vooroverleg met genoemde instanties
verliep betrekkelijk vlot, aangezien de
belangen van alle betrokkenen vrijwel
parallel liepen en er in de beginfase geen
financiële problemen waren i.v.m. subsi
diëring, zodat na een jaar van voorberei
ding in november 1976 gestart kon wor
den met de restauratie van de eerste fase,
zijnde de panden St. Jacobstraat 2 t/m 14.
In totaal bedroegen de restauratiekosten
hiervan 1,2 miljoen, exclusief de ver
wervingskosten van 150.000,- waar
voor de gemeente een startsubsidie ver
strekte van 70.000,- teneinde de huren
zoveel mogelijk te drukken.
De Stichting Maatschappelijke Belangen
is bij de aanvangshuurprijsberekeningen
uitgegaan van zg. dynamische kostprijs-
huren, waarbij in de exploitatie over de
eerste jaren een verlies geleden wordt en
EEN CEItEH ADI LITE ER DE WONING INDE ST.
JACOBSTRAAT
ACHTERGEVELS VAN D E ST. J ACO BSTR A AT
DE ST.JACOBSTRAAT, GEZIEN UIT DE
RICHTING VAN DE BOCHT VAN C.UINEA
FOTO'S: STICHTING MAATSCHAPPELIJKE
BELANGEN. GOES.
waarbij via het systeem van de jaarlijkse
huurverhogingen na een bepaalde ver-
liesperiode gerekend kan worden op een
uiteindelijke sluitende exploitatie. De ge
bruikelijke subsidies van de zijde van de
Ministeries van Volkshuisvesting en
C.R.M. en de Provincie Zeeland leidde
mede tot huren voor de panden in de
eerste fase van ongeveer 300,- tot
600,- per maand. Gesteld moet hierbij
worden dat de Stichting door C.R.M.
nog niet erkend wordt als instelling wel
ke zich voornamelijk het restaureren van
historische panden ten doel stelt, waar
door de minimum geldende percentages
aan subsidie van de zijde van het Ministe
rie van C.R.M. verkregen konden wor
den; de stichting streeft echter nog steeds
naar erkenning als zodanig. Op 1 januari
1978 werd de eerste fase van de restaura
tie opgeleverd.
De Gemeente heeft voor het gebied in
middels een rehabilitatieuitvoeringsplan
opgesteld teneinde de activiteiten van de
stichting in breder kader te kunnen coör
dineren. Het totale plan voorziet in de
restauratie van 28 panden waar in het to
taal 30 woningen gesitueerd worden,
aangevuld met vijf nieuwbouwwonin
gen op reeds opengevallen plekken in het
gebied. De woonomgeving wordt hier
bij tegelijk aangepakt. Het geheel zal ge
faseerd verlopen in totaal vier fasen,
waarvan de laatste fase eind 1980 gereed
moet zijn. Of deze planning gehaald
wordt is sterk afhankelijk van de mede
werking van de subsidiërende instanties.
Door stagnaties in de subsidietoezeggin
gen van de zijde van de minister van
C.R.M. dreigt een discontinuïteit te ont
staan, welke zeer frusterend kan werken
op de voortgang van de geplande aanpak.
Er doet zich thans een aantal knelpunten
voor, waardoor het gestarte proces, waar
een ieder de noodzaak van inziet, dreigt
te stranden:
a. de reeds genoemde subsidie-stop bij
het Ministerie van C.R.M. en de onze
kerheid van de continuïteit van subsidië
ren door de andere instanties.
b. het hierdoor moeizamer worden van
het overleg met deze instanties.
c. kostprijsontwikkeling van de restau
ratie: door het wegvallen van de conti
nuïteit en de snel stijgende bouwkosten
dreigen de huren van de gerestaureerde
panden onaanvaardbaar hoog te worden.
d. een sterkversnipperende fasering,
welke veroorzaakt wordt door moeilijk
heden rond de aankoop van panden en
ingewikkelde procedures (de besluiten
van de Stichting Maatschappelijke Belan
gen zijn onderhevig aan de goedkeuring
van G.S.) De met deze fasering gepaard
gaande kleinschaligheid heeft eveneens
een nadelige invloed op de hoogte van de
restauratiekosten