Stationsgebouw
Vogelenzang
St. Carolusgesticht,
Den Bosch
Amsterdam
236
Met voldoening heeft onze bond kennis
genomen van het standpunt van B. en W.
van Bloemendaal om dit stationsgebouw
te willen behoudenPlaatsing van het sta
tion op de gemeentelijke monumenten
lijst is ook o.i. de meest geëigende maat
regel om de toekomst van het pand in
zekere zin veilig te stellen, waarbij de
wens wordt uitgesproken dat het sta
tionsgebouw een zichtbare herinnering
aan het verleden zal blijven. (Wat dat ver
leden betreft, velen zullen zich de belang
rijke plaats herinneren die het station Vo
gelenzang in 1937 innam tijdens de in de
onmiddellijke nabijheid daarvan gehou
den Wereldjamboree).
HET STATION VOGELENZANG AAN DE
SPOORLIJN HAARLEM-LEIDEN. HEEMSCHUT
HEEFT OP BESCHERMING AANGEDRONGEN.
FOTO: GEMEENTELIJK ARCHIEF
BLOEMENDAAL
Het pleidooi van o.a. de Bond Heem
schut om het St. Carolusgesticht aan de
Jan Heinstraat op een aanvullende ont-
werp-monumentenlijst te plaatsen, is
vergeefs geweest. De Monumentenraad,
de Rijkscommissie voor de Monumen
tenzorg en de Monumentenbeschrijving
zijn tot de conclusie gekomen dat het
object, beoordeeld naar criteria van
schoonheid, betekenis voor de weten
schap of volkskundige waarde, niet van
zodanig belang was te achten dat be
scherming of plaatsing op de Rijkslijst
gewettigd was. Conform deze adviezen
heeft de staatssecretaris van C.R.M. geen
aanleiding gevonden om het gebouw in
het monumentenregister op te nemen.
Naar aanleiding van een nota van het ge
meentebestuur „Wonen op Amsterdams
Water, een nieuwe aanzet tot een woon-
schepenbeleid" heeft de Bond Heem
schut zich met een open brief tot de be
woners van de binnenstad gewend om de
aandacht te vestigen op het vraagstuk van
de woonschepen in de Amsterdamse
grachten en om hen te wijzen op de mo
gelijkheid tot inspraak.
Het is de bedoeling van de gemeente tot
een planologisch beleid te komen aan de
hand waarvan legale ligplaatsen voor
woonschepen op aanvaardbare wijze in
het stadsbeeld worden ingepast. Ook wil
de gemeente meer eisen aan kwaliteit en
uiterlijk van de woonschepen gaan stel
len.
In de open brief aan de bewoners van de
binnenstad schreef Heemschut het zeer
gewenst te achten - zowel uit een oog
punt van algemeen belang als van de
rechtszekerheid van de direct betrokke
nen dat er iets gebeurt. Naast de woon
schipbewoners hebben ook de bewoners
van de stad - in het bijzonder diegenen
die hun directe woonomgeving vaak in
ongunstige zin veranderd zagen - recht
op verbetering van hun leefmilieu. De
Bond Heemschut acht het dan ook nuttig
dat de gemeente vooruitlopend op de
nieuwe Woonschepenwet, die voor on
bepaalde tijd in de ijskast lijkt te liggen,
op redelijke termijn zelf tot beleidsbeslis
singen komt met betrekking tot de toe
komst van bewoonde schepen. Er heeft,
zo viel verder in de brief te lezen, sinds
het begin van de jaren zeventig op ver
scheidene plaatsen onaanvaardbare wild
groei plaatsgevonden. Binnen de ge
meentegrenzen van Amsterdam bevin
den zich thans ca. 2200 woonschepen,
een kwart van het landelijk totaal.
De gemeente gaat een stuurgroep instel
len om de in haar nota vervatte uitgangs
punten verder uit te werken. Teneinde de
stadsbewoners in de gelegenheid te stel
len gecoördineerd hun mening te geven,
heeft Heemschut lijsten op het Korenme
tershuis neergelegd waarop de stadsbe
woners hun oordcel kunnen uitspreken,
maar dan wel zo spoedig mogelijk. Ook
schriftelijke reacties op deze open brief
zijn welkom.
Voor een doeltreffend woonschepenbe-
leid gaat Heemschut van de volgende
overwegingen uit:
a) Een integraal planologisch beleid,
waaraan elke ligplaatsvergunning voor
een bepaald schip getoetst dient te wor
den;
b) Deze toetsing is ook noodzakelijk voor
een adequate inrichting van de wallckant.
Bijvoorbeeld zal met name in de binnen
stad de eis moeten worden gesteld dat de
schepen niet in één onafgebroken rij ko
men te liggen;
c) Verscherping van de eisen aan het
uiterlijk van de woonschepen;
d) Op waardevolle plekken in de stad
dienen zeker maximaal toelaatbare
hoogte- en lengtematen te worden ge
hanteerd. Voor een goede harmonie tus
sen historische omgeving en woongenot
op het water dienen bij voorkeur die
schepen in de binnenstad gesitueerd te.
worden, waarvan de (voormalige) vaar-
functic nog waarneembaar is. Enorme
opbouw op schepen en fantasieloze super
bungalow's op een betonnen casco pas
sen zelden in het karakter van de oude
stad;
e) De bepalende factor voor het aantal
woonschepen dat uiteindelijk ligplaats
vergunning krijgt, dient de geschiktheid
van de verschillende ligplaatsen te zijn en
dus niet het huidige aantal;
f) Schepen die voor „opslag" en/of be
drijf dienen, vooral ook vanwege de ille
gale en ontoelaatbare wijze waarop vaak
de wallekant wordt gebruikt, dienen te
verdwijnen.
v.d.W.
i