliestank. Die vormen tevens een bedreiging voor de volksgezondheid, In ons geval zullen ze Ir. W. B. J. Polman Eigentijds gevaar voor oud gesteente ook natuursteen, zachte baksteen en zandsteen aantasten. Je moet ook de Dieselmotoren niet verwaarlozen. Het zijn in de regel geen vluchtige gassen. Een ander voorbeeld is, dat er schade ontstaat aan glas-in-lood (gebrandschil derde ramen): binnenkort blijkt er een internationaal congres over te zijn, georganiseerd door het rijk (RDMZ)de gemeentelijke monumentenzorg wordt daar volledig buitengehouden. Een beschermende mogelijkheid, maar daaraan zit nog heel wat vast, is glaspla ten in sponningen te plaatsen en vervol gens de originele ramen aan de binnen zijde te bevestigen. Het is een niet zo elegant hulpmiddel en er moeten nog de nodige vraagtekens bij worden ge plaatst. Overigens is die bedreiging van de gezondheid en de aantasting van het monument nog steeds niet in een zeker verband duidelijk gelegd. Ook niet de relatie met, onder meer, de natuurbe schermingsorganisaties. Ik noem slechts een paar facetten van een vraagstuk, dat een brede aanpak - in de praktijk - vergt. - En de afval van de schadelijke stoffen, die de vooral chemische industrie de lucht inzendt? Acht u die als belagers secondair? '- Als je het over het gemiddelde

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschut - Tijdschrift 1924-2022 | 1981 | | pagina 16