A1*
Meer
Heemschut
ƒ40,-
3,70
Jaargang 56
no. 10 oktober 1979
Maandblad van de
Bond Heemschut
Opgericht in 1911
Beschermvrouwe:
H.M. Koningin Juliana
Eindredacteur:
J.E. van der Wielen
HEEMSCHUT verschijnt 10 keer
per jaar
Alle correspondentie betreffende
de redactie van het tijdschrift:
Secretariaat van de Bond
Heemschut
Korenmetershuis
Nieuwezijds Kolk 28
1012 PV Amsterdam
Postbus 10525
1001 EM Amsterdam
Postgiro 124326
Tel. (020) 22 52 92
Ledenadministratie
Tel. (020) 23 09 94
Alle correspondentie betreffende
advertenties: B.V. 't Koggeschip
Postbus 1198
1000 BD Amsterdam
Tel. (020) 22 97 21
BOND HEEMSCHUT
Lidmaatschap per jaar:
individuele leden
mogelijkheid van reductie
voor 65+ en 25-
donateurs niet-indiv. leden
losse nummers (incl.
porto)
Uit de inhoud:
196 Nederland restaureert
197 Bijna vijftig miljoen voor
restauratie in Leiden
201 Heemschut in Noordwest-
Overijssel
204 Het Waltahuis in Sneek
gerestaureerd
205 Meer rijkssubsidie voor
monumentenzorg in 1980
209 Onderhoud aan monumenten:
noodzaak!
211 Heemschut in actie
Foto omslag:
Gezicht op Oudewater
Foto: Rijksdienst v.d.
monumentenzorg
ƒ20,—
55,—
De staatssecretaris van CRM, de heer
Wallis de Vries heeft kans gezien om in
zijn begroting voor het komende jaar on
geveer 35 miljoen meer voor monu
mentenzorg beschikbaar te stellen dan in
1979. Als we de voortdurende stijging
van loon- en materiaalkosten niet over
het hoofd zien, en in aanmerking nemen
dat het kabinet zich als taak heeft gesteld
op de overheidsuitgaven te „matigen",
dan kan geconstateerd worden, dat de
monumentensector er bepaald niet be
kaaid is afgekomen. Dat is verheugend.
Voor 1980 is er stellig sprake van een
nieuw beleid in positieve zin voor wat de
monumentenzorg betreft. Daarbij sprin
gen enige punten er uit.
Ten eerste: er zal bij het bescher-
mingsbeleid prioriteit worden verleend
aan het jongere monument, d.w.z. aan
architectonische objecten uit de periode
van 1850 tot 1930. De oudere monumen
ten blijven de aandacht houden, maar de
vraag kan worden gesteld of de ombui
ging van het beleid op dit gebied niet ten
koste zal gaan van de completering van
de beschermingslijsten met monumen
ten uit vroegere perioden.
Tweede punt: Monumentenzorg krijgt
binnen het kader van het werkgelegen
heidsbeleid der regering een vrij aanzien
lijk bedrag (f 15 milj.) toegewezen.
Daarbij komt dan nog eens 7 miljoen
voor restauratie-objecten in de drie
noordelijke provincies en twee miljoen
voor speciale programma's in Limburg.
Hierover kunnen we onze voldoening
uitspreken.
Derde punt - aansluitend op het tweede -
is dat de staatssecretaris, eveneens tot on
ze voldoening, grote waarde hecht aan
het behoud van ambachtelijke vakbe
kwaamheid in de restauratiesector. Her
scholing en bijscholing van bouwvakar
beiders zullen hierbij alle aandacht krij
gen. Het beleid is er op gericht de
continuïteit in de restauratiestroom te
handhaven en zover mogelijk nog te be
vorderen. Dat is niet slechts van beteke
nis als men alleen maar denkt aan het
behoud en onderhoud van monumenten,
maar het is tevens van belang uit het oog
punt van behoud van voldoende am
bachtslieden. Er heerste de laatste jaren
toenemende zorg onder de aannemers
omdat door het ontbreken van de
continuïteit vakbekwame arbeiders el
ders in de bouwwereld werk gingen zoe
ken of wel helemaal uit de bouwsector
verdwenen. Maar niet alleen het vertrek
van goede ambachtslieden schiep en
schept zorg, ook de jonge aanwas liet en
laat hier en daar te wensen over. Er moet
nieuw bloed juist in de ambachtelijke
sfeer worden ingebracht. Men weet, dat
een aantal aannemersbedrijven in de res-
tauraticsector dit probleem hebben
onderkend en speciale praktijk
vakopleidingen in het leven hebben ge
roepen. De staatssecretaris wil daarop
kennelijk graag inhaken. Ook een posi
tieve noot voor het CRM-beleid. Van
betekenis achten we het eveneens - vier
de punt - dat de staatssecretaris toezegt te
zullen nagaan of een andere subsidiepro
cedure in het kader van de stadsvernieu
wing mogelijk is. Monumenten - soms
nb. beschermd - dreigen tot nu toe daar
bij nogal eens in het gedrang te komen.
Vijfde punt: het stadium waarin de al ja
ren geleden aangekondigde wijziging
van de Monumentenwet verkeert. Onze
hoop dat er in de komende parlementaire
periode nu eens eindelijk spijkers met
koppen geslagen zullen worden, schijnt
niet in vervulling te gaan. We betreuren
zulks in hoge mate, al hebben we er wel
begrip voor. Gewijzigde inzichten zullen
aan de vertraagde indiening van een
wetswijziging niet vreemd zijn. Het is
ons bekend dat een aantal wijzigingen in
concept gereed zijn en we vroegen ons
dan ook af waarom de staatssecretaris
daarmee dan maar niet alvast voor de Ka
mer komtDan kan tenminste een deel van
het oud zeer worden weggenomen. Maar
in een toelichting op zijn monumenten
begroting voorjournalistcn, zette de heer
Wallis de Vries uiteen dat de vertraging in
de wetgeving o.m. veroorzaakt wordt
door het decentralisatiebeleid van de re
gering. Hij moest intussen wel toegeven
dat de mogelijkheden van de thans vige
rende Monumentenwet een onbevredi
gende situatie opleveren. Laten we hopen
dat CRM in het nu aangebroken parle
mentairejaar kans zal zien wat meer druk
uit te oefenen op de andere bij deze zaak
betrokken departementen. Dat er in de
naaste toekomst meer aandacht zal wor
den geschonken aan achterstallig onder
houd van historische parken en tuinen,
behorend bij kastelen en buitenplaatsen,
juichen we toe.