Discussierapport Zorgen om monumenten
Zorgen om monumenten is de titel van
een discussierapport van de werkgroep
Monumentenzorg, ingesteld door het
Ned. Instituut voor Ruimtelijke Orde
ning en Volkshuisvesting (NIROV). Het
rapport beschrijft de evaluatie van as
pecten van het monumentenbeleid in
Nederland sinds 1961. Dat jaar is niet
willekeurig gekozen, immers toen trad
de Monumentenwet in werking. Doel
van het rapport is het geven van een
overzicht van en een inzicht in de leven
de problemen bij de integratie van mo
numentenzorg, ruimtelijke ordening,
volkshuisvesting en andere beleidsterrei
nen.
In deze doelomschrijving komt duidelijk
tot uitdrukking, dat monumentenzorg
niet meer een op zich staande aangele
genheid van één departement (CRM) is. Drs. P. Nijhof, adjunct directeur van
Behandeling van het probleem is in de het Nederlands Instituut voor
loop der jaren veel complexer geworden. Ruimtelijke Ordening en
De ontwikkelingen, die zich de laatste Volkshuisvesting (NIROV)
tien jaren hebben voorgedaan, o.a. op
het gebied van de ruimtelijke ordening,
de volkshuisvesting, de stads- en dorps- gegaan aan de wenselijkheid tot grotere
vernieuwing, de arbeidsinzet èn vooral samenwerking.
ook nieuwere inzichten in het monumen- Meer en vooral intensiever samenwer-
tenbeleid - we denken daarbij aan de king wordt ook nodig geacht tussen alle
aandacht die tegenwoordig geschonken departementen, die op enigerlei wijze bij
wordt aan monumenten van bedrijf en monumentenzorg betrokken zijn. Hier-
techniek en aan de belevingswaarde, die bij past een opmerking uit het rapport,
steeds sterker aan het monument of een dat het totaal van de wetgeving inzake
ensemble van historisch- monumentenzorg, natuur- en land-
architectonische architectuur wordt ge- schapsbescherming en landinrichting
hecht, alsmede aan de toenemende aan- een ernstig manco vertoont. Het rapport
dacht, die aan het jongere monument wijst ook op het'chaotische subsidiestel-
wordt besteed - die ontwikkelingen zijn sel voor de restauratie van monumen-
in een stroomversnelling gekomen. ten'.
Men is verder tot het inzicht gekomen, Uit de conclusies van het omvangrijke
dat er een duidelijk verband kan liggen rapport noemen we er twee:
tussen monumentenbehoud en natuur- 1. Versterking van de eigen verantwoor-
en landschapsbescherming (inclusief délijkheid van gemeenten en provincies
land- en tuinbouw en veehouderij). Dit wat betreft de instandhouding van mo-
alles maakt het nog eens duidelijk, dat numenten en stads- en dorpsgezichten is
monumentenzorg niet alleen maar een dringend noodzakelijk,
taak is voor CRM, maar voor een groot 2. Aanbevolen wordt om het toezicht op
aantal departementen van algemeen be- gebruik en misbruik van monumenten,
stuur (Verkeer en Waterstaat èn Defen- dat thans door het rijk geschiedt, in han-
sie incluis). den te leggen van de gemeenten.
Van dit ingewikkelde probleem geeft het Het is gelukkig, dat het rapport in brede
discussierapport van het NIROV een kring aandacht heeft getrokken en het
uitvoerige inventarisatie. Het hecht - tot lag voor de hand, dat het NIROV er een
onze voldoening - grote waarde aan het follow-up aan wilde geven. Dit laatste is
particuliere initiatief in de monumenten- gebeurd op een druk bezochte discussie
sector. In dit verband wordt niet voorbij dag in het Bouwcentrum te Rotterdam
66
op 21 januari jl. De belangstelling voor
deze discussiedag was afkomstig uit een
breed scala van belangstellenden en
vooral belanghebbenden. Departemen
ten als CRM en Volkshuisvesting had
den o.m. de hoogste functionarissen af
gevaardigd; daarbij natuurlijk ook de
Rijksdienst voor de Monumentenzorg.
Verder waren talrijke provinciale bestu
ren en gemeentebesturen vertegenwoor
digd.
Twee uitspraken sprongen er op deze
discussiedag uit: Op gemeentelijk niveau
is er sprake van een reveille met betrek
king tot de monumentenzorg en: de vige
rende monumentenwet is een bizar
slechte wet. Het belangrijkste deel van
de discussiedag werd in een vijftal werk
groepen doorgebracht. Daaraan ging
een inleiding van drs. P. Nijhof, de
secretaris-rapporteur van het rapport,
vooraf. Hierbij moest hij constateren,
dat ondanks de toegenomen belangstel
ling voor monumentenzorg, het voor
alsnog een gegeven is, dat monumenten
zorg geen beleidsterrein is, waar hele
volksstammen zich in den lande voor in
zetten.
In het rapport werden ook de voorlopige
resultaten van een enquête, gehouden
door het NIROV onder alle gemeenten
naar het (voorgenomen) gebruik van en
kele instrumenten voor een eigen monu
mentenbeleid opgenomen.
Van de 808 aangeschreven gemeenten
gaven niet minder dan 777 antwoord,
waarvan overigens slechts 227 antwoord
den gebruik te maken of het voornemen
daartoe te hebben van enkele instrumen
ten voor een eigen monumentenzorgbe-
leid.
De vier beleidsinstrumenten, die bij de
enquête werden onderzocht waren: de
beleidsnota Monumentenzorg, de ge
meentelijke monumentenverordening,
de gemeentelijke monumentenlijst op
basis van een monumentenverordening
en de gemeentelijke monumentencom
missie.
De reacties die van de zijde van de ge
meenten werden ontvangen bevestigen
de uitspraak, dat er onder de gemeenten
inderdaad sprake is van een reveille op
het gebied van de monumentenzorg.
Maar zo constateerde drs. Nijhof: noch
de werkgroep van het NIROV noch al