Provinciaal monumentenbeleid in Zuid-Holland In de provincie Zuid-Holland staan ruim 6.924 beschermde monumenten, in aan tal alleen voorbijgestreefd door de pro vincie Noord-Holland met ruim 11.247 monumenten. Het zuidhollands monu mentenbeleid is verdeeld in twee blok ken te weten: het molenbeleid en de overige monumenten. De ontwikkelin gen in het verleden waren voor deze groepen monumenten anders; de pro blemen die nu opdoemen en de toekom stige ontwikkelingen zullen zeker ook verschillen vertonen. Aan de basis ligt echter wel de wens een zelfstandig beleid te voeren voor het behoud van alle mo numenten. Monumenten De onlangs door provinciale staten aan vaarde monumentennota heeft uitslui tend betrekking op de monumenten die geen molens zijn. Het provinciaal subsi die voor restauraties was tot voor kort gekoppeld aan het rijkssubsidie (CRM en VRO). Dit automatisme speelde in het voordeel van de subsidie-aanvragers, maar door de verhoging van het aantal uit te voeren woonhuisrestauraties (op basis van de meerjarenramingen van een twintigtal steden) ontstonden er grote fi nanciële problemen. Daarnaast hebben de restauraties van enkele grote objecten, zoals de St. Jan in Gouda, de Pieterskerk in Leiden en het Kurhaus in Scheveningen, een zwaar be slag gelegd op het monumentenfonds. Het was mij duidelijk dat de koppeling aan het rijkssubsidie niet meer kon wor den voortgezet en ontkoppeling zou ook meer ruimte geven voor het voeren van een eigen beleid. Bij het formuleren van het nieuwe mo numentenbeleid is rekeninggehouden met toekomstige ontwikkelingen, met name een mogelijke decentralisatie van rijkstaken. Ik acht een herverdeling van taken tussen rijk, provincies en gemeen ten een juiste zaak. Nu reeds zijn enkele gemeenten nauw betrokken bij de re stauraties en houden zij rekening met de monumenten in hun bestemmingsplan nen. Maar ook de provincies hebben een duidelijke bevoegdheid, o.a. bij het ont werpen van structuurplannen, het goed keuren van bestemmingsplannen en bij het natuurbehoud. Door drs. I. Günther, lid gedeputeerde staten van Zuid-Holland. De onlangs geïnstalleerde provinciale monumentencommissie zal zich buigen over de vraag of er een provinciale mo numentenlijst moet komen. Dit is een goed instrument om die monumenten, die door het rijk niet in het monumen- tenregister zijn ingeschreven, bijvoor beeld de jongere monumenten, te bes chermen. Tevens zal deze commissie kunnen onderzoeken of het mogelijk is een provinciale lijst van stads- en dorps gezichten te maken en welke kosten hier aan verbonden zijn. Bij de stadsvernieuwing heeft de provin cie een coördinerende taak. Behoud van monumenten neemt ook daar een belan grijke plaats in. Voorkomen moet wor den dat nieuwbouw en gerestaureerde panden in schril contrast met elkaar ko men te staan. De leefbaarheid van de steden moet worden vergroot. Juist door monumenten te behouden, te restaure ren en in het stadsbeeld op te nemen, kan de menselijke maat worden onders treept. Subsidiëring van monumentenrestaura ties is in vele gevallen onmisbaar. Het nieuwe Zuidhollandse subsidiebeleid is er op gericht die eigenaren te helpen, die geen mogelijkheid hebben de restauratie op andere wijze te financieren. Daarom zal alleen subsidie worden gegeven aan 'natuurlijke personen, die tevens gebrui- Zorg voor monumenten in de pro vincies is een belangrijke zaak, die niet zelden een geëigend karakter draagt en soms per provincie ver schilt voor wat betreft organisato rische vormen. Eind vorig jaar heeft de redactie van het Maand blad HEEMSCHUT besloten het provinciaal beleid meer onder de algemene aandacht te brengen. Aan het betrokken beleidsorgaan in alle provincies werd de volgen de vraag voorgelegd: Mede in het kader van de decentralisatie-gedachte, waarop o.a. in de Memorie van Toe lichting op de begroting van CRM 1981 wordt gedoeld en waarover ook tijdens de onlangs door de Na tionale Contactcommissie Monu mentenbescherming gehouden discussiedag in Amsterdam uit voerig is gesproken, lijkt het ons nuttig uw visie te vernemen ten aanzien van de monumentenzorg in uw provincie. Het is denkbaar hierbij te komen tot een vermel ding van, enerzijds, knelpunten en wensen, en anderzijds, de gevolg de werkwijze en bereikte resulta ten. Inmiddels hebben onderscheidene provincies ons een - gewaardeerde - reactie gezonden voor onze serie publikaties, die wij noemen: Mo numentenzorg in... Als tweede provincie vragen we op deze plaats aandacht voor Zuid- Holland. kers zijn van het monument, kerkge nootschappen, stichtingen of andere pri vaatrechtelijke rechtspersonen zonder winstoogmerk, die zich het behoud van een monument of monumenten ten doel stellen'. Decentralisatie van de subsidiëring, waarbij provincies en gemeenten de ver antwoordelijkheid zouden kunnen krij gen voor een deel van de monumenten, waarvoor dan het rijkssubsidie zou ver vallen, zal bij gelijkblijvend aandeel uit het provinciefonds of het gemeentefonds ernstige problemen opleveren. De huidi- 48

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschut - Tijdschrift 1924-2022 | 1981 | | pagina 18