Heemschut in actie
I
Amsterdam
De ontwikkelingen met betrekking tot
het Realen-eiland, één van de karakteris
tieke westelijke eilanden in de hoofdstad,
baren de Bond Heemschut zorgen. Hier
van heeft de bond in brieven aan de mi
nister van Volkshuisvesting en Ruimte
lijke Ordening en aan de Rijksdienst voor
de Monumentenzorg mededeling ge
daan.
Wat is het geval? De Amsterdamse ge
meenteraad heeft onlangs besloten het
Realen-eiland aan te wijzen als stadsver
nieuwingsgebied en is eveneens overge
gaan tot vaststelling van een herinde
lingsplan krachtens de beschikking gel
delijke steun stadsvernieuwing. Realise
ring van deze voornemens zou, althans
volgens de nu voorgestelde vorm, in
onderdelen, een te grote aantasting van
het karakter en de historische structuur
van het eiland betekenen. Hierbij moet in
aanmerking worden genomendat de ge
meenteraad 2V2 jaar geleden besloot de
aanwijzing tot beschermd stadsgezicht
van het Realen-eiland aan te vragen.
Worden de thans genomen besluiten uit
gevoerd, dan is het gevaar groot dat dit
gebied dermate aan karakteristieke waar
de verliest dat het geen volwaardig on
derdeel van een beschermd stadsgezicht
meer zal zijn.
Buiten de voorstellen in de door de ge
meenteraad aanvaarde nota van B. en W.
vindt er nu reeds een ernstige afkalving
DE PAKHUIZEN AAN DE REALENGRACHT
I5-1H STONDEN ER EENS ALS EEN BROK I7E
EEUWS. SPECIFIEK AMSTERDAMSE
ARCHITECTUUR. BIJ
DE VOOR AMSTERDAM UNIEKE
DRIEHARINGENBRUG OP HET
REALEN EILAND
VI ER WINDENSTRA AT 4 OP HET
REALEN EILAND: BEELDBEPALEND
FOTO'S 2 3: MAARTEN BRINKGREVE
m
van het monunientenaspekt van het ei
land plaats. De monumentale „her
bouw" van de om bouwvallighcidsrcde-
nen afgebroken pakhuizen Realengracht
15-18 - misschien wel de mooiste 17e-
eeuwse pakhuizen van Amsterdam en
zeer bepalend voor het gezicht van het
eiland - vindt plaats in de vorm van
nieuwbouw, waarbij alleen de voorge
vels een herinnering moeten oproepen
aan deze pakhuizen.
De in de brief aan de minister van VRO
geuite bezwaren van de Bond Heem
schut zijn als volgt samen te vatten:
1. Noodzaak tot aanplemping ten be
hoeve van het parkeren is in het geheel
niet aangetoond. Het naar verhouding
geringe aantal auto's, dat op de aanplem-