Heemschut in actie
Bescherming stads- en
dorpsgezichten
De RUIGE BlESBOSCH. Van dit laatste
Europese „vloedwoud" gaat onweer
sprekelijk grote aantrekkingskracht uit,
niet alleen op de natuurliefhebber, maar
ook op de watersporttoerist. De Bies-
bosch heeft ook in de Tweede Wereld
oorlog een belangrijke rol in het verzet
gespeeld. Van dit boek, door C.
Baardman en anderen geschreven is nu
een vierde druk verschenen, wel een be
wijs, dat er belangstelling voor is. De
toto's zijn ware juweeltjes.
Uitgever: J. N. Voorhoeve, Den Haag;
49,90.
Monumentenzorg in Amers
foort. De feitelijke titel van dit boekje
luidt: Vooruitstrevend behoud; een nota
over monumentenzorg in Amersfoort.
Het gaat, zoals de titel aangeeft, om een
„nota", maar deze is wel wat meer ge
worden dan gewoonlijk onder een amb
telijke nota wordt verstaan. Er is geen
sprake van een droge opsomming van
feiten.
In onze kring - ook in dit tijdschrift - is
bij tijd en wijle wel eens kritiek geuit op
het monumentenbeleid in Amersfoort.
De voorliggende nota bewijst dat het het
gemeentebestuur ernst is met de monu
mentenzorg in deze Utrechtse gemeente.
Er blijkt sprake te zijn van wat wordt
genoemd een „koerscorrectie", waaraan
wordt toegevoegd dat de ondernomen
activiteiten - wanneer men die van alle
gemeenten tezamen optelt - groot zijn,
maar wanneer men evenwel de zaken per
gemeente bekijkt en dit relateert aan wat
in principe mogelijk zou zijn, is er minder
reden tot (grote) voldoening. Ten aan
zien van Amersfoort in het bijzonder
wordt opgemerkt dat het beleid (tot voor
kort) meer gericht was op het verkeer en
het vervoer door de binnenstad, op par-
keeroplossingen en het benadrukken van
centrumfuncties zoals dienstverlening,
winkels en horeca, dan op renovatie- en
rehabilitatieaspecten. De nota bepleit nu
een krachtiger aanpak van de monumen
tenzorg en het beschermingsbelcid.
Oude kerken in Groningen. Dit
vlot door Tony van der Meulen geschre
ven boekje is uitgegeven ter gelegenheid
van het tienjarig bestaan van de Stichting
Oude Groninger Kerken. Zo'n dertig
kerken zijn door de stichting overgeno
men en ca. twaalf werden inmiddels ge
restaureerd. In veel gevallen wordt er
weer Gods' Woord verkondigd, maar
menige kerk in het Groninger land biedt
nu ook ruimte aan cultiirele activiteiten.
Over nieuwe mogelijkheden, maar ook
over problemen als restauratie, onder
houd en gebruik van kerken, vertelt dit
boekje.
Uitgever: Bosch en Keuning nv, Baarn;
8,75.
DORESTAD. Voor hen die in archeologie
zijn geïnteresseerd is dit cahier, een uitga
ve van de Rijksdienst voor het oudheid
kundig bodemonderzoek, zeer lezens
waardige stof.
Langs Nederlandse Orgels. Onder
deze titel is een serie van vier delen opge
zet. Het eerste (N. en Z. Holland en
Utrecht) deel kondigden we in ons
januari-nr. van deze jaargang aan, nu
kwamen uit resp. Overijssel en Gelder
land en de drie noordelijke provincies.
Eerstgenoemd deel werd geschreven
door drs. J. F. van Os, het andere door
Frans Talstra. De veel kleinere opzet dan
het boek over de Leidse orgels in aanmer
king nemende, zijn beide auteurs er in
geslaagd op prettig leesbare wijze veel
bijzonderheden over de behandelde or
gels bijeen te brengen, en vooral ook
over de bouwers daarvan. Drs. van Os
bracht voor zijn deel voornamelijk zelf de
foto's bijeen, Frans Talstra putte voor de
illustraties uit tal van bronnen. (Uitg.
Bosch en Keuning, Baarn).
Langs Stinsen, States en andere
Voorname Huizen in Friesland. De
lange titel van dit boekje, geschreven
door R. J. Wielenga, zegt eigenlijk alles
over de inhoud, waarvan we de lezing
gaarne aanbevelen. In opzet is dit boekje
gelijk aan die van de serie „Langs oude
kerken", dus met routebeschrijvingen,
iets over de stinsenflora, een verklaring
van enkele gebruikte (technische) ter
men, een literatuuropgave (voor wie nog
meer bijzonderheden wil leren kennen)
en tot slot een serie van ca. 100 foto's
(Uitg. Bosch en Keuning, Baarn;
16,50).
Heemschut heeft zich tot de Rijksdienst
voor de Monumentenzorg gewend naar
aanleiding van de nota 'Herinventarisatie
van te beschermen stads- en dorpsgezich
ten'. Veranderingen die zich in een aantal
eerder als beschermingswaardig aange
merkte kernen hebben voltrokken, heb
ben er toe geleid dat de betreffende ker
nen van het beschermingsprogramma
moesten worden afgevoerd, aldus de no
ta. Hieruit kan volgens Heemschut wor
den geconcludeerd dat gemeen
tebesturen zich veelal niet beijveren om
reeds vroegtijdig met de doelstellingen
van de voorgenomen bescherming reke
ning te houden. Wil het nieuwe pro
gramma enig effect sorteren dan zal de
Rijksdienst voor de Monumentenzorg
zich tijdig van de medewerking van de
betrokken gemeentebesturen moeten
verzekeren, zo dringt Heemschut bij de
Rijksdienst erop aan.
In de brief wijst Heemschut op de gang
van zaken bij de ingeschreven 'gezich
ten'. Over een periode van dertien jaar
zijn totaal 151 'gezichten' ingeschreven;
een gemiddelde van 11,66 per jaar. Het
nieuwe programma vermeldt een totaal
van 330. Er resteren dus nog 179 in te
schrijven 'gezichten'. Uitgaande van het
eerder genoemde gemiddelde zou daar
ongeveer 16 jaar mee gemoeid zijn. Die
tijdsduur is te groot om het sluipende
proces van verandering van te bescher
men historische kernen te kunnen afrem
men. Aangedrongen wordt op verkor
ting van de procedure die tot bescher
ming moet leiden. Eveneens dringt
Heemschut er bij de Rijksdienst op aan,
dat deze gemeentebesturen en provincia
le besturen met betrekking tot nog vol
doende historische waarde bezittende
kernen wijst op de mogelijkheid tot het
vrijwillig aanvragen van een stedebouw
kundig advies bij de Rijksdienst. In de
nota wordt opgemerkt dat het be-
schermingsbeleid afhankelijk is van de
geldmiddelen van de overheid. Dit geeft
blijk van moedeloosheid. In plaats van
'temporiseren' dient gestreefd te worden
naar 'intensiveren' van de bescher-