Bijna vijftig miljoen voor restauratie in Leiden
t
197
BERT«lSS®IHi
Enkele jaren is er gesleuteld aan restaura
tieprogramma's voor een reeks van jaren.
In 1976 begon men met de opstelling van
een structuurplan voor de oude binnen
stad. Dat werd in 1978 door de gemeen
teraad aanvaard. Maar het plan van actie
was gebaseerd op het treffen van voorzie
ningen op korte termijn. Dat had o.m.
het bezwaar, dat de „wijken", d.w.z. de
bewoners daarvan, te weinig inzicht had
den in hetgeen het gemeentebestuur
voornemens was. Het plan-1976 was ten
opzichte van de totale oude binnenstad te
verbrokkeld. Het thans voorliggende
meerjaren-restauratieplan 1979-1989 ver
schaft veel meer doorzicht en inzicht. Ie
dereen kan aan de hand van dit program
ma zien wat er in de komende tien jaar in
Leiden op het stuk van restauratie gaat
gebeuren. De gemeenteraad zal het we
liswaar nog moeten goedkeuren mis
schien is dat al gebeurd als deze regels
onder de ogen van de lezer komen - maar
het lijdt geen twijfel of Leiden gaat grote
activiteiten ontwikkelen.
Het interessante van het meerjarenpro
gramma is, dat het deel uitmaakt van het
investeringsplan van de gemeente en dat
betekent dat uit de gemeentekas al jaar
lijks één miljoen gld. voor restauratie
doeleinden kan worden geput. Let wel,
daar komen de subsidies van rijk en pro
vincie nog bij. Verloopt alles volgens
plan komt er geen kink in de kabel van
de rijksfinanciën - dan kan in de Sleutel
stad in de periode van het meerjarenpro
gramma per jaar meer dan vijf miljoen
gld. aan restauraties worden besteed.
Leiden heeft ongeveer 1500 objecten - openbare gebouwen, kerken, woonhuizen, bruggen,
molens, enz. - die op de lijst van beschermde monumenten staan. De Sleutelstad staat daarmee
op de derde plaats. Maar, zegt een deskundige, het zou best het dubbele aantal mogen zijn. En
inderdaad, wie door de Leidse binnenstad dwaalt en zijn blik niet louter horizontaal richt, kan
boven vele monstrueuse winkelpuien, vaak uiterst fraaie gevels uit vervlogen tijden zien, die bij
lange na niet alle beschermd zijn. En wie van de hoofdstraten eens een steegje inwandelt, kan
voor prettige verrassingen komen te staan, ook al treft men daar nog al eens verwaarloosde
toestanden aan. Trouwens die steegjes verdienen ook om een andere reden aandacht. Ze leveren
namelijk vaak verrassende doorkijkjes op naar een boeiend stukje gracht of eenfragment van een
van de vele oude kerken!
Voor de Leidse overheid betekent monumentenzorg dus een belangrijke taak. Geen eenvoudige
taak, want Leiden is een arme gemeente. In het verleden heeft het in de Sleutelstad wel eens aan
voldoende inzicht in de waarde van het monument èn van het stadsgezicht ontbroken. Er zijn
grachten of delen daarvan gedempt met als veelal onmiddellijk gevolg een achteruitgang van d,
oude gevelwanden. Deze periode van verontachtzaming is nu echter achter de rug. De proble
men die men had met de bouwactiviteiten van de rijksuniversiteit zijn opgelost.
i
DE VOORMALIGE LATIJNSE SCHOOL AAN DE
LOKHORSTSTRAAT: STRAKS EIGENDOM VAT
DIOGENES EN BESTEMD VOOR
OPLEIDINGSINSTITUUT.
HET INTERIEUR VAN PIETERSKERKGRACHT
VERDIENT NODIG RESTAURATIE: DETAIL
VAN DE DECORATIE
3
DE WONING VAN DE STADSTIMMERMAN
AAN HET KORT G ALGE WATER. I7E EEUW,
NAAR EEN ONTWERP VANLIEVENDEKEY
Voor de restauratie van de op het schema
geplaatste gemeentelijke monumenten zal
tussen 1979 en 1989 32.691.400 ge
moeid zijn, waarvan ruwweg 23 mil
joen aan subsidies zal worden terug ont
vangen Voor de restauratie van de op het
schema voorkomende particuliere monu
menten is een bedrag van 14.290.000
nodig. Bij elkaar gaat het restauratiepro
ject in de komende tien jaren dus ca. 47
miljoen kosten.
Wanneer daarbij wordt bedacht dat hier
in ook kosten voor stadsvernieuwing en
rehabilitatie zijn begrepen, dan is het dui
delijk, dat mede daardoor een groot deel
rendabel zal blijken te zijn. Enkele objec
ten zijn reeds enige tijd in restauratie; van
andere is juist deze maand het werk be
gonnen. Tot de laatste categorie behoort