Lezers spreken
Waardevolle gebouwen
'Wat er niet op kwam' was het voormali
ge gebouw van de Koninklijke Holland-
sche Lloyd, laatstelijk Blom van der
Aa, gebouwd rondom 1920 aan het Am
sterdamse Open Havenfront. Monu
mentenzorg is hier echter niet in gebreke
gebleven zoals gesuggereerd wordt, om
dat dit weliswaar goede gebouw zijn
waarde vooral ontleent aan de betekenis
voor het stadsbeeld en niet de kwaliteit
bezit om op de rijkslijst te worden opge
nomen.
In dit verband had gewezen kunnen wor
den op de mogelijkheid die gemeenten
hebben om met behulp van een eigen
monumenten verordening monumen
tenzorg in het ruimtelijke ordeningsbe
leid te integreren. In gemeentelijke ver
ordeningen hoeft overigens de 50-jaar
grens niet te worden aangehouden en dus
kan men op gemeentelijk niveau slag
vaardiger zijn wat betreft een beschcr-
mingsbeleid van de heel jonge bouw
kunst. Dergelijke overwegingen hadden
inhoudelijk een veel beter kritisch com
mentaar kunnen zijn dan de kreet 'wat er
nog niet op mag'.
En wat moeten we met een opmerking
als die ten aanzien van de gelukkig zojuist
van kracht geworden onderhoudssubsi-
dieregeling voor gebouwen als kerken en
kastelen, nl. dat monumentenzorg evenwel
geen inzicht in de hoeken van de eigenaars
verlangt? Iedereen weet toch dat het
onderhoud van deze grote monumenten
door geen mens. stichting of kerkbestuur
meer op te brengen is.
Dit waren slechts kanttekeningen bij de
paar panelen van de tentoonstelling. Mis
schien is de enige juiste conclusie dat het
niet mogelijk is om op zo'n manier een
onderwerp waarbij zoveel wetten en
waarden, gewoonten en gevoelens in het
geding zijn bevredigend gestalte te ge
ven
Niet kritisch doorgelicht
Toch is het teleurstellend, dat ondanks de-
pretentie dat monumentenzorg kritisch is
doorgelicht, men zich nauwelijks ver
diept heeft in de organisatie van die mo
numentenzorg, noch in de praktische
wijze van werken op de verschillende be
leidsterreinen.
De indruk wordt gewekt dat er één al
machtige. dirigistische instantie is die-
achterhaalde. elitaire beginselen decre
teert. Monumentenzorg is echter een lap
pendeken van de activiteiten van liefheb
bers van historie, wetenschappers, aller
lei restaurerende instellingen, particuliere
monumentenbezitters en de verschillen
de overheidsdiensten. Deze laatste heb
ben de moeilijke taak de vele particuliere
initiatieven te leiden en te begeleiden, ter
wijl ze voor de steeds toenemende taken
het apparaat missen.
Het feit dat men zich binnen de monu
mentenzorg al jaren bezint over het func
tioneren. had de samenstellers van de ex
positie bekend moeten zijn.
Zo wordt thans een gedecentraliseerde
opzet uitgewerkt voor een herindeling
van taken, bevoegdheden en middelen,
die zowel de betrokkenheid van het pu
bliek met het monumentengebeuren
moet vergroten als een aantal praktische
voordelen zal opleveren.
Vorig jaar september kwam een advies
van de monumentenraad aan de Staatsse
cretaris als discussiestuk naar buiten.
Daarin wordt ondermeer een aanpak van
restaureren voorgesteld, waarin de critici
zich wel eens beter zouden kunnen vin
den dan zij dachten. Ook in de jaarversla
gen van de Rijksdienst voor de Monu
mentenzorg zijn de heroverwegingen ten
aanzien van de verschillende beleidster
reinen te vinden.
Nogmaals, daarmee wil niet gezegd wor
den dat verschillende punten van kritiek
niet terecht zouden zijn en dat de monu
mentenwereld zich dergelijke signalen
niet ter harte zou moeten nemen. Wel.
dat als de tentoonstelling wat meer ge
richt was geweest op objectieve voor
lichting en constructief nadenken over
oplossingen voor problemen en wat min
der op het leveren van kritiek, er meer
zou zijn bijgedragen aan het uiteindelijke
doel. het ontwikkelen van meer cultureel
bewustzijn. Dat hebben we immers no
dig als we willen dat behoud en onder
houd van het waardevolle in onze omge
ving voor iedereen meer vanzelfspreken
de zaken worden.
Toch raden wij u aan de boeiende exposi
tie te gaan zien. het speciale monumen
tennummer van de Stichting te kopen en
het met aandacht te lezen.
Jenny Bierenbroodspot
De redactie verwacht, dat met deze nieuwe
rubriek de levendigheid van ons'blad zal wor
den verhoogd. Voorts, dar de plaatsingsmoge
lijkheid van vragen, meningen en commenta
ren tot meer reacties uit onze lezerskring zal
leiden dan thans het geval is. Hoewel een
reactie onzgrzijds zich in eerste instantie tot
een kort coi'nmentaar zal moeten beperken,
zullen ingezonden stukken ons ook op het
spoor kunnen brengen van wensen met betrek
king tot de inhoud van ons blad in het alge
meen.
Plaatsing betekent vanzelfsprekend niet zon
der meer instemming met de inhoud van de
inzendingenOok behoudt de redactie zich her
recht voor brieven in te korten. Bij publicatie
worden naam en woonplaats van de
schrijvers/schrijfsters vermeld.
Van de Bond Heemschut ben ik pas een
paar jaar lid. maar ik lees het tijdschrift
met plezier, en soms nogal nauwkeurig.
Het nieuwste nummer geeft me aanlei
ding twee opmerkingen te maken, name
lijk een algemene, en een die betrekking
heeft op uw artikel.
Waf mij de laatstejaren telkens treft, is de
waarde die men tegenwoordig blijkt te
hechten aan gebouwen die ik in mijn stu
dententijd - begonnen in 1925 te Utrecht
monsterlijk vond. Op pagina 213 b.v.
de kerk op-de Maliebaan (hoek Burg.
Rcigerstraat?) te Utrecht en op pagina
215 de Kraamvrouwenkliniek te Amster
dam. Ik moet toegeven dat deze gebou
wen typisch zijn voor hun tijd. maar dat
zal men later ook kunnen zeggen van de
ministeriegebouwen voor Binnenlandse
Zaken en voor Justitie in het zg. Forum-
gebied in Den Haag. Zoals er nu lelijke én
mooie gebouwen gezet worden (een
voorbeeld van het laatste is het CBS kan
toor te Voorburg). Zo werden er in de
19de eeuw eveneens meer. en minder
waardevolle exemplaren gebouwd.
Voorbeelden van goede zijn m.i. admini
stratieve gebouwen van de NS te
Utrecht.
Ik ben bang dat men zich op het ogenblik
te weinig beperkingen oplegt in het
(geld-vcrslindende) behouden van oude
bouwsels. Dit kan namelijk een verkeerd
gebruik van (nu schaarse) middelen bete
kenen. Men zal in de toekomst veel meer