1 en 2
DE VERWOESTENDE WERKING VAN EEN
OVERIGENS FRAAIE BERKEBOOM IS
DUIDELIJK ZICHTBAAR
3
OOK BIJ NIEUWBOUW BLIJFT ONDERHOUD
(ZOALS HET SCHOONMAKEN VAN GOTEN)
EEN NOODZAAK".
FOTO'S: WALTER KRAMER, AMERSFOORT.
schillende gedachten en interpretaties toe
wanneer het gaat om historische gebou
wen.
De scheidingslijn tussen „waar onder
houd eindigt en restauratie begint" is
moeilijk te trekken.
Houten kroonlijsten, kozijnen en ramen,
deuren en houten schotwerken vragen
voortdurend onderhoud.
Wordt dit verwaarloosd dan ontstaat een
proces van materiaalverslechtering, het
geen er tenslotte toe kan leiden dat be
paalde onderdelen gedeeltelijk ver
nieuwd of zelfs geheel vervangen dienen
te worden.
Sommige materialen zijn echter door slij
tage ook met regelmatig onderhoud niet
te bestendigen. Aan baksteen of natuur
steen kan door erosie bijvoorbeeld een
dusdanige slijtage ontstaan dat na ver
loop van jaren zelfs sprake is van een
algeheel verdwijnen van het materiaal.
Oude bakstenen, dakpannen, leien, be
paalde soorten natuursteen, glas, enz.
enz. worden echter schaarser.
Vele bouwmaterialen zoals handvorm
stenen, oud hollandse pannen worden
niet meer gemaakt, lei- en natuursteen
groeven sluiten.
De mogelijkheid een vervangend mate
riaal te vinden wordt steeds moeilijker en
zal in de komende jaren nog moeilijker
worden.
Ook de opleidingen van vaklieden zal een
belangrijke rol gaan spelen. Ondanks het
feit dat dit een hoofdstuk apart is wil ik
hier als kanttekening plaatsen dat met na
me de Lagere Technische Scholen zich in
de nabije toekomst méér zullen moeten
richten op méér specifieke opleidingen in
de onderhouds- en restauratiesfeer.
Dit geldt natuurlijk ook voor de bouw
kundige opleidingen op UTS, HTS en
TH-niveau.
Voor het instandhouden van historische
gebouwen kan men twee dingen doen:
a. het gebouw beschermen tegen vernie
ling en afbraak
b. het gebouw onderhouden.
Het eerste geschiedt in feite door middel
van de monumentenwet. En het tweede?
Er worden veel subsidies verstrekt in res
tauraties van oude gebouwen. Maar de
gebouwen moeten dan wel eerst slecht
zijn want in het onderhoud, dus in de
kern van de monumentenzorg, worden
géén subsidies verstrekt. Als je dus als
eigenaar je gebouw al dan niet bewust
laat verwaarlozen krijg je subsidie. Pleeg
je onderhoud aan het monument, dan
geen subsidie. Een opvallende uitzonde
ringspositie nemen de molens in. Sedert
omstreeks 1961 bestaat in het onderhoud
hiervan een subsidieregeling.
Waarom deze onderhoudsregeling zich
uitsluitend beperkt tot molens is mij
nooit duidelijk geweest. Maar het prece
dent is geschapen.
Het merendeel van de in Nederland aan
gevangen restauraties is een vorm van
achterstallig of nalatig onderhoud. Ik
schat dit percentage op ca. 40%.
En als het gebouw dan hersteld is wach
ten we weer tot het verval begint en alles
begint weer van voor af aan.
Het chronisch geldtekort bij de overheid
in het kader van het verlenen van subsi
dies in restauraties zal op die manier dan
ook altijd wel blijven.
Waarom wordt de wissel niet omgezet?
In een zo vroeg mogelijk stadium gebre
ken opsporen, rapporteren en ,,er iets aan
doen" zou moeten geschieden.
Het werkt kostenbesparend en wat aan 210
cultuurhistorische en bouwkundige
waarden wordt bespaard is niet eens in
geld uit te drukken.
Het merkwaardige nu is dat de overheid
dit wel signaleert.
Zo deelde in 1969 de toenmalige Hoofd
directeur van de Rijksdienst voor de Mo
numentenzorg mede dat een onder
houdsregeling voor monumenten in
onderzoek was. Op 23 februari 1978
deelde de staatssecretaris van CRM de
heer Wallis de Vries op de le lustrumvie
ring van de monumentenwacht mede:
dat hij zijn departement opdracht had ge
geven een onderzoek te verrichten naar
de mogelijkheid van een onderhoudsre
geling voor monumenten. Hij wees op
de doelmatigheid van het onderhoud
waardoor verval tijdig voorkomen kon
worden.*)
Wie er nu toezicht moet houden op de
naleving van de „voorwaarden, waarop
rijkssubsidies worden verleend" is een
vraag.
En dan met name artikel 20 waarin sprake
is van een verplichting „het gebouw te
onderhouden in de staat waarin het door
de herstelling werd gebracht". Misschien
komt dat doordat deze voorwaarden da
teren van 16januari 1936.
De oprichting van de monumenten-
In de memorie van toelichting op de begro
ting van CRM voor 1980 wordt ruim aan
dacht geschonken aan het onderhoudspro-
bleem. Red. Heemschut.