bouw in de plaats is gekomen. Het boek
is een uitgave - in fascimilé-druk - van
Omniboek-Voorhoeve, Den Haag;
19,50; na 1 januari 1980/ 24,50.
De Archipel, een buurtindruk.
Nog een brok Haagse nostalgie: een door
Guus Rijven geschreven boekje over een
stadswijk waar Louis Couperus een deel
van zijn literaire werk heeft gesitueerd.
Van bewoning van dit deel van Den
Haag was al in de 16e eeuw sprake, maar
de vele, vaak monumentale bouw dateert
van zo'n honderd jaar geleden. Ofschoon
ook hier het een en ander verloren is ge
gaan - men denke bijvoorbeeld aan de
Alexanderkazerne- is deze typisch Haag
se buurt tot nu toe toch opmerkelijk on
geschonden gebleven. Nassauplein, Laan
Copes van Cattenburch en deels de
Riouwstraat zijn hiervan voorbeelden.
De begrenzing van de wijk langs de Ko
ninginnegracht is helaas voor een deel aan
onhistorische architectuur ten prooi ge
vallen. Overigens is de wijk - die ook
hofjes kent - onderwerp van discussie: er
zal gerenoveerd moeten worden. Over
wat er moet gebeuren hebben de Archi
pelbewoners een duidelijke mening. Juist
daarover, maar ook over de geschiedenis
heeft Guus Rijven een zeer lezenswaardig
boekje geschreven; het bevat veel illu
straties.
Uitgever: Roeland Foto Offset bv, Den
Haag.
Het huis Bartolotti en zijn
BEWONERS. Dit huis staat aan de Heren
gracht 170-172 in Amsterdam. Het
wordt thans bewoond door de musicus
Gustav Leonhardt en hij is de boeiende
schrijver van de geschiedenis van dit,pa-
lazzo", waarvan de bouw in 1617 of een
jaar later is begonnen; „nog geen particu
lier in Amsterdam had tot dusverre de
bouw van zulk een paleis kunnen verto
nen". Het huis is toegeschreven aan Hen-
drick de Keyser, maar Leonhardt trekt dit
na een diepgaand onderzoek ernstig in
twijfel. Niet alleen de stamboom van de
Bartolotti's, maar ook de architectuur
van het huis en de kunstschatten die het
bevatte, worden uitvoerig beschreven.
Vervolgens loopt Leonhardt de geschie
denis van huis en bewoners - na het
vertrek van de familie Bartolotti - hele
maal na en hij weet daarvan aardige anek
dotes te vertellen. We komen daarbij me
nige bekende naam tegen. Onder leiding
van architect D. Verheus is het huis tus
sen 1967 en 1971 gerestaureerd. Van het
huidige interieur wordt verder een uit
voerige beschrijving gegeven. Even
boeiend als het verhaal zijn de talrijke
foto's.
Uitgever: Meulenhoff Nederland bv,
Amsterdam; 25,-.
De Nederlandse landschappen.
Een boek fors van formaat en fors van
omvang. Het eerste deel over het ont
staan van het landschap werd geschreven
door Jan van de Kam. Dr. W. J. Wolff
schrijft over de Waddeneilanden. R. N.
Chrisdaan Wzn. beschrijft vervolgens de
zeekleigebieden van Groningen en Fries
land. De Friese wouden en meren en het
zuiden van het Groningse Westerkwar
tier wordt behandeld doorj. H. Smitten-
berg en zo komt elke landstreek aan de
beurt: Twente en Salland door Adr. Bu-
ter, Maasvallei en Peel door B. P. J.
Beijk, Zeeland door dr. W. J. Wolff, het
Groene Midden door drs. H. D. van Bo-
hemen, de duinen door dr. H. Doing, het
polderland van Noordholland door Bart
Korf, enz. R. J. Benthem werpt een blik
op de toekomst van ons landschap. Het
boek telt talloze kleurenillustraties (van
Jan van de Kam), kaartjes, een verklaren
de woordenlijst en een literatuurlijst. Het
boek wordt een „atlas" genoemd maar
het bevat encyclopedische aspecten. Jan
van de Kam is een bekwaam fotograaf,
zowel van landschap als monument, 225
maar niet overal zijn de kleuren even ge
slaagd. Voor 't overige wel een bock om
in je bezit te hebben. Er staat veel lezens
waardigs in.
Uitgever: Het Spectrum, Utrecht/Ant
werpen; 24,90.
Hofjes in Leiden. Leiden telt vele hof
jes. In 1978 (bldz. 201 e.v. in ons tijd
schrift) schonken wc aan enige Leidse
hofjes uitvoerig aandacht. Aan deze typi
sche woonvorm, veelal voor bejaarden,
is de Sleutelstad rijk en het is een grote
verdienste van de beheerders dat die his
torisch herkenbaar behouden zijn geble
ven, zij 't dat bij sommige hofjes de doel
stelling veranderd is en de kwaliteit aan
moderne opvattingen is aangepast. Ze
blijven voor de liefhebber van oud stede-
schoon telkens weer boeiend. Over de
geschiedenis van de hofjes in ons land is
vrij veel gepubliceerd - over de Haagse
hofjes bijvoorbeeld in tal van jaarboeken
van „Die Haghe" - maar een totaalbeeld
van alle hofjes in cén stad, zoals nu voor
ons ligt over de Leidse hofjes, is ons niet
bekend (maar dat kan zeer wel aan ons
liggen). Wel kan bijvoorbeeld verwezen
worden naar Nederlandse hofjes in de
bekende Heemschut-serie, nr. 28 (1943),
van jhr. dr. D. P. M. Graswinckel.
Aan dit Leidse hofjesbock, waarin 35
hofjes de revue passeren, hebben de
schrijvers Herman Kleibrink en Ruud
Spruit een hele kluif gehad, maar zij heb
ben, naar onze smaak, hun taak be
kwaam en prettig leesbaar, verricht,
waarvoor zij overigens veel historisch
onderzoek hebben moeten verrichten. Er
staan prachtige foto's in, maar ook vele
tekeningen van de kunstenaars Jacob
Timmermans (1751-1829), J. E. Kikkert
(1843-1925), Jan Goedcijec (1824-1905)
en Leo K. Zeldenrust (1905-1977).
Achterin het boek is een samenvatting in
het Engels.
Uitgever: Louis H. Los, boekhandel de
Kier, Leiden.
Jaarboek Oud-Utrecht. Deze over
1978 uitgebrachte kroniek is grotendeels
gewijd aan het 400-jarig „bestaan" van
de Unie van Utrecht.
v.d.W.