Opdrachtgever en architektenkeuze
of: waarom is nieuwbouw of restauratie niet altijd geslaagd?
Nieuwe deuren doen veel
169,00 massief hout
Fraai massief koper
om uw nieuwe
f§j deur af te maken
Gezellige plafondbalken van vuren
Op de laatstgehouden Nationale Monumenten Studiedag, belegd door de NCM,
kwam in een werkgroep de volgende stelling ter tafel: - „Moderne architekten hebben
gêne om oudere vormen te gebruiken, restauratiearchitekten schuwen veelal moderne
toepassing en vormen van nieuw materiaal" Nu ben ik als gewoon architekt
opgeleid, heb me gespecialiseerd in restauratie en werk bovendien als stedebouwkun-
dige in binnensteden. Reden genoeg om me aangesproken te voelen.
De stelling kan opzichzelf juist zijn. Er schuilt echter iets achter, dat ik naar voren zou
willen halen. De stelling suggereert een zekere aarzelende achterdocht jegens de
huidige architektenstand. Ik ben geneigd hierin mee te gaan. Laat ik onmiddellijk
stellen, dat wij in Nederland een groot aantal zeer capabele „moderne"- en restaura
tiearchitekten hebben. Onder hen is echter zon duidelijke specialisatie te herkennen,
dat hun - wat met een fraai woord heet - inzetbaarheid niet onbeperkt is en hun
ontwerpen niet in iedere situatie tot goede resultaten leiden. Typische volkshuisve-
stingarchitekten slagen er lang niet altijd in een acceptabele invulling in een historische
binnenstad te maken of een verantwoorde restauratie uit te voeren. Dit slechts als
voorbeeld.
Jn standaardmaten
1AH- in gelaagd
lIVj hardhout
Ook erg luxe uitgevoerde
Merbau voordeuren
kunnen wij in praktisch elke
maat uit voorraad leveren.
Of anders maken we hem
voor u binnen enkele
weken.
Massiel koperen deurkrukken:
gebruineerd.
Per paar van 18,voor 1 U, tlU
55 x 100 mm per m. van 7,28 voor 6,40
55 x 125 mm per m, van 8,75 voor 7,95
Bijpassende hoilat en bollat, n
19 x 19 mm U,9U
Profiellat 19x19 mm 0,90
218 Dat ook bij iedere voorkomende gele
genheid werd gepleit voor aanpassing
van het subsidiëringsbudget van de over
heid aan de bestaande behoefte, vraagt in
dit tijdschrift niet om verduidelijking.
Van groot belang was ook (naast de vele
andere punten, die in de loop der jaren
werden aangekaart) dat er begrip kon
worden gekweekt voor de wens aan de
woonhuisrestaurerende instellingen een
wettelijke status te geven. Tot nu toe
bestaan deze instellingen niet voor de
wetgever: op één plaats maar worden ze
genoemd. Dit in tegenstelling tot de wo
ningbouwverenigingen, die naast een
wettelijke status ook in een duidelijke, op
hun aard toegesneden opganisatorische
en financiële structuur zijn ingepast. De
rijksoverheid heeft erkend dat bij de in
stellingen een zeer specifieke kennis over
het herstel van oude woonhuizen ligt op
getast. Nu de woonhuisrestaurerende in
stellingen een steeds duidelijker rol spe
len bij de stadsvernieuwing, in het bij
zonder bij het herstel van oude binnenste
den, ligt een erkenning van hun bestaan
en een daarop geënte behandeling door
de overheid voor de hand.
Naar buiten toe is de vereniging Het Be
houden Huis een tamelijk onbekende in
stelling gebleven. Niet zo vreemd omdat
haar activiteiten zich niet op een breed
publiek maar op een beperkt aantal instel
lingen richten. Niet zo vreemd ook om
dat die activiteiten moeten worden uitge
voerd door mensen, die al - hetzij vrij
willig als bestuurder, hetzij professioneel
- overbelast zijn met werk voor de plaat
selijke instellingen waaraan zij zijn ver
bonden.
Gesteld mag echter worden dat het werk
van de federatie van groot belang is voor
de aangesloten instellingen. Die instellin
gen zullen daarin de hoognodige steun
vinden bij de uitvoering van de omvang
rijke taak die zij hebben bij de stadsver
nieuwing in de historische binnensteden.
Helaas moet ook gezegd worden, dat
zich grote hoeveelheden „zwakke broe
ders" onder de architekten bevinden. Ik
stel niet, dat het slechte architekten zijn,
maar wél dat hun - om het woord maar
weer te gebruiken - inzetbaarheid erg be
perkt is. Laat hen vooral geen binnen
stadsinvullingen maken, maar ze kunnen
zeker een bepaald nivo halen in eenvou
diger situaties.
De „gemiddelde kwaliteit" van de archi
tekten is eigenlijk niet zo laag. Hoe komt
het dan, dat je bij een rondgang in een
willekeurige stad je haren soms te berge
voelt rijzen. Welnu, dat is naar mijn me
ning niet zo zeer het gevolg van de veron
derstelde onkunde van de architekt, maar
meer van de onkunde van de opdracht
gever.
Hoeveel bouwprojekten zijn er niet, die
nooit door een architekt begeleid wor
den? Het tekeningetje voor Bouw en
Woningtoezicht wordt wel door een fa
milielid of door een aannemer gemaakt,
de detaillering komt uit de timmermans-
kist van de aannemer en de afwerking
wordt door de opdrachtgever zelf ver
zorgd. U kent allen het resultaat: Panden
samengesteld uit elementen die men af
zonderlijk erg mooi vindt, maar die bij
eengebracht tot een gebouw niet het ge
wenste beeld leveren. Konstruktief zal
het best in orde zijn, maar kijk eens naar
de katalogus - voordeur, de stijlloze
raamverdeling en indeling en vooral de
bij voorkeur bruingebeitste kozijnen en
roedjes. Ik geef toe, dat dergelijke pan
den ook wel worden neergezet door ar-
W. Thoomes
Penningmeester Het Behouden Huis