Monumentenzorg op Curagao Op 1 september 1979 is op de Nederlandse Antillen de 'Monumentenraad' ingesteld. Daartegenover staat echter dat de 'Landsverordening' van 4 januari 1977 tot het behoud van monumenten van geschiedenis en kunst' nog steeds niet van kracht is. De auteur van dit artikel, mevr. A. M. ten Cate studeert kunstgeschiedenis aan de Universiteit van Amsterdam. Het ar tikel is een samenvatting van haar kandi daatsscriptie, op Curagao geschreven. Er is een langdurige geschiedenis aan voorafgegaan voordat het zover is gekomenindien men het 'ver' zou kunnen noemen. Curagao had een zeer rijk monumentenbestandwaar met name de laatste decennia veel van verloren is gegaan. Om verschillende redenen is de dringend noodzakelijke landsverordening nog steeds niet van kracht, terwijl men al vanaf de jaren vijftig bezig is om tot een wettelijke regeling te komen. Eén van de oorzaken van deze vertraging vormen de politieke geschillen rond een onafhankelijk Aruba. Het Antilliaanse volk, dus ook de regering, is niet altijd even overtuigd geweest van het belang van de oude bouwkunst. Daarnaast moet met nadruk gesteld worden dat de Antillen geen welvaartsstaat is. Ondanks dat er voor monumentenzorg sedert 1978 een kleine post (momenteel 200.000 Antilliaanse guldens) op de begroting voorkomt, zal financiële steun vanuit Nederland voorlopig onontbeerlijk blijven. Naar schatting bevinden zich op Curagao ruirii tweehonderdvijftig monumenten, voornamelijk uit de I7e en I8e eeuw. (Hierbij moet worden opgemerkt dat het grootste deel van de eind I9e-eeuwse neo-classicistische gebouwen, vooral in de wijken Scharloo en enkele op Pieter- ntaai en Otrobanda, niet meegeteld zijn). Een groot probleem van deze gebouwen is dat, indien zij hun oorspronkelijke functie verloren hebben en er geen nieuwe bestemming gevonden wordt, ze eigenlijk verloren zijn. Daar komt nog het tropisch klimaat bij en de zoute zeelucht die een snel verval ten gevolge hebben, om van vandalisme maar niet te spreken. Alle kosten verbonden aan een goed functionerend monumentenbeleid schat te Prof. C. L. Temminck Groll in I977op toekennen (de zogenaamde 'Program mahulp'), zodat de Antilliaanse overheid zelf kan beslissen voor welke doeleinden het bedrag aangewend wordt. Achteraf zal van de besteding dan verantwoording afgelegd dienen te worden. Deze pro grammahulp is ook gewenst gezien de tijdrovende subsidie-procedures, ver bonden aan 'projecthulp',welke de hui dige gang van zaken is. Het gebrek aan financiële middelen én het gebrek aan belangstelling voor cul tuurbehoud bij een groot deel van de be volking, zullen er overigens oorzaak van zijn, dat indien de landsverordening uit eindelijk van kracht wordt, daarmee het cultuurbezit nog lang niet veilig is ge steld. 2,5 miljoen, welke nu zeker 3,5 miljoen zal bedragen. In 1979 werd er voor aan koop en restauratie van een vijftal panden door de Stichting Monumentenzorg Curagao vanuit Nederland een subsidie van 75% toegezegd van de totaalkosten van ruim 2,5 miljoen, met een maximum van 50(1000 per jaar. Het probleem voor Curagao is, dat dit een eenmalige subsidie is en dat er verder geen maatre gelen zijn getroffen voor het voortbe staan van deze panden. In het algemeen betekent dit dat slechts een strikt com merciële aanpak (bijvoorbeeld verhuur als kantoorruimte) het voortbestaan van deze panden kan verzekeren. Curagao heeft dan ook de wens geuit dat Nederland jaarlijks een vast bedrag aan subsidie voor Monumentenzorg zal gaan

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschut - Tijdschrift 1924-2022 | 1980 | | pagina 16