Herstel van woonfuncties in Goese binnenstad 181 De geschiedenis van Goes op Zuid- Beveland gaat terug tot de 13 eeuw. Jaco- ba van Beieren gaf het stadje, dat inmid dels al muren en poorten had, in 1342 stadsrechten. In de 15e eeuw kende het Zeeuwse stadje o.m. al een lakenindu strie en had het een haven, waarbij de scheepvaart op Engeland een niet onbe langrijke rol speelde. In de bebouwing van de binnenstad vindt men daar nog verscheidene resten van. Enkele belang rijke monumenten, zoals het stadhuis (oorspronkelijk gotisch, in de tweede helft van de 18e eeuw herbouwd in Roco costijl) en de Grote of Maria-Magdalena- kerk uit de 15e eeuw herinneren aan de welvaart van Goes in lang vervlogen tij den. Andere monumenten treft men o.a. aan langs de Turfmarkt en de Van der Goeskade; een fraai voorbeeld is ook het uit 1655 daterende Oude-Mannen- en Vrouwenhuis, met aangrenzend ge spaard gebleven onderdelen met laat gotisch houtskelet van het voormalige klooster van de Zwarte Zusters. Verder valt er o.m. ook een poortje van het vroe gere weeshuis (tweede helft 17e eeuw) te bewonderen. Sinds het begin van de jaren zeventig is het gemeentebestuur doende met een stadsvernieuwing- en rchabilitatiebeleid. In 1974 werd een structuurplan voor de binnenstad vastgesteld en een jaar later werden rehabilitatiegebiedcn in de stad Goes en in de tot de gemeente behorende zeven dorpen aangewezen. Beide be leidsuitspraken waren er op gericht de grotendeels verloren gegane woonfunc tie in deze gebieden te herstellen. Daarbij wordt getracht storende invloeden zo veel mogelijk naar de rand van de stad te verplaatsen, waar hinder door verkeer, geluid, stank e.d. tot een minimum wordt beperkt. Er viel en valt in het historische stadsge bied wel het een en ander te doen. Ruw weg kunnen in dit gebied twee delen worden onderscheiden, nl. het gebied waar de bebouwing door winkelconcen tratie zichzelf in stand heeft gehouden, ofwel niet onderhevig is geweest aan stadsveroudering en het andere deel waar in de loop der tijden door een bepaald binnenstadsbeleid (of het ontbreken daarvan) de historische bebouwing wel is verpauperd door functieverlies en kwali teitsverlies. Ongeveer gelijktijdig werd de Stichting Stadsherstel in het leven geroepen, welke zich vooral het lot aantrekt van concen traties van te restaureren historische pan den. Bij gebrek aan financiële middelen kwam hier vooralsnog niet veel van te recht. De Stichting Stadsherstel kon slechts een aanwijzende en stimulerende invloed uitoefenen, hetgeen vooral in het gebied rond de St. Jacobstraat heeft ge leid tot de eerste contacten met de Stichting Maatschappelijke Belangen te Goes. Deze stichting, voortgekomen uit het voormalig Burgerlijk Armbestuur, hield zich tot 1975/76 vrijwel alleen bezig met het consolideren van haar bezittin gen: een aantal landbouwgronden op Zuid-Beveland en een aantal bejaarden woningen in Goes. Binnen het bestuur van laatstgenoemde stichting werd de behoefte gevoeld om het aanwezige en vrijkomende kapitaal in wijder perspec tief op een verantwoorde wijze aan te wenden ten gunste van de Goese samen leving. Door genoemde contacten met de Stichting Stadsherstel werd de aan dacht gevestigd op de mogelijkheid om historisch waardevolle woonhuispanden (zowel beschermde monumenten als zg. beeldbepalende panden) aan te kopen, te restaureren en als verhuurpanden te ex ploiteren op kostprijsbasis. In het St. Jacobstraatgebied werden in de loop der tijd een 28-tal in slechte staat verkerende panden verworven. Een aan tal van deze panden was in handen van de gemeente, welke de panden t.z.t. wilde slopen. De rest van de panden is aange kocht van diverse particuliere eigenaren. Slechts drie panden waren ten tijde van de koop bewoond, de rest stond of leeg, of was in gebruik voor opslag. Gezien de gestaag vorderende aankopen werd reeds in een vroeg stadium in overleg met de gemeente, de Rijksdienst voor de Monu mentenzorg en de Provinciale Directie Volkshuisvesting besloten de restauratie activiteiten gefaseerd aan te vatten. Het

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschut - Tijdschrift 1924-2022 | 1979 | | pagina 22