Booltink-complex Keyenborg degenen, die zich met het discussierap port hebben bezig gehouden hebben de oplossing in huis. Drs. Nijhof voegde hieraan het volgende toe: In de decentra lisatienota van de regering staat: 'Onder zocht zal worden, of met handhaving van een nationale zorg ten behoeve van na tionale monumenten voor het overige aanwijzing van objecten tot monument, de beoordeling van restauratieplannen en de financiering van restauraties, naar de lagere publiekrechtelijke lichamen kunnen worden overgeheveld'. Een discussiedag als die van het NIROV valt meestal in werkgroepen uiteen. Er waren er, zoals eerder opgemerkt, vijf met de volgende onderwerpen: 1. Sa menhang monumentenzorg - andere be leidsterreinen, 2. monumentenzorg: rijksniveau, 3. monumentenzorg: pro vinciaal niveau, 4. monumentenzorg: gemeentelijk niveau en 5. decentralisa tie. Voor elke werkgroep was een aantal stel lingen uitgewerkt, aan de hand daarvan kon worden gediscussieerd. Het is duide lijk, de uitgangspunten van de vijf werk groepen konden niet anders dan leiden tot een brede discussie, waarbij een bij zonder groot aantal onderwerpen aan de orde kwamen. Een van de conclusies was, dat het Rijk een taak heeft op het gebied van de monumentenzorg, maar het zou wel een aantal taken kunnen overdragen of overlaten aan lagere pu bliekrechtelijke organen (provincie en gemeente). Veel nadruk werd gelegd op de noodzaak van inventarisatie van voor al de bouwkunst van na 1850 (selectie) door de gemeenten, te toetsen door het Rijk. Een andere conclusie: de samen stelling van de welstandscommissies is niet zodanig, dat ze voldoende aandacht geven aan de monumentenzorg. Dringend nodig werd een inzichtelijk subsidiebeleid geacht voor de lagere overheden èn voor particuliere monu- mentenbezitters. Voor wat de provincies betreft, die zouden aan de gemeenten de nodige handreiking moeten geven. Ge-' pleit werd verder voor een goede toet sing van de bestemmingsplannen in re latie tot monumenten; daarbij gevoegd een kwaliteitstoetsing. Verder werd ge pleit voor wijziging van de zgn. verfij ningsuitkeringen aan de gemeenten in doeluitkeringen. Andere opmerking: de Rijksdienst voor de monumentenzorg zou een dienstver lenende instantie moeten worden. Ge constateerd werd, dat het monumenten beleid nu vooral een curatief karakter heeft, terwijl de voorkeur werd gegeven aan een preventief beleid. Zo kwamen er nog veel meer ideeën aan de orde. We deden slechts een greep. Nog dit jaar hoopt de werkgroep van het NIROV, die het discussierapport heeft samengesteld, haar eindrapport uit te brengen. Daarin zal men dan een over zicht aantreffen van de conclusies, die op Soms zijn plannen al uitgevoerd, voor dat ze in de publiciteit komen. Zeker bij een maand-periodiek, dat lang voor ver schijning moet worden samengesteld, is zoiets niet altijd te voorkomen. Zo kon het gebeuren dat het archeologisch onderzoek op het Booltink-complex in Keyenborg (gemeente. Hengelo-Gld.) al achter de rug was toen hierover in het Heemschut-nummer van sept. '80 (nr. 9) werd bericht. Het onderzoek heeft overigens niet de kasteelresten aan de oppervlakte ge bracht die vermoed werden. Dat wil niet zeggen dat al die vermoedens nu maar opzij moeten worden geschoven. Recen te naspeuringen sluiten de mogelijkheid niet uit dat toch sprake is geweest van een verdwenen havezathe of verster king, alleen zou deze op een andere plaats gesitueerd zijn geweest dan waar is gegraven. Geprobeerd wordt thans een nieuw archeologisch onderzoek op gang te brengen. De werkgroep, die anderhalf jaar gele den een reddingsactie begon voor het vervallen Booltink-complex, heeft haar werkzaamheden geëindigd met het uit brengen van een rapport. Daarin wordt de historische café-boerderij (oudste de len mogelijk midden-17e eeuw) aange merkt als 'dorpsgezichts bepalend'- deze discussiedag zijn getrokken. In dat eindrapport zal zeker ook profijt worden getrokken uit de resultaten van de op 5 maart gehouden Nationale Monumen tenstudiedag in Utrecht van NCM, waar in het vraagstuk van de decentralisatie van de monumentenzorg centraal heeft gestaan. Het internationale monumentenjaar M '75 is, althans wat ons land betreft, onge twijfeld een stimulans geweest voor het opwekken van meer belangstelling voor de monumentenzorg. Eerst nu lijkt de discussie op brede schaal op gang te ko men. v.d.W. monument, dat alleszins een restauratie waard is. De werkgroep adviseerde ver der, in het kader van de vele onder zochte bestemmingsmogelijkheden, tot inrichting van Booltink als bezoekers centrum (een educatief- en informatie oord ten behoeve van natuur en land schap). Deze aanbeveling is momenteel onder werp van gesprek binnen het Recreatie schap De Graafschap. In opdracht van dit schap heeft architect Wim Ros (Maartensdijk U.), na ruggespraak met de Gelderse Monumenten-commissie, het hele complex opgemeten en in kaart en beeld gebracht. Ook de gemeente Hengelo-Gld., die in het begin de reddingspogingen nogal ge reserveerd tegemoet trad, is niet alleen overtuigd geraakt van de historische waarde.van het complex, maar begint nu ook enthousiast te worden over de reddings- en bestemmingsplannen. Re creatieschap De Graafschap is inmiddels alle gemeentelijke medewerking toege zegd bij de ontwikkeling van de plannen voor een bezoekerscentrum. Toch zal er nog heel wat moeten gebeu ren voor die bestemming definitief is en Booltink, verantwoord gerestaureerd, zijn plaats in het heden kan innemen. RL 67

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschut - Tijdschrift 1924-2022 | 1981 | | pagina 15