185 nen, zo niet voor miljoenen guldens(!)
moedwillig vernield. Ook het dicht
draaien van de subsidiekraan van de over
heid sinds zo'n jaar geleden heeft een be
langrijke rol gespeeld.
Een niet minder belangrijke oorzaak van
de mislukking was de duidelijke onwil
van de eigenaar - een projectontwikke
laar - om aan een goede oplossing mee te
werken.
Men heeft er een cultureel-maatschappe-
lijke bestemming aan willen geven. Con
crete plannen waren er ten behoeve van
het Landelijk Ontwikkelings Instituut
voor Kreatieve Vorming, van de Cultu
rele Raad voor Noord-Holland, voor
cultureel-maatschappelijke activiteiten
van de gemeente Bloemendaal. Alweer:
het heeft niet mogen baten. Nog zeer
recent is geprobeerd, toen de aanvanke
lijke beslissing was gevallen Bronbeek op
te heffen, Kareol huisvesting te laten ver
lenen aan oude militairen. Maar Bron
beek blijft bestaan en toen was er voor het
Bunge-landhuis in Aerdenhout geen uit
komst meer. Het doodvonnis is geveld.
„Kareol moet gered worden" schreven
we in september 1976 in dit tijdschrift.
De Bond Heemschut heeft namelijk van
het begin af aan het comité gesteund in
zijn niet aflatende pogingen het ongeëve
naarde landhuis voor het nageslacht te
bewaren. Gaan we tot de grondoorzaak
van de thans niet meer te voorkomen
sloop terug, dan vinden we die bij een
van de grootste grondspeculanten èn slo
pers van cultureel waardevolle objecten
van na de Tweede Wereldoorlog: R.
Zwolsman. Had er tegen die grenzeloze
vernielingen nu niets gedaan kunnen
worden? Het antwoord moet in feite ont
kennend luiden. In de Monumentenwet
ontbreekt namelijk de broodnodige be
paling van onderhoudsplicht door de ei
genaar van een beschermd monument.
Mede aan het ontbreken van zo'n wette
lijke bepaling is Kareol nu ten offer geval
len. En te vrezen is, dat nog veel meer
monumenten dit lot zullen ondergaan.
Her en der in ons land staan monumen
ten, die al bijna tot ruïne zijn vervallen,
waarvoor geen geld is om ze te restaure
ren èn waarvoor geen functionele be
stemming kan worden gevonden.
Kareol is - en straks zullen we in de verle
den tiid'moeten schrijven-een voorbeeld
van de zgn. Sezession-stijl. Misschien
niet in ieders ogen mooi. Maar wat is
mooi? In het geval van Kareol ging het
daarom niet. Het ging om het bijzondere
èn historische karakter van dit ongemene
landhuis èn om het uitzonderlijk kunst
zinnige interieur, waaraan tal van kunste
naars hebben meegewerkt.
De vandalen hebben het weer eens ge
wonnen. Helaas. Het is verdrietig het te
moeten constateren. Allen, die zich voor
het behoud van Kareol hebben ingezet,
zal een gevoel van machteloosheid be
kruipen als ze huis en landschappelijk
park onder moker en bijl zullen zien ver
morzelen. Slechts een herinnering blijft,
een herinnering ook aan de man, die een
gedreven kunstminnaar was: Julius Carl
Bunge. v.d.W.
KAREOL, GEZIEN VANUIT HET WESTEN. OP
DE VOORGROND DE ROZENTUIN
(TOESTAND 1946). ELDERS IN DIT NUMMER
FOTO'S VAN KAREOL, DIE DE GEVOLGEN
VAN DE VERWAARLOZING EN VANDALISME
TONEN.
FOTO: RIJKSDIENST VOOR DE
MONUMENTENZORG.