'Sint Jan heeft mij al dertig jaar betoverd! Restauratie Architekt Herman Teering belijdt: 'Telkens wanneer ik van een vakantie terug komt en ik rijd naar Den Bosch, maak ik eerst een rondje om de St. Jan. Eerst dan ga ik naar huis! Dertig jaar achtereen mag ik nu met deze Kathedraal bezig zijn, een bouwwerk dat me dagelijks betovert, fascineert, dat een deel van mijn leven is geworden'. Het is bijna een belijdenis, die restauratie-architekt Herman E. Teering (61) doet in een vertrek van een der bouwketen, tussen de fietsenparkeer- plaats en de noordwand van de Sint Jan. Een houten minicomplexje, dat er al meer dan een eeuw staat. Dat wijst op een zorg voor de kerk, die sinds 1858, in de steigers staat en waarvan de bouw destijds twee eeuwen heeft gevergd. Het K monument, dat over vier jaar, vóór de achthonderdste verjaardag van Den Bosch (1985), vollèdig zal zijn hersteld. Dat betekent dan een majestueus ge schenk voor de jubilerende Brabantse hoofdstad en de afsluiting van de loop baan van Teering. Meer dan dertig arbeidsjaren zullen er dan liggen in en rondom dit gothisch bouwwerk. Levensjaren van een gebo ren Arnhemmer, die heel merkbaar Bra bander met de Brabanders is geworden. In de beschouwingen en wetenswaardig heden over 'zijn' Sint Jan is romantiek vermengd met nuchterheid, geestdrift voor zijn ambacht gekoppeld aan erva ring en deskundigheid. Herman Teering is thans dertig jaar achtereen een gedre vene, werkend, adviserend, improvise rend, vooral herscheppend, tesamen met handvaardige vakmensen, over wie hij bij herhaling de loftrompet steekt. De rook uit een grote 'aannemerssigaar' kringelt omhoog. Hij formuleert helder en gemoedelijk, vermijdt nadrukkelijkheid, is als een kroniekschrijver, die - hoe kan het an ders bij een zo veelzijdig onderwerp - met zevenmijlslaarzen rondgaat tenein de een epos van monnikenwerk eniger mate te registreren. Gelderland als voorportaal - Wie is deze Herman Teering? Hoe kwam hij tot zijn grote verbondenheid met deze Kathedraal? Hij kijkt uitvoerig over zijn schouder naarzijn leven vóór de Bossche periode. 'Na in 1936 de Ambachtschool in Arnhem met diploma voor timmerman en metselaar te hebben verlaten, begon nen als timmerman in de nieuwbouw bij de N.V. Vogé te Arnhem; in 1938 als leerlingtekenaar bij Architekt G. Top, via zelfstudie: Avondhandelschool (Mu lo B), Avondtekenschool opzichter B. N. A. en vervolgens V.B.O.heb ik mij zelf ontwikkeld. De oorlog, die aan de Duitse bezetting voorafging, (Ik heb nooit één streep voor de Duiters gezet), bracht me als gevorderd-tekenaar in 1940 toen bij het Arnhemse Architektenbureau G. Feens- tra, voor werkzaamheden bij de wede ropbouw van Wageningen en Rhenen, waar nogal wat was verwoest, als gevolg Herman Teering - meer dan 30 levensja ren besteed aan restauratie van het pronk stuk van Den Bosch. van de slag op de Grebbeberg. Ook boerderijen in de Gelderse Vallei hadden behoorlijk wat te lijden gehad. Herstel van - oude - boederijen heeft altijd een warm plekje in m'n hart be houden. Gedurende het tijdvak 1941-1950 was ik in dienst bij Architekt W. G. A. Heine- man, in Velp. Opmeten van kerken en gebouwen, zoals de Sint Catharinakerk in Doetin- chern-, Zaanse buurt en Markerhuisje in het Openluchtmuseum in Arnhem, de 'oude Jan' in Velp, de kerken van Op- heusden en Bemmel, en Amerongen. Ik heb het nu over de na-oorlogse tijd, over verwoestingen, die als gevolg van de Slag om Arnhem waren aangericht. Er was ontzagelijk veel verwoest. Met het ouderlijk gezin was ik geëvacueerd naar Almelo, waar ik in dienst trad van Publieke Werken, inventarisatie en be ginnend herstel van oorlogsschade, ont staan door bommen en beschietingen. Toen, na de bevrijding, kwam er een telegram van Heineman, - hij is in dit deel van mijn leven mijn grote, zeer ge waardeerde leermeester geweest - 'Kom terug naar Velp'. Monumenten zorg begon, met een tekort aan deugdzaam materiaal, aan het leggen van noodverbanden. 42

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschut - Tijdschrift 1924-2022 | 1981 | | pagina 12