Alkmaar restaureert binnenstad 156 De grachten in de Alkmaarse binnenstad hebben illustere namen. Namen als het Verdronkenoord, de Mient, het Luttik Oudorp, de Kooltuin. Ze zijn er nog steeds, die grachten. En er langs staan pakhuizen en monumentale pandjes te onderstrepen dat de Alkmaarse binnens tad feitelijk één groot monument is. Het klein-Amsterdam van de Noordkop. Dempen die boel en tegen de vlakte met die panden. Verkeersdoorbraken moeten er komen. Kantoren. Bedrijven. Een modern winkelcentrum. Dat was in het begin van de jaren zestig nog het plan van prof. Wieger Bruin. En van het gemeen tebestuur. De Bond Heemschut kan er trots op zijn één van de actievoerders te zijn geweest, die ervoor zorgden dat de professor bij de Alkmaarders lelijk op de koffie kwam. Het dempen van de grachten ging niet door, maar latere plannen van ir. Kuiper voorzagen toch in die verkeersdoorbra ken en de sloop van vele oude panden. Het is nog geen tien jaar geleden dat een actiecomité Sanering Oostelijk Stadsdeel (SOS) de plannen radicaal wist om te buigen naar de drie grote R's: Restaura tie, Renovatie, Rehabilitatie. Een nieuw bestemmingsplan, waarin de bevolking zelf ten'volle werd betrokken, voorzag in het herstel van de woon- en werkfunctie van de binnenstad. Kleine handels- en ambachtelijke bedrijfjes moesten in de plaats komen van storende, te veel ver keer aantrekkende, lawaaiige en stank- verspreidende bedrijven. De grachten moesten worden gereconstrueerd, alle 170 monumenten in dit stadsdeel geres taureerd en alle tot halve krotten verzakte beeldbepalende panden gerehabiliteerd. 'Wat ruikt er nou lekkerder dan een warm broodje?', zou bakker Blanken vijf jaar geleden al uitroepen en hij zit met zijn winkeltje nog aan het inmiddels volledig gereconstrueerde Verdronkenoord. Maar zijn grote bakkerij, waar hij het brood bakt voor tal van instellingen, moet nu toch verdwijnen uit de buurt en zo zijn er tal van andere bedrijven ver huisd naar het nieuwe terrein Beverkoog. De reconstructie van het Verdronke noord gaf de bewoners van de binnenstad het vertrouwen dat het gemeentebe stuur, onder leiding van de Commissaris der Koningin drs. R. de Wit, de grote sloophamer van de kaalslag had opge borgen achter het vaandel van het be houd. Jongeren stortten zich gretig op vrijkomende, vervallen pandjes om ze ei genhandig op te knappen. De bestrating, lantaarns, beplanting en het verdere straatmeubilair werden aan het gerecons trueerde aanzien aangepast en zo begon vanuit het Verdronkenoord de victorie. Door stegen als het Fnidsen, de Hekel straat, de St. Jacobsstraat en het rood gloeiende straatje van sexueel vertier, de Achterdam, zette het zich voort. De auto werd er taboe verklaard; de voetganger kreeg voorrang; de boetieks en bistro's, galerieën en ambachtelijke nijver heidswinkeltjes verdrongen zich. HET GERESTAUREERDE MORIA ANSHOOFD IN DE LANGESTltAAT. DATEREND VAN 173(1. DE UEELDENC.ROEI' Ol' DE ATTIEK STELT VOOR 'DE TIJD ONTHULT DE WAARHEID' STIJLKAMERS IN HET MOR1A A NSHOOFD VERMOEDELIJK DATEREND VAN OMSTREEKS I7C.0 ■1) HET VERDRONKENOORD. Ol' DE ACHTERGROND DE TOREN VAN DE DOMINERENDE DOMINICUSK ERK DIE HELAAS ONLANGS DOOR DE MINISTER VAN CRM VAN DE MONUMENTENLIJST IS AFGEVOERD

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschut - Tijdschrift 1924-2022 | 1980 | | pagina 18