Reddingsactie Nesser Urbanus in Amstelland vergt 1,7 miljoen Commentaar redactie: geïnteresseerd zijn in wat deze tijd voort bracht aan nieuwe architectonische scheppingen dan in wat er nu gerestau reerd en met veel kosten behouden wordt. In vele gevallen zal men wel dankbaar zijn dat we de boel niet hebben laten afbreken, in andere gevallen zal men er toe moeten overgaan zaken als nog af te breken omdat ze steeds maar nieuw geld blijven kosten. Voorburg. Dr. A. L. Houwink De heer Houwink stelt twee belangrijke problemen aan de orde, die in het bijzon der op de bescherming en het onderhoud van de zogenaamde Jongere Bouwkunst (die van na 1850) van toepassing zijn. Ten eerste de selectie van wat er be schermd zal moeten worden uit het enor me aantal gebouwen uit deze periode. Omdat de inventarisatie daarvan nog lang niet is afgerond, is het vaak bijzon der moeilijk zo niet onmogelijk thans ge fundeerd te beslissen over het al dan niet beschermen van een bepaald gebouw dat in zijn voortbestaan bedreigd wordt. De ze besluitvorming wordt bovendien nog vertroebeld door het feit dat we ons (vaak terecht) zorgen maken over datgene wat voor het ons vertrouwde gebouw in de plaats zal komen. Dat laatste mag ons er zeker niet toe brengen de monumenten wet te gebruiken. Overigens moet in verband met het in- ventarisatiewerk dat thans plaats vindt (wellicht ten overvloede) gesteld wor den, dat schoonheid alleen niet het enige criterium is op grond waarvan een ge bouw beschermd kan worden. Ook criteria, als volkskundige waarde of betekenis voor de wetenschap zijn bij voorbeeld belangrijke argumenten voor bescherming, die bovendien voor ruime interpretatie vatbaar zijn. Het tweede probleem dat aan de orde gesteld wordt, is de onmogelijkheid een oplossing te vinden voor de financiële gevolgen die de restauratie van (te) veel objecten met zich zal mee brengen. In derdaad zal, en dit geldt zeker ten aanzien van veel jongere waardevolle bebou wing, het behoud daarvan veelal consoli derend, herstel en klein onderhoud gaan inhouden. J.H.B.-R. Hij behoort tot de nog altijd te kleine groep van overwegend naamlozen, die in hun woonplaats ijveren voor een of hét monument in hun - soms dagelijkse- gezichtsveld. Dat laatste geldt voor de bijna eeuw oude Urbanuskerk in Nes aan de Amstcl. Een monumentaal gebouw, een monument, dat de heer Louis Rede- geld (43), en met hem zijn pionierskring, veel zorgen geeft. Op een winterse dag loop ik met deze vrijetijdsbesteder in de monumentenzorg over de rivierdijk, waar de kerk impo sant, dominerend oprijst. Het gebouw in dit landelijke Amstelland, tussen de dor pen Ouderkerk en Uithoorn is een replica van de verdwenen, afgebroken Sint Wil- librorduskerk Buiten de Veste in Am sterdam, destijds gelegen aan de Cein tuurbaan, hoek Amsteldijk, een eerdere schepping van bouwmeester Jos Cuy- pers. L. REDEGELD Het verraderlijke veen... 'Onze Nesser kerk dateert uit 1891, ze staat op de Monumentenlijst', aldus Re- degeld, die er op wijst, dat het achterste deel van het gebouw al enigéjaren aan het verzakken is. 'Twee metingen hebben uitgewezen dat de Urbanus 14 centime ter is verzakt, dit heeft onder meer scheu ren opgeleverd. Denkbaar is dat er des tijds te weinig heipalen zijn gebruikt. Dat kan zich - het drassige lage veen in aan merking genomen hebben gewroken. (In de vorige eeuw, tijdens de bouw, kende men nog niet een afdoend onder zoek van de bodem in de vorm van grondboringen). Wij zitten nu met de gevolgen. Het vernieuwen van de funde ring is hoogst urgent geworden. De kos ten worden geraamd op 750.000,-. Daarbij komen kosten verbonden aan de aanpak van een algeheel herstel, zoals res tauratie van het omvangrijke voegwerk, van glas-in-loodramen en zeker ook het kerkdak. Ik doe maar een belangrijke greep. Het Bouwbureau van het Bisdom Haarlem-architect Th.J. P. Kwakman - raamt de volledige restauratiekosten op 1.7 miljoen gulden. Noodsituatie dreigt - Dat betekent dat het kerkbestuur zich voor een noodsituatie ziet geplaatst? - 'Volledig. We staan er allerberoerdst voor', aldus Redegeld. 'Het is zonneklaar dat wij dit bedrag niet kunnen opbren gen. We zijn vooralsnog gelukkig met het feit, dat we de jaarlijkse exploitatie van onze parochie sluitend kunnen hou den, maar eengigantische restauratie- operatic als van onze Urbanus, gaat na tuurlijk onze krachten verre te boven. Daarom kun je rustig van een noodsitua tie spreken. We hebben ons eerst tot C.R.M. gewend. De staatssecretaris heeft ons laten weten, dat hij ten aanzien van ons verzoek het grootste voorbe houd maakt. Het aantal subsidie aanvragen beweegt zich in een sterk stij gende lijn. De financiële mogelijkheden van C.R.M. zijn beperkt. We hebben ook een subsidie-aanvrage lopen bij de gemeente Amstelveen, waarbij we be stuurlijk behoren. Er zijn nog geen posi tieve reacties gekomen. Die procedures vergen een lange adem, maar wij verke ren in ernstige ademnood! We begrijpen best dat we als parochie - als eigenares van de Urbanus - niet passief moeten blijven. We zijn als kleine gemeenschap begonnen met de handen uit de mouwen te steken. We hebben niet alleen onze parochianen, maar ook mensen daarbui ten kunnen inschakelen, onder meer de Dorpsraad. De gemeenschap van Nes, met de polderstelt ongeveer 1200 zielen van dit aantal is twee-derde deel al dan

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschut - Tijdschrift 1924-2022 | 1981 | | pagina 12