Grote zorg over restauratiesubsidies Heemschut-voorzitter Hamm Op de jaarlijkse algemene vergadering van de Bond Heemschut, gehouden op 8 juni jl. in Utrecht, heeft de voorzitter, de heer G. K. J. M. Hamm verklaard met grote zorg vervuld te zijn over de gang van zaken met betrekking tot de over heidssubsidies voor restauratiewerk zaamheden. Eigenlijk is er van een subsi diestop sprake. Hiermee zal Heemschut zich in de naaste toekomst zeer intensief moeten bezig houden. De heer Hamm zei dat het niet acceptabel is, dat de rijks bijdragen niet groter zijn, gezien in het licht van de rijksbegroting. Het komt er in feite op neer, dat de sector monumen tenzorg wordt verwaarloosd. Monu mentenzorg is een misdeeld kind! Deze situatie is voor Heemschut reden om zich wederom actief op te stellen teneinde een verbetering te bewerkstelligen. Het gaat er niet alleen om, dat de rijkssubsi dies omhoog moeten, maar ook de pro vinciale en gemeentelijke overheden moeten in staat worden gesteld hun bij dragen aan restauraties te geven. Op het ogenblik is het zo, dat vele gemeentebe sturen al aan aanvragers om subsidie heb ben meegedeeld, dat er geen geld be schikbaar is. Zelfs lopende restauraties dreigen met vertraging of met stopzet ting van het werk. Een gevolg is ook, dat monumenten, die dringend restauratie behoeven door het uitblijven van subsi die verder dreigen te verkommeren. Duurt deze situatie nog lang dan zal er meer geld beschikbaar moeten komen omdat het stadium van verval dat dan noodzakelijk maakt. Naar mate het onderhoud langer achterwege blijft gaat herstel meer geld kosten. Op verzoek van de voorzitter ging de heer G. Prins, lid van het D.B. hierop nog nader in. Het gemeentebestuur van Amsterdam heeft al laten weten, dat er wellicht pas in 1984 weer geld beschik baar zal zijn voor restauraties. Dat bete kent in feite een ramp, aldus de heer Prins, die hieraan toevoegde, dat toege zegde subsidies niet meer worden ont vangen en dat geldt dan voor aanvragen van zo'n andcrhalfjaar geleden! Behalve dit onderwerp sneed de heer Hamm in zijn inleidend woord ook de interne organisaties van de Bond Heem schut aan en de activiteiten van de bond naar buiten. In het eerste jaar van het directoraat van de heer J. U. Priesman heeft deze zich in de bondszaken inge werkt en juist op het moment, dat Heem schut zeer actief naar buiten zou gaan optreden, o.a. om meer leden te werven, overkwam de heer Priesman een ernstig ongeluk, dat hem geruime tijd het wer ken onmogelijk maakt. De afwezigheid van de directeur vergt nu reeds van de feitelijk te kleine staf op het bondsbureau, aanzienlijk meer werk. De voorzitter zwaaide de staf dan ook lof toe voor de grote inzet van allen. De voorzitter schonk ook enige aandacht aan de exploitatie van het tijdschrift, dat een belangrijk deel van de beschikbare geldmiddelen van de bond vergt. Het D.B. is reeds enige tijd bezig de verschil lende exploitatie-aspecten te bestuderen. De heer Hamm wees er echter op, dat het tijdschrift voor de bond van grote waarde is. Het geeft niet alleen voorlichting, maar het schept een sterke band met de leden. Voorts is het tijdschrift van grote betekenis voor de ledenwerving. Het tijdschrift is het visite-kaartje van Heem schut. Tenslotte herinnerde de heer Hamm er aan, dat met veel inspanning getracht wordt de positie van de provinciale com- missie's te verstevigen, in samenwerking met de provinciale technische adviseurs. Ook het werk op provinciaal niveau is voor de positie van Heemschut van grote betekenis, aldus de heer Hamm. Het jaarverslag, dat ditmaal zeer gedetail leerd was en dat uit de vergadering veel waardering ondervond, gaf aanleiding tot een vrij groot aantal opmerkingen en vragen. Hierbij werd o. a. ingegaan op een opmerking in het jaarverslag betr. het ontbreken van een goede affiche/poster, een nieuwe folder en van stickers; een delicate zaak, aldus het verslag. Het net van correspondenten blijkt, zoals in het jaarverslag te lezen stond, bevredi gend te werken. In het lopende jaar wordt hieraan veel aandacht besteed, zo werd van de zijde van de bestuurstafel naar aanleiding van vragen o.a. van de heer L. Molhuysen, meegedeeld. Andere punten die aan de orde werden gesteld van de zijde der leden: het gebrek aan belangstelling van de overheid voor culturele zaken en het wekken van inte resse voor het culturele erfgoed bij de jeugd. Er werd uit de ledenvergadering ook de opmerking.gemaakt, dat het bij Heem schut nog teveel ontbreekt aan het active ren van de public relations. De heer Hamm antwoordde hierop, dat het D.B. én het Algemeen Bestuur dit vraagstuk onderkennen, maar dat het bondsappa- raat met te weinig mensen moet werken uit gebrek aan geldmiddelen. Het is een kwestie van prioriteiten. Nog noodzake lijker werk vergt nu reeds bijna meer dan het optimale van de te kleine staf op het bondsbureau. Mevr. Hengeveld-Brand gaf nog een toelichting op het wekken van belang stelling bij de jeugd voor de doelstellin gen van Heemschut. Er zijn goede con tacten met de Ned. Jeugdbond ter bestu dering van de Geschiedenis (NJBG) en met het Instituut voor Natuurbescher mingseducatie (IVN), maar de doelstel lingen van deze organisaties lopen zoda nig uiteen, dat geen goede samenwer kingsvorm is gevonden. „Wellicht kun nen in 1979 de plannen, mede dankzij steun en suggesties van ieder die hierin geïnteresserd is, meer geconcretiseerd worden", aldus het jaarverslag. De heer H. C. van Eek, lid van het D.B. ging nog nader in op de subsidie moeilijkheden. De ter sprake gebrachte symptomen onderstreepte hij. Hij voeg de hier aan toe, dat, in tegenstelling tot andere sectoren van CRM de subsidie- post onder het hoofd Rijksdienst v.d. Monumentenzorg voor 1979 niet is ver minderd. Bij de Rijksdienst moet men alleen maar blij zijn, dat er niet op gekort is. Drs. Van Eek zei het nuttig te achten als er van particuliere zijde en hij doelde daarbij op organisaties als de Bond Heemschut, op gehamerd blijft worden dat meer financiële steun noodzakelijk is. De heer Van Eek betreurde het, dat juist nu de financiële middelen ontbreken om op de toegenomen belangstelling voor monumentenzorg in te spelen. Op een vraag uit de vergadering over het ledenaantal kon de administrateur, de heer M. Sonncnbcrg tot zijn spijt geen exact antwoord geven. De laatste gege vens waren nog niet door de computer verwerkt. Op 9 mei jl. bedroeg het aantal betalende leden 9746, waarvan 198 niet- betalenden. In dit aantal waren 202 jeugdleden begrepen. Sinds de verschij ning van het ledenwervingsnummer

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschut - Tijdschrift 1924-2022 | 1979 | | pagina 22