wel trots op, dat in het gemeentelijk ar
chief een Hoeren en boevenboek"
wordt bewaard. De zeden van Does-
burgsc ingezetenen blijken in die jaren
wel te wensen hebben overgelaten, want
boven de blauwe steen bevond zich aan
het gemeentehuis de drilkooi, waarin da
mes van lichte zeden werden tentoonge
steld. Trouwens de magistraat zelf was
ook niet overdreven kies.
Mr. L. A. J. W. Baron Sloet weet n.1. in
zijn „Bijdragen tot de kennis van Gelder
land" te berichten, dat hij op 25 juni 1630
Trijnc Teunisscn, ruim 16 jaar oud, ver
oordeelde ,om in hare gevangenis of met
gesloten deuren moedernaakt te worden
gegeseld".
Doesburg had ook andere aspiraties. Het
aparte noot hebben gegeven tot het fatale
moment, waarop het Portland cement als
wondermiddel binnen de stadspoorten
verscheen. De muren van de huizen ble
ken nogal vocht door te laten en als won
dermiddel hiertegen werd het Portland-
cement aanbevolen. Deze goed bedoelde
raad bleek algemeen opgevolgd te wor
den en zo veranderde het prachtige oran
jerode baksteen sinds 1870 in een grauwe
grijze massa. Het veelbelovende cement
bleek achteraf de vochtigheid binnens
huis alleen maar vergroot te hebben.
In de jaren dertig van deze eeuw kwam
hierin heel langzaam wat verandering
dank zij het onvermoeid streven van ar
chitect N. de Wolf, die in die jaren plan
nen voor restauratie begon uit te werken.
wilde een garnizoen. In 1866 werd daar
om voor eigen rekening een grote kazer
ne, de Mauritskazerne, voor een batail-
lon op voet van oorlog (1000 man) ge
bouwd voor de prijs van 103.000 gulden.
Na de tweede wereldoorlog is de kazerne
met bijgebouwen gesloopt.
Zo zijn er nog tal van bijzonderheden
over Doesburg te vermelden, maar laten
wc het hedendaagse Doesburg nu eens in
ogenschouw nemen.
In stedebouwkundig opzicht heeft Does
burg eveneens een rijk verleden, waarvan
het stratenbeloop en de vele nog aanwe
zige herenhuizen duidelijk getuigen. In
zijn gouden tijd moet Doesburg een
prachtige stad zijn geweest. De vaak sier
lijke gevels van oranjerode baksteen
moeten aan deze stad ongetwijfeld een
HE SFEERVOLLE l'H. CA.STELAARSTRAAT IN
HET CENTRUM VAN DE STAl)
5 DEZE RANDEN AAN DE MEIl'OORTWAL
HER INNER EN AAN DE TIJD. WAARIN
DOESUURG NOG VERSCHEIDENE
STADSBOEK DE RIJ EN BEZAT. THANS HEEFT
DOESBURG NOG MAAR TWEE VAN
DERGELIJKE BOERDERIJEN
F GERESTAUREERDE RANDEN IN DE
VEERROORTSTRA AT: NRS. 29 T/M .13
FOTO'S: G. J. B. STORK. DOETINCHEM
Een zevental panden bleek toen daarvoor
in aanmerking te komen, waaronder het
stadhuis. Dankzij de restauratie heeft dit
pand een ware metamorphosc onder
gaan. De afschuwelijke cementlaag ver
dween en de mooie steenklcur van weleer
werd weer zichtbaar. Na de bevrijding
was het dr. J. H. van Heek van Huis
Bcrgh, die de voormalige Waag en Hot
Gelria, beide aan de Koepoortstraat ge
legen, in eigendom verwierf en deze liet
restaureren. Ook de stichting Hendrik de
Keyser bleek hier actief en restaureerde
na aankoop de voormalige oliemolen aan
de Meipoort, 't Huys Optcnoort gehe
ten. Heel geleidelijk aan kwam de restau
ratie van panden in Doesburg op gang,
afhankelijk uiteraard van de middelen,
welke daarvoor van hogerhand ter be
schikking werden gesteld.
In Mr. H. V. van Walsurn kreeg Does
burg in 1969 een eerste burger, die bij
zonder veel voor het behoud van cultuur
monumenten in zijn stad bleek te voelen
en er zich ook voor in wilde zetten. Dit
althans mag worden geconcludeerd uit
zijn voorzitterschap van de Gelderse Mo
numenten Commissie en van de Stich
ting Oude Gelderse Kerken.
Ondanks de traagheid, waarin de restau
ratie voortgang vond, is er in de loop der
jaren toch wel veel tot stand gekomen.
Een belangrijk object was zonder meer de
herbouw van het Waterstraatkwartier in
het centrum van de oude binnenstad. De
ze geheel verkrotte wijk is herbouwd met
handhaving van het kleinschalige en van