HUISJES AAN DE RAD IN GOEDEREEDE IN
1974. RIJP VOOR DE SLOOP
DEZELFDE HUISJES NA RESTAURATIE DOOR
DE STICHTING STAD C.OEDEREEDE (I97H)
FOTO'S: STICHTING STAD GOEDEREEDE
ZUIDZIJDE HAVEN 77T/MH1 TE BERGEN OP
ZOOM. DE RESTAURATIE IS BIJNA
VOLTOOID. OP DE FOTO ZIET MEN DE
ACHTERGEVELS AAN DE VISSERSHAVEN.
EEN VOORBEELD VAN DE ACTIVITEITEN
VAN DE STICHTING STADSHERSTEL IN
BERGEN OP ZOOM
FOTO: IR. J. WEYTS
5
DE STICHTING WIJNHUISFONDS TE
ZUTPHEN ONTFERMDE ZICH OVER HET IN
ZEER VERVALLEN STAAT VERKERENDE
PAND ..OP DE BEITEL VAN HET CONVENT"
OUDE WAND 45
HET ..BEITELHUISJE" NA DE RESTAURATIE
DOOR HET WIJNHUISFONDS TE ZUTPHEN
FOTO:J. M. G. NUMANS
vijfjaar sloten zich 31 instellingen bij de
federatie aan. Helaas nemen niet alle in
aanmerking komende instellingen deel:
naast enkele kleinere bleven ook de Vere
niging Hendrick de Keijser en de N.V.
Amsterdamse Maatschappij tot Stads
herstel nog buiten de vereniging.
Het is van veel belang dat de oplossingen
die een instelling voor een gerezen pro
bleem vond, ook aan andere instellingen
bekend worden. In de praktijk is het al
regelmatig voorgekomen dat de instel
lingen konden profiteren van het werk
dat één van hen had verricht. Maar ook
kan een nieuwe organisatorische ofsubsi-
dietechnische vondst de weg openen
voor de realisering van een aanvankelijk
onhaalbaar geachte restauratie. Ervarin-
uitwisseling van ervaringen, hoe belang- 217
rijk een dergelijke uitwisseling ook is.
Afzonderlijk opereren van instellingen
op plaatselijk niveau mag de enig juiste
oplossing zijn (behoudens daar waar een
gemeente meer dan één instelling her
bergt), op landelijk niveau is een geza
menlijk optreden hoogst noodzakelijk.
In die richting heeft de federatie dan ook
steeds duidelijke activiteiten ontplooid.
Dat hield in dat de federatie protesteerde
tegen voor de instellingen bezwaarlijke
bepalingen in subsidieregelingen. Vooral
de door het ministerie van volkshuisves
ting en ruimtelijke ordening uitgevaar
digde regelingen riepen die protesten op:
bij handhaving van subsidieplafonds (en
later nog verlaging daarvan ondanks
gen die een instelling heeft met een ge
meentebestuur (bijv. t.a.v. voorfinancie
ring van rijkssubsidies of bij het aantrek
ken van garantieleningen) kunnen van
nut zijn bij het overleg dat andere instel
lingen met hun gemeentebestuur voeren
Terzijde kan in dit verband nog worden
opgemerkt (en ik vergeet dan maar even
de enorme inzet die daarvoor door de
secretaris van de federatie, G. Brinkgre-
ve, werd geleverd) dat de federatie, sa
men met de Nationale Contactcommis
sie Monumentenbescherming, aan de
wieg stond van de Stichting De Levende
Stad die-eveneens in het Huis De Pinto-
een Europees informatiecentrum over
monumentenzorg en historische bebou
wing opbouwt.
De federatie beperkt zich echter niet tot
steeds stijgende bouwkosten) daalde het
subsidiepercentage, terwijl verkoop van
gerestaureerde huizen op straffe van
terugbetaling van de subsidie werd ver
boden. Door telkens opnieuw op de spe
cifieke aard van de instellingen te wijzen,
is bereikt dat daarvoor bij het ministerie
begrip is ontstaan. Dat als gevolg daar
van een periodiek overleg tussen de fede
ratie en de ministeries van cultuur, re
creatie en maatschappelijk werk en van
volkshuisvesting en ruimtelijke ordening
tot stand gekomen is, is uiteraard alleen
maar toe te juichen. Van dit overleg mag
worden verwacht dat in de toekomst
meer aandacht voor de bijzondere positie
van de instellingen zal bestaan, tot uiting
komend in aan die positie aangepaste
regelingen.