De klokkestoel van Solwerd
Houten klokkestoelen zijn in de provin
cie Groningen een zeldzaamheid; er be
staan er slechts vier n.1. te Solwerd, de
Wilp (Marum), Oldekerk en sedert 1975
ook te Sint Akken.
Voor dergelijke bouwsels moet men ei
genlijk in Friesland zijn, waar er van de
100 bekend geworden exemplaren nog
60 over zijn.
Dat er in Groningen meer zijn geweest,
blijkt uit archiefstukken en oude tekenin
gen. Wanneer men dergelijke bijzondere
verschijningen in onze landelijke bouw
kunst eenmaal opmerkt, ontstaat onwil
lekeurig de behoefte te weten hoe oud
dergelijke bouwvormen zijn, waar ze
vandaan komen en welk doel ze hadden.
In zijn boekje 'Luidklokken, klokluiden
hand de houten klokkestoelen ingevoerd
zijn, als een eenvoudig te construeren en
voor de hand liggende compensatie voor
een stenen toren, zeker ook voor die ker
ken die volgens het armoede-ideaal geen
torens mochten bouwen (Cistercienzer-
orde).
De oudste bekende klokken in het Noor
den van ons land stammen van de 13e
eeuw, n.1. die van Kortezwaag 1200)
en die van Schillaard (1284) beide in
Friesland.
De oudste bekende grote klok (106 cm)
in Groningen is die van Stedum uit 1300,
voorzien van een Maria-monogram.
In hoeverre in de vroegste Christentijd in
het Noorden 800) reeds van klokke
stoelen sprake is, weten we niet. Door
en klokkestoelen', schrijft G. W. Tem-
peimans Plat dat houten klokkestoelen
vrijwel uitsluitend in de (Friese, d.v.)
'Wouden' en tussen de meren worden
aangetroffen. Dat zijn dus de arme gebie
den, in tegenstelling tot de meer welva
rende kleigebieden, waar veelal grote
bakstenen torens werden gebouwd. Het
zijn waarschijnlijk geografische en eco
nomische faktoren geweest die bepaal
den of een kerkdorp een stenen toren of
een eenvoudige houten klokkestoel
bouwde, n.1. de bodemgesteldheid en de
financiële draagkracht der bevolking.
Oorspronkelijk stonden de klokkestoe
len steeds bij kerkjes op het omringende
kerkhof.
Met de stenen torens zullen in de armere
en veen- en watergebieden langzamer-
Men treft teksten aan als:haeghe en de
donder breek ick.
(Goingarijp)
Van tempeeste behoet Godt al
Alsoo varre als me min luut hooren sal
(St. Bavo, Haarlem)
Van origine is het lawaaimaken bij begra
fenissen een heidense gewoonte om boze
geesten te verdrijven b.v. door 'luid lui
den, schreeuwen en luide rouwkreten
roepen, het tegen elkaar slaan van allerlei
voorwerpen, waaronder het kloppen
met de hekel of brake.'2)
Ook de ratelwacht in de 17e eeuw, bij
begrafenissen van belangrijke personen,
stamt van dit gebruik af.
'Het luiden van klokken is dan ook niets
i
DE KLOKKESTOEL VÓÓR DE RESTA UR ATIE
NA DE RESTAURATIE
FOTO'S: P.L. DE VRI EZ E. GRONINGEN.
verwoestingen van de Noormannen en f.
gebrek aan geschreven bronnen blijft dit
duister. S. J. van der Molen heeft bewijs-
stukken gevonden die tot 1489 terug
gaan, waarbij er in Sneek sprake was van
de verplaatsing van een houten klokke
stoel van de noordzijde naar de huidige
plaats bij de St. Maartenskerk.
Het klokgelui is van oudsher verbonden
met het kloosterleven of breder nog met
het leven der Christelijke Kerk. 'De klok
had een drieledige taak: zij riep de leven
den ter kerke, zij beluidde de doden en zij
verdreef de duivels en de boze geesten'.
Voor dit laatste voorzag men veel klok
ken van bezweringsformules, die bij het
luiden der klok met grote kracht door de
lucht galmden en alle gevaar verdre-
ven(!).