Doetinchem heeft dr HE HERV. KERK TEN UOER. IN RESTAURATIE FOTO'S: JAN 11AHMEN die er zijn gehoor o.a. op wees hoeveel overeenkomst deze kerk vertoont met de hallekerk in Appingedam, waaraan ook een bezoek werd gebracht en waar we met orgelmuziek van het I8e-eeuwse or gel (A. A. Hinsch) werden ontvangen. Zoals vaak met restauraties het geval is, ontbreekt het over de wijze waarop die in de Martinikerk wordt uitgevoerd, niet aan kritiek, maar dat neemt niet weg, dat we van hetgeen al bereikt is, hebben kun nen genieten. 'Eén frappante opmerking uit de mond van de heer De Vrieze: de ondersteunende zuilen krijgen nog een 'religieuze lipstick-beurt' ter aanvulling van de reeds aanwezige schilderingen, terwijl het overigens wat 'kale' interieur wordt aangekleed met wandkleden van moderne allure. De derde groep bracht een bezoek aan de ook al door De Vrieze gerestaureerde herv. kerk in Tjantsweer (16e-eeuw). In Appingedam kwamen de drie groepen weer bij elkaar en na het kerkbezoek kon er een wandeling door het beschermde stadsgebied worden gemaakt, waarbij bijna vanzelfsprekend de hangende keu kens veel aandacht kregen. Op de wan deling werden enkelen van ons bijzonder getroffen door het huis 'Eben .Haézer' aan de Solwerderstraat, van welk juweel tje de toneelspeler en voordrachtskunste naar Otto Sterman de eigenaar is en die er met Marijke Vleeschdrager de meeste weekeinden doorbrengt. Dank zij hun grote gastvrijheid - koffie met Damster- koek .- hebben we hun huisje met veel meer ruimte dan de gevel doet vermoe den, mogen bekijken. Over Damsterkoek gesproken, die is naar het Damsterland genoemd en dan denken wc aan het Damsterdiep uit onze lagereschool-tijd, waarbij wc in één adem ook het Winschoterdiep moeten noemen, waarvan we ons in het Westen een voorstelling maakten van een brede vaarweg. Vergeet het maar, ze kwamen nu als een brede sloot op ons over. Dat zijn zo van die verrassingen op een dag als deze, evenals Nieuwe Schans ons ver raste met een brink, die geen brink is (was), maar een exertitieveld, dat nu met forse linden is begroeid. Nieuwe Schans, een van de kleine vestingstadjes in het Groninger Oldambt, dat zo'n tien jaar geleden een troosteloze aanblik bood, maar waar de Vereniging van vrienden van Nieuwe Schans met groot enthou siasme aan het restaureren zijn geslagen, zodat oude officiers- en kanonnierswo ningen bewaard zijn gebleven en waar aangepaste woningbouw is en wordt ge pleegd en waar men met een fikse dosis optimisme rekent op het tot stand komen van het eerste kuuroord in Nederland, waarvan nu al richtingwijzers blijk ge ven De terugtocht leidde langs het Eemsge- bied met machtige fabrieken èn leeg staande fabrieken, maar vooral met een weids akkcrbouwlandschap met kapitale of kasteelboerderijen, vrijwel zonder uit zondering van het oorspronkelijke kop- hals-romp-type. Zo zagen we een stuk monumentaal Ne derland, ook landschappelijk monumen taal. Onze Groningse gastheren onder voor zitterschap van burgemeester T. J. Koek van Winschoten (eerder van Nieuwe Schans) hebben ons met hun gastvrij ont haal zeer verplicht. v.d.W. Het niet rijk met monumenten gezegen de Doetinchem heeft zich ontpopt als een echte molenstad. Met de kort geleden gereed gekomen restauratie van de Velsmolen in de buurtschap IJzevoorde is Doetinchem thans in het bezit van drie fraai gerestaureerde en bedrijfsklare mo lens. Een-aantal, waarop - met uitzonde ring van Winterswijk - geen enkele Oost gelderse gemeente kan bogen. De eerste molenrestauratie was die van de Walmolen aan de oude IJsselkade, op het laatst overgebleven stukje stadswal. Dat" was in 1965. De opknap was overigens een dubbeltje op zijn kant, want nog in 1961 moest de Doetinchemse burgerij ac tie voeren om de gemeentelijke autoritei ten van sloop af te houden. De gemeente zag toen meer in een parkeerterrein dan in molenbehoud. De Walmolen, die met de 16e-eeuwse Catharinakerk het sil houet van Doetinchem voor het grootste deel bepaalt, is een uit 1852 daterende ronde stenen stellingkorenmolen. In de woonkamer van de molenaarsfanii- lie (op de begane grond) zijn thans het VVV en de stichting Doetinchem '70 ge huisvest. Na de Walmolen-restauratie moest Doe tinchem dertien jaar wachten op het vol gende molenherstel. Dat was in de buurt schap Dichteren, waar in september 1978 de uit 1870 daterende ronde bakstenen grondzeiler 'Aurora' fraai uit de restaura tie tevoorschijn kwam. En dan nu de Velsmolen, de laatste van de drie waarvan de restauratie gereed ge komen is. De molen, aan de oude Hes senweg van Doetinchem naar Varsse- veld, is genoemd naar de bouwer: B. Veis. Het is een fraai in het coulissen- landschap gelegen achtkantige houten bovenkruier met stelling, gebouwd op een gemetselde achtkante onderbouw. De molen dateert van 1856, doch werd in 1920 door brand totaal verwoest. In 1921 volgde herstel, waarbij gebruik werd ge maakt van onderdelen van de in Zelhem (nabij Doetinchem) gesloopte molen van - heel toepasselijk - Molenkamp. Toen de Velsmolen in de vijftiger jaren van deze eeuw buiten bedrijf raakte maakte nie mand zich er druk om. Het was de trend van de tijd, waarin 'vernieuwing' zoge naamd de 'vooruitgang' diende en vele molens in Nederland plat gingen.

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschut - Tijdschrift 1924-2022 | 1980 | | pagina 12