Heemschut in actie
Friese voet-, kerk- en trekpaden
De Bond Heemschut c.q. de Provinciale Commissie van onze organisatie, heeft in de loop van
dit jaar enige gesprekken gevoerd met leden van Gedeputeerde Staten van Friesland. Daarbij
zijn verschillende onderwerpen aan de orde gekomen, zoals de mogelijkheden van subsidiëring
van restauraties van woonhuizen, herstel van rieten daken op boerderijen en de eerlang te
verwachten Provinciale Monumentennota. Tijdens dit contact tussen Heemschut en Gedeputeer
de Staten is vooral van gedachten gewisseld over de zorgwekkende toestand waarin het
waardevolle net van historische voet-, kerk- en trekpaden, dat in Friesland (althans formeel)
veelvuldig aanwezig is, verkeert. In een brief aan Gedeputeerde Staten heeft de Bond Heem
schut dit laatste onderwerp wederom aan de orde gesteld.
Deze brief is hieronder samengevat.
Het moge zo zijn dat deze voor de ge
meenschap en voor het landschap zo aan
trekkelijke paden veelal op de gemeente
lijke wegenleggers compareren, vaak
echter zijn zij in zeer verwaarloosde of
vervallen toestand of in feite verdwenen.
De oorzaak van de desolate toestand
moet eensdeels worden toegeschreven
aan gebrek aan geldmiddelen om het no
dige onderhoud te bekostigen, anderzijds
echter moet de oorzaak van het verval
worden gezocht in een gemis aan inzicht
in cultuur-historische waarden, in gebrek
aan belangstelling en een ontbreken van
een visie op de toekomstige ontwikke
ling. Gelukkig tekent zich hoe langer hoe
meer af dat een herwaardering van deze
paden op gang is gekomen. Het besefis
groeiende dat deze paden een kostelijk
bezit vertegenwoordigen, niet alleen
voor ontspannend en gemoedelijk ver
keer te voet dat langs verkeerswegen on
aantrekkelijk zo niet ondoenlijk is ge
worden, doch ook voor recreatief ge
bruik op langer traject. Zij bieden een
aantrekkelijke gelegenheid tot het maken
van wandelingen, tot het beleven van na
tuur en landschap en dienen daarnaast het
sociaal contact. De Bond Heemschut is
van oordeel dat alle zeilen dienen te wor
den bijgezet om de aan de orde zijnde
categorie van wegen voor ondergang te
behoeden. Enige jaren geleden reeds
heeft de Bond Heemschut de aandacht
van Gedeputeerde Staten en van de des
betreffende gemeentebesturen voor deze
materie gevraagd. Terwijl van Gedepu
teerde Staten toen een waarderend
antwoord werd ontvangen, heeft Heem
schut tot zijn spijt niet kunnen conclude
ren dat de aandacht van alle gemeentebe
sturen te dezer zake is toegenomen. Hier
en daar is het plaveisel onder de graszo
den verdwenen, waarbij de vraag rijst of
daar niet de natuur door mensenhand
werd geholpen. Loopbruggetjes zijn
soms onbegaanbaar, leuningen daarvan
gebroken en verscheidene klaphekjes
bouwvallig. Van trekpaden langs trek
vaarten zijn grote delen onbegaanbaar
daar ze voor een deel zijn afgekalfd en in
de vaart gestort. Een enkele maal moest
tot onze verbazing worden geconstateerd
dat een bord met de tekst „Verboden
toegang" de potentiële gebruiker trachtte
te weerhouden van zijn voornemen het
openbare pad te gebruiken. Uit gesprek
ken met gemeentebesturen is gebleken
dat men weliswaar de waarde van deze
paden inziet, maar dat de financiële mid
delen voor instandhouding en onder
houd ontbreken. Soms werd ons meege
deeld dat slechts financiële steun van pro-
vincie.wege mogelijk zou zijn indien de
door ons bedoelde categorie van paden
zou kunnen worden opgenomen in het in
wording zijnde provinciaal fietspaden
plan. Subsidie voor herstel in de histori
sche vorm zou voorts niet mogelijk zijn,
omdat daarbij dan niet zou worden vol
daan aan de normaliter te stellen techni
sche normen (o.a. breedte 2 a 3 m, af
scheiding van de omringende landerijen
door sloot of heining).
Hier nu vreest Heemschut te stuiten op
een begripsverwarring. Niet het ontstaan
van een provinciaal fietspadenplan van
grote allure wordt hier door de bond
voorgestaan (de grote waarde daarvan
onderschrijft Heemschut zonder meer),
maar het daadwerkelijk laten voortbe
staan van de historische binnenpaden met
hun specifieke charme. Heemschut heeft
geconstateerd, dat in de nota's voor de
voorbereiding van het Streekplan voor
Friesland weliswaar onderwerpen als het
cultuurlandschap, de recreatie en de
woonomgeving, de zorg voor de natuur
en het landschap, het wandelen en fiet
sen, de historische waarden, van belang
zijn maar historische voet-, kerk- en trek
paden worden niet expliciet genoemd.
Het is daarom dat de Bond Heemschut er
bij Gedeputeerde Staten met klem op
aandringt dat bij de definitieve versie van
het streekplan alsnog aan de onderhavige
materie uitputtend aandacht wordt gege
ven. Naar de stellige mening van Heem
schut dienen de bestaande paden impera
tief in het streekplan te compareren, zo
dat op grond daarvan zo nodig aan de
gemeentebesturen aanwijzingen zullen
kunnen worden gegeven ter inrichting
van het gemeentelijk bestemmingsplan
en wel met het oogmerk de bedoelde pu
blieke waarden veilig te stellen voor de
toekomst. De brief vestigt verder nog op
een andere kwestie de aandacht. In de
nota „Grondslagen en Basisbeslissin
gen" wordt o.a. gesteld: „Ook variatie in
de bebouwing zal moeten worden nage
streefd", terwijl in de toelichting daarop
„gelijkvormigheid" wordt afgewezen.
Heemschut schrijft in zijn brief wel
enigszins beducht te zijn voor de mogelij
ke uitwerking van de globale uitspraken.
Het gevolg kan zijn een kakofonie van
vormen, materialen en kleuren en zo
doende een wanstaltige bebouwing. Ons
inziens dient in de eerste plaats gestreefd
te worden naar een evenwichtige compo
sitie, waarbij de hantering van begrippen
als soortgelijkheid en gelijkgerichtheid
van grote betekenis zijn, waarbij zeker
niet voor eentonigheid en saaiheid be
hoeft te worden gevreesd.