maar de breedte is vergroot. Daarvoor, waren twee redenen: de steeds toene mende lasten, die een uitgave als deze vergen èn aanpassing aan moderner op vattingen, beogende de leesbaarheid te vergroten en meer recht te doen aan de illustraties. De bladspiegel is nu in twee kolommen verdeeld en we moeten zeg gen, dat het resultaat van deze vernieu wing als een verbetering kan worden be schouwd. Er is nog een afwijking; er zijn weer advertenties in het jaarboek opge nomen. Dat was al in de eerste deeltjes het geval. Nu is men er weer mee begon nen, voornamelijk vanwege de baten. Die advertenties van zo'n tachtig jaar ge leden hebben nu een zekere historische waarde. De advertenties die nu zijn opge nomen zullen dat over enkele tientallen jaren eveneens hebben. Die Haghe is, zoals de naam toont, een historische vereniging, en zij heeft zich in een wat verder verleden nauwelijks met monumentenzorg beziggehouden. Daar is omstreeks 1960 een verandering in ge komen en vooral de laatste jaren is Die Haghe ook op dit gebied zeer actief. In het artikel 'Niet met lezingen en excursies alleen', geschreven door G. W. van Her waarden wordt aan deze activiteit, vaak in samenwerking met de bond Heem schut, ruim aandacht geschonken. Van Herwaardens' bijdrage toont nog eens aan hoe er in de vorige eeuw, maar vooral ook in de jongste tijd zorgeloos met het Haagse culturele erfgoed is omgespron gen En wat er voor in de plaats is geko men, heeft velen met verbijstering ver vuld. Het jaarboek 1980 bevat verder een boei end artikel over Frangois Fagel (1659- 1746), ambtenaar (griffier van de Staten), politicus en patriot, wiens huis aan het Noordeinde 140, nog steeds als een waar devol monument wordt beschouwd. Fa- gel was echter meer. Hij was ook een verzamelaar van boeken, schilderijen en penningen. Van de laatste had hij een grote - deels buitenlandse - verzameling, die helaas als collectie verloren blijkt te zijn gegaan. Fran^ois Fagel was een be scheiden man, maar uit het artikel van dr. J. Heringa komt hij vooral ook als een zeer grote erudiet tevoorschijn; kortom een boeiende figuur. In het nieuwe jaarboek schreef verder P. H. Dubois een interessant vervolg op Honderdvijfentwintig jaar Haags literair leven, en leverde Marjolijn van Delft een interessante bijdrage over kunstbeschou wingen bij Pulchri Studio. Tenslotte wijdt Christian Dercon een artikel aan de in 1979 overleden pionier van de lichtkunst Livinus van de Bundt, mede oprichter van de Vrije Akademie. De kuimten van de werkendemens. In dit boekje van Ton Kappelhof en Tony Zeeuwe wordt aandacht besteed aan in dustriële monumenten. Doel van de schrijvers: aan niet-specialistcn op we tenschappelijk verantwoorde wijze dui delijk te maken wat industriële archeolo gie is, wat de industriële archeologen wil len, wat ze al hebben gedaan en wat ze nog willen doen. De auteurs hebben zich hierbij tot Noord-Brabant beperkt. Tekst en foto's (van Tony Zeeuwe) to nen onmiskenbaar aan, dat er in Brabant veel te lang onvoldoende oog voor dit onderdeel van het monumentenbehoud is geweest, maar dat er nog wel wat te redden valt. Uitg.: Stichting De Distel, Den Bosch; 25,-. Amsterdam Nieuw-West De titel van dit met vele oude prenten en foto's geïllustreerde boekje geeft duide lijk aan wat de schrijver J. Zwaan be doelt: een historische terugblik op dat deel van Amsterdam dat in een nog niet zo ver verleden landelijke zelfstandigheid genoot: Sloten, Sloterdijk, Osdorp en de Vrije Geer. Het 'wilde westen' werd een tuinstad. Het proces van 'uitbreiding' zette zich voort. De landelijke dorpen maakten plaats voor straten, flats, par ken, snelwegen, meren, sportterreinen, havens, industriegebieden en kantoorko lossen. Wat verloren ging kan men terugvinden in de illustraties. Aardig is de facsimilé-uitgavc(?) van een beschrij ving van dr. Olfert Dapper in 1633 be treffende de oude Heerlijkheid, waarin nu Osdorp, Slotermeer, Geuzenveld, Halfweg enz. zijn gelegen. Wie de foto's aandachtig bekijkt zal misschien tot zijn verwondering hier en daar iets uit het verleden, dat nu nog overeind staat, ont dekken. Voor de bewoners van de nieuwe wijken een leuk boekje, voor ou- de(re) Amsterdammers een brok nostal- gie. Uitg.: Buijten en Schipperheijn B.V.; Amsterdam; 32,50. Monumenten van bedrijf en techniek Over dit onderwerp, dat nog maar be trekkelijk kort de aandacht heeft van hen die zich inzetten voor monumentenzorg, verschijnen de laatste tijd min of meer omvangrijke publicaties; meestal over een afgebakend onderwerp. In dit boekje echter komen alle delen van deze sector, verspreid over het gehele land aan de or de: molens, fabrieken, watertorens, kalkovens, steenfabrieken, mijn-installa ties, stationsgebouwen, vuurtorens, werven, bruggen, kanalen, stoomgema len, watertorens, winkelinterieurs, enz. De bijna 200 foto's zijn van veelal zeer korte toelichtingen voorzien. Voor be langstellenden gaarne aanbevolen. In kort bestek geeft de schrijver Charles Genders veel informatie. Uitg.: Bosch en Keuning NV, Baarn; 24,50. Stedeuouwstenen Onder deze wat cryptische titel heeft het stedebouwkundig bureau Zon/Seppen B.V. te Amsterdam een woordenboekje of vademecum samengesteld, waarin met een korte omschrijving alle denkba re begrippen, die met bouwen en bouw beleid te maken hebben, zijn opgeno men. Om een idee van de inhoud te ge ven: allochtoon, anticipatiebevocgd- heid, barbacane, cluster, dynamische kostprijshuur, fysiocratisme, geer, hin derwet, monumenten (ook Heemschut treffen we aan), nieuwe zakelijkheid, projectontwikkeling, tangent, wetge ving, enz. Het bijzonder handige boekje is een zgn. relatie-geschenk, maar we zouden het in veel meer handen dan die- van de relaties van dit bureau wensen. Leeuwarden vóór 1435. We staan er waarschijnlijk niet altijd bij stil, zeker niet als je geen Fries bent, maar Leeuwarden heeft een heel oude geschie denis. Dr.J. R. G. Schuur vond hierin het onderwerp voor zijn dissertatie. Hij gaf deze als ondertitel mee: 'Een poging tot reconstructie van de oudste stadsgeschie-

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschut - Tijdschrift 1924-2022 | 1981 | | pagina 24