'Hofjes' in Zutphen m Door Dra. M. M. Doomink-Hoogenraad en Jhr. Mr. M. W. C. de Jonge. 148 Zoals de meeste oude steden beschikte Zutphen in de Middeleeuwen beschikt over een groot aantal instellingen van weldadigheid: gasthuizen, armhuizen en armhuisjes of vrijwoningen Vooral van de laatste categorie - trouwens zelden scherp van de andere te onderscheiden - waren er vele: kleine of grotere groepen huisjes, in 'gangen' bij elkaar gelegen, die veel gemeen hadden met de complexen die men later 'hofjes' is gaan noemen: dit waren immers woningen om een binnenhof gegroepeerd, als afzonderlijke bouweenheden ofwel onder een dak, maar zelfstandig bewoond, soms als geheel ommuurd, en bereikbaar door een toegangspoort naar het hof, een bouwvorm die stellig door de middeleeuwse begijnhoven is beïnvloed. Het ligt voorde hand dat de complexen vrijwoningen licht tot hofjes konden uitgroeien. Werden de gasthuizen in vele gevallen door de stedelijke overheden gestichtvan de vrijwoningen waren de stichters meestal particulieren, die zich bekommerde om hun behoeftige medemens, maar ook om hun eigen zieleheil, en die aan hun instelling een kapitaal plachten te verbinden, waardoor de huisjes rondom niet konden worden bewoond, aan de inwoners doorgaans nog een klein zakgeld kon worden verstrekt en bovendien uitkeringen in natura werden gegeven in de vorm van levensmiddelen en brandstof, zg. spindingen of preuven. In Zutphen is de laatst overgebleven gang met vrijwoningen - de Hack- fortshuisjes in de Spittaalstraat, in 1478 gesticht door Jacob van Hackfort, ridder, en zijn vrouw- in dejaren negentig van de vorige eeuw opgeruimd. Na de laatste oorlog verdween het Diakoniehof in de Groensteeg, vijf-en-een-halve eeuw oud, in 1415 als armhuis gesticht door Evert van Kcppel, nabij de collegiale kerk van St. Walburg waarin hij kannunik was. Dit Keppelshuis werd in het begin van de 16e eeuw als 'Oude-mannen-en- vrouwenhuis' verplaatst naar de Halter straat en omstreeks 1865 gevestigd aan de Groensteeg in de Polsbroek, waar het uit groeide tot een vrij groot hofje van 40 één- en tweepersoons woningen om een binnenplaats en met een toegangspoort. Het was tenslotte zeer vervallen en werd afgebroken met de kaalslag van de Pols broek. Men mag erop vertrouwen dat dit nu zeker niet meer zou gebeuren: zóveel zijn in enkele decennia de opvattingen in dezen wel gewijzigd. Drie van de vijf woningcomplexen in Zutphen, die in recente jaren gerestau reerd of gerenoveerd zijn, kan men met recht 'hofjes' noemen. Het oudste daar van, hoewel niet middeleeuws, is het Ruytershofje aan de Berkelsingel. Het is "sa ontstaan uit de samenvoeging van enkele armhuisjes in de Nieuwstad, geschonken door leden van de Zutphense familie Ruyter; als stichtingsjaar houdt men 1571 aan, hoewel 'Henrick Ruyters armehuse' ook al veel eerder worden vermeld. i_. Ruim drie eeuwen lang bleef de Ruyters- gang - later ook wel Hellengang ge noemd, toen bestuur en collatie aan het geslacht Van der Heil waren vererfd - aan de Gasthuisstraat in de Nieuwstad geves tigd. In 1784 werd het collatierecht ge kocht door de St. Anthony Grote Broe derschap een geeestelijk gilde dat zich se dert zijn stichting in 1451 bezighield met armenzorg, en dat in 1789 het hofje liet verbouwen tot 19 huisjes van éen kamer tje van 2 x 4 m, met bedstee erin, kelder tje eronder en zoldertje erboven, rond om een bleekveld met pomp en 'huus- ken' voor algemeen gebruik. Tegen het eind van de vorige eeuw was het hofje totaal uitgewoond, en de broederschap liet het nu op een daartoe aangekocht stuk grond aan de Berkelsingel in geheel nieuwe vorm opbouwen, vergroot tot 32 woningen, nu met twee kamers, en om een groter, met groen en bloemen be plant binnenhof. In 1898 werd het huis hier geopend; boven de poort werd de gedenksteen uit het hofje ingemetseld, waarop het stichtingsjaar en het wapen - helaas een verkeerd! - van de familie Ruyter staat. Het werd een lage bouw met kap en dak lijst langs de straat, onderbroken door sierelementen en een fors toegangspavil joen met verdieping boven de poort in een neo-renaissance stijl met 'art nou veau' accenten. Deze versiering is voor een hedendaagse toeschouwer wat ge zocht en het geheel wat saai door het gebruik van grauwe machinale baksteen Bij de onlangs gereedgekomen algehele renovatie werden de huisjes vernieuwd en vergroot, en het aantal in verband daarmee teruggebracht tot de helft. Tot een tiental jaren geleden waren dit nog echte vrijwoningen en genoten de bewo ners bovendien preuvingen. Door de kosten van onderhoud en renovatie ener zijds en de invloed van de Bijstandswet anderzijds geldt nu een huurverhouding met de bewoners en huurprijzen van 370,- tot 470,- per maand. Het zg. Lutherse hofje in de Geweldigers- hoek aan het einde van de Halterstraat dateert uit 1850, toen de diakonie van de

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschut - Tijdschrift 1924-2022 | 1980 | | pagina 10